Egyptomania : Egyptoloog Howard Carter vond in 1923 in de graftombe van Toetan- chamon een mannequin. Geen mal voor een mummie, maar een houten torso zonder ledematen. Precies op maat gemaakt van de farao, gedateerd rond 1350 vóór Christus. Het is tot op heden de oudste antieke mannequin.

Marie-Antoinette : Tijdens de Middeleeuwen en Renaissance waren paspoppen eerder miniatuurpopjes met hoofd, waarop gekroonde hoofden en fashionista’s de laatste modetrends presenteerden. De Franse koning Hendrik IV stuurde rond 1600 miniatuurmannequins naar de Medici’s in Firenze, waar hij Maria het hof wou maken met zijn modieuze geschenkjes. Marie-Antoinette zond geregeld vanuit Versailles trendy aangeklede modepoppen naar haar moeder en zus, die zo op de hoogte bleven.

Mensenhaar : De klassieke paspop zoals we ze nu kennen bestaat sinds midden 19de eeuw. Al snel waren ze een hype in Parijs, waar uitvindingen als grote glasplaten en elektrisch licht de moderne winkeletalages mogelijk maakten. De victoriaanse poppen met wespentaille, glazen ogen en echt mensenhaar, waren aanvankelijk gemaakt van touw, jute en was. Alleen smolten die wassen beelden bij warm weer en onder de bloedhete etalagelampen. Bovendien wogen ze 150 kilo. Dat euvel werd opgelost, toen Stockman in Parijs veel lichtere papier-maché poppen begon te maken.

Popart : Modepoppen fascineerden veel moderne kunstenaars. Toen hij gedumpt werd in 1918, bestelde kunstenaar Oskar Kokoschka op ware grootte een mannequinversie van zijn muze : Alma, Mahlers vrouw. Poppenmaakster Hermine Moos kreeg van hem heel precieze instructies over de curves in paardenhaar en de borsten in zacht katoen. Zijn collega Salvador Dalí maakt het nog bonter in 1939. Toen hij voor de New Yorkse Department Store Bonwit Teller een etalage maakte met een badkuip en paspoppen beplakt met bloedtranen, kevers en pluimen, reageerde het publiek zo geschokt, dat de winkelier de etalage censureerde. Dali was woest, klom in de vitrine en duwde de badkuip door de ruit. Hij werd prompt gearresteerd.

Watertest : De eerste plastic paspoppen doken eind jaren vijftig op in Amerika. Maar die vroege exemplaren verkleurden nog te snel in het zonlicht. Het was de Deense firma Hindsgaul die de eerste paspoppen in het veel stabielere polyurethaan maakte in de sixties. Om te tonen hoe lichtgewicht en sterk ze waren, gooide Hindsgaul als stunt ooit een model in de rivier. Waarop de Deense politie enkele noodoproepen kreeg over een ronddobberend lijk.

3D-printing : Hedendaagse paspoppen zijn doorgaans gemaakt van kunststof, maar de mallen worden vaak nog handmatig gesculpteerd. Enkele bedrijven experimenteren wel al met 3D-printing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content