“Over de jaren heen heb ik een lijst gemaakt van dingen die mij

stoorden aan de lofts waarin ik woonde.” De woonplek op de bovenste

verdieping van een voormalige melkerij in Brussel staat model voor hoe Alain Manders vindt dat een loft moet zijn.

:: Voor meer info : www.demonstr8.com

Achter een industriële gevel in de Tollenaerestraat in Brussel bevindt zich de leef- en werkwereld van Alain Manders (33). In de rechtervleugel van een voormalige melkerij uit de jaren dertig zijn nu de kantoren van het Field Action Marketing bureau, Demonstrate, gevestigd en op de bovenste verdieping van het pand heeft Manders zelf, managing director en eigenaar, de perfecte modelloft gebouwd. Zo zegt hij zelf, want na meer dan tien jaar in verschillende lofts te hebben gewoond, weet hij wat een leefbare loft inhoudt.

“Veel mensen hebben de mond vol over lofting, maar eigenlijk willen ze niet meer dan een groot appartement zonder scheidingsmuren. Een echte loft is veel meer. Anderzijds zijn er ook heel wat mensen die op zoek gaan naar een industrieel pand om in te wonen, maar niet over voldoende creativiteit beschikken en er geen flauw benul van hebben hoe ze zo’n gigantische, ruwe, lege doos moeten inrichten.”

Manders leidt een bedrijf met meer dan dertig medewerkers. Demonstrate is een Below The Line-reclameagentschap dat onder meer voor Interbrew, Coca-Cola en Unilever werkt. Hoewel Alain Manders nog erg jong is, weet hij wat hij wil. Dat blijkt uit zijn succesvolle carrière, maar ook uit de vastberadenheid waarmee hij spreekt.

“Ik ben vijf jaar geleden met Demonstrate begonnen in een klein huisje in Laken en geleidelijk aan zijn we uit onze voegen gegroeid. Vooral stapelplaats bleken we al snel te weinig te hebben. Dus zijn we eerst opslagruimte gaan zoeken. Toen we dit gebouw vonden, werd ik meteen verliefd en besloot er niet alleen onze materialen te stockeren, maar er ook onze bureaus te huisvesten, en meer nog, er een immobiliënconcept aan te linken. De gebouwen langs de straatkant zijn onze burelen. Deze aan de overzijde van het binnenplein worden vijftien ‘groene’ privé-lofts.”

Omdat hij zelf afkomstig is uit het landelijke Oost-Vlaanderen en het meer dan beu was om wekelijks uren te verliezen in zenuwslopende files naar Brussel, is Manders op zoek gegaan naar de ideale combinatie van wonen in de stad en tussen het groen. “Dat vertaalt zich in het huidige loftenproject, waarbij elke loft over een privé-tuin en/of terras beschikt. Maar voordat ik die heb ingericht, heb ik eerst de bovenste loft onder handen genomen. Uiteraard met de bedoeling om er soms zelf te verblijven of gasten te ontvangen, maar ook heel specifiek naar potentiële klanten van het immobiliënproject toe. Ik noem het daarom onze ‘ Playmobil-loft’ : mensen die geïnteresseerd zijn in het project kunnen er niet alleen ideeën opdoen, ze kunnen de ruimte ook optimaal ervaren. Iets wat toch wel belangrijk is, want veel mensen die graag in een loft willen wonen, geraken overdonderd door de grote, lege ruimte en kunnen zich niet voorstellen hoe ze er afgewerkt en aangekleed met meubels kan uitzien. Wanneer ze in de modelloft komen, beseffen ze dat die grote ruimtes wel huiselijk en naar menselijke normen kunnen worden ingericht.”

Wereldterras

Omdat de loft als modelhuis fungeert, richtte Alain de woonplek niet helemaal naar zijn eigen smaak in. “Ik hou bijvoorbeeld enorm van rood. Er zitten heel wat rode accenten in het interieur, maar niet zo extreem veel als wanneer ik het uitsluitend voor mezelf zou doen. Wat wel helemaal mijn ding is, is de opsplitsing van de ruimte. We hebben ze zo open mogelijk gelaten, met een open keuken en een werkeiland. De slaapzone heb ik van de leefzone gescheiden. Vooral omdat ik erg gesteld ben op netheid. Een onopgemaakt bed kan ik bijvoorbeeld niet verdragen. Vandaar dat de slaapzone volgens mij beter afgezonderd is. De badzone daarentegen heb ik graag bij de slaapkamer, maar dat brengt problemen mee qua temperatuur. In een slaapkamer moet het vrij fris zijn en in een badkamer heerlijk warm. Dat probleem heb ik opgelost door de badkamer alleen met een glazen wand af te scheiden van de slaapplek. Zo heb je visueel het gevoel dat het over één ruimte gaat.”

Uniek aan deze loft is ongetwijfeld het grote dakterras, waar niet alleen een spa en een futuristische douche staan, maar waar ook een Indische hoek is ingericht. “Ik reis heel graag en van alle uithoeken van de wereld breng ik dingen mee die ik op mijn ‘wereldterras’ zet. Ik geniet er enorm van om er ’s morgens vroeg in de ochtendzon de kranten door te nemen bij een kopje thee. Het is een stijl die niet helemaal meegaat met de moderne inrichting van het interieur, maar ik hou nu eenmaal van meer dan één stijl.”

De rode draad

Het verschil in stijlen blijkt ook duidelijk uit de meubelcollectie van Alain. Als vanzelfsprekend weet hij in één ruimte klassiekers van Eames of Le Corbusier te combineren met de extravagante Boa van de gebroeders Campana van Edra, of de werktafel van Ann Demeulemeester en een gigantische rode biljarttafel. De rode accenten vormen letterlijk de rode draad. “Het enige wat ik niet heb, maar wel zou willen, zijn kunstwerken. Dat komt omdat er slechts twee muren zijn waar ik iets aan zou kunnen hangen. Eén ervan is wel ingenomen door foto’s van mijn reizen en voor de andere muur heb ik het juiste werk nog niet gevonden. Bovendien beschouw ik ieder meubel als een kunstwerk. Mijn favoriete werk is de Superarchimoon-lamp van Starck. Het is allemaal een kwestie van hoe je naar de dingen kijkt, en als creatieveling voel ik het een beetje aan als mijn taak om minder creatieve mensen te helpen kijken. Tot zover heb ik al zeer veel goeie reacties gehad op deze Playmobil-loft.”

Tekst Hilde Bouchez l Foto’s Verne

Veel mensen die graag in een loft willen wonen, geraken overdonderd door de lege ruimte en kunnen zich niet voorstellen hoe ze er afgewerkt en aangekleed met meubels kan uitzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content