Lezers van deze rubriek weten dat we geen hoge dunk hebben van de zogenaamde vooruitgang in de auto-industrie. Fundamenteel is de auto sinds het begin van vorige eeuw nauwelijks veranderd, alleen de techniek is verfijnd. Er is veel evolutie, maar verbazingwekkend weinig revolutie, op een paar zeldzame uitschieters na. Vorig jaar lanceerde Fiat de Multipla, met zijn originele stoelenlay-out, dit jaar brengt de Toyota Yaris Verso een paar verfrissende ideeën naar voren. Toeval of niet, beide auto’s kregen een heel eigen profiel mee – volgens de enen is het “lelijk”, anderen noemen het “speciaal”.

De sleutelwoorden bij de Verso zijn soepele herschikbaarheid en praktische ruimte achterin. De achterstoelen, die iets minder verfijnd uitvallen dan de stoelen voorin, kunnen bijvoorbeeld in de vloer worden weggeklapt waardoor een vlakke laadruimte ontstaat. Met uitgeklapte stoelen is de knieruimte royaal en dat is uitzonderlijk voor een auto met een lengte van 3,86 meter, die bovendien een zeer redelijke kofferruimte van 390 liter overhoudt. Daarnaast werd in opvallend veel opbergvakjes voorzien, zelfs in het plafond boven de voorruit en onder de passagiersstoel. Ongewoon is de zijdelings openende achterdeur. Zeer praktisch zijn de hoge stoelen, die de instap een stuk vlotter maken.

Van de Yaris berline herinneren we ons vooral de kleine, levendige eenlitermotor. De Verso, die 25 cm langer is en 150 kg zwaarder uitvalt, krijgt een geavanceerde 1,3 liter viercilinder mee met zestien kleppen en een variabele kleptiming. Gecombineerd met de korte versnellingen levert dat een pittig resultaat op. De soepelheid van de aluminium viercilinder is in elk geval merkwaardig, de kleine wagen raakt zonder veel schakelen spelenderwijs door het stadsverkeer. Buiten de stad heeft de Verso ook al geen moeite om vlot met het doorsneeverkeer mee te kunnen. Het gemiddelde verbruik blijft, ondanks het hoge koetswerk, met ongeveer 7 liter/100 km toch zeer redelijk.

Het hoge profiel van de nieuwkomer verrast en laat een gebrek aan stabiliteit vermoeden. In de praktijk is daar niets van te merken, wat windgevoeligheid niet te na gesproken. Het rijcomfort ligt ook al boven de middelmaat.

Voorin werden stoelen gemonteerd met een goede zijdelingse steun, maar over de moderne lijn van het dashboard waren we minder te spreken. De ontwerper goochelde wat al te vrij met volumes en dat botste met het gezond verstand. Zo werden alle instrumenten centraal gemonteerd, terwijl de vrijgekomen ruimte boven het stuur dan weer helemaal onbenut bleef. Jammer. Ook het soort hologram, waarin de snelheidsmeter en andere aanduidingen verpakt zitten, leest wat onpraktisch.

Kortom: de Yaris Verso is een zeer praktische en compacte auto, met een origineel profiel dat sommige automobilisten misschien wat zal afschrikken. Voor wie lak heeft aan status is de Verso dan weer de ideale allesdoener. Zijn soortgenoten, de Mégane Scenic en de Opel Zafria, komen wat ernstiger over. De basisprijs van 499.000 fr. is alvast een meevaller. Voor dat geld krijg je ook twee frontale airbags, maar helaas geen abs, daarvoor wordt als optie 25.000 fr. aangerekend. Wie het comfort van een viertrapsautomaat wil, moet 40.000 fr. extra neertellen.

PIERRE DARGE