‘Te veel vrouwen kiezen de verkeerde mannen om de verkeerde redenen en blijven vervolgens veel te lang bij hen.’ Hoe je dan wel de ware vindt ? Nuchtere relatietherapeute Mira Kirshenbaum onderwerpt De Prins Op Het Witte Paard aan een kwaliteitscontrole.

Ukent ze wel, die stellen die voor elkaar gemaakt lijken. Komen uit een gelijkaardig milieu, passen bij elkaar qua leeftijd, opleidingsniveau, aantrekkelijkheid en interesses. Als ze wat langer bij elkaar zijn, gaan ze soms zelfs op elkaar lijken. Veel intrigerender zijn die andere paren. De Nederlandse schrijfster Manon Uphoff die de ware vond in een Bosnische ambachtsman. Eveline Hoorens, de blonde koffiehandelaarster die eeuwige vrijgezel Panamarenko aan de haak sloeg. En zo kennen we allemaal wel minder voor de hand liggende combinaties : zij een stuk ouder dan hij, zij gestudeerd, hij niet, hij en zij totaal verschillend qua cultuur, geloof, huidskleur. Wat brengt geliefden samen, vraagt een mens zich dan af. Wat doet de vonk overspringen ? En nog belangrijker, wat houdt hen samen ? En waarom sukkelen we soms zo lang voor we de ware vinden ? De statistieken liegen er niet om : steeds meer Belgen scheiden voor de tweede keer.

Vrouwen die met die laatste vraag worstelen, vinden soelaas bij psychotherapeute Mira Kirshenbaum, die met De Prins Op het Witte paard – toegegeven, niet meteen de hoofdprijs voor de meest geïnspireerde titel – haar negende zelfhulpboek aflevert. Een genre waar ik al lang een haat-liefdeverhouding mee heb, al was het maar omdat de auteurs onveranderlijk pretenderen dat ze de waarheid in pacht hebben en met hun verbluffend inzicht je leven eindelijk op de sporen zullen zetten. Anderzijds zit er in dat soort boeken altijd wel iets waarvan je denkt : “Verrek, zo had ik het nog niet bekeken.”

Wat mij bij Kirshenbaum vooral aantrekt, is haar nuchterheid. Toen ik haar een paar jaar geleden over een ander boek interviewde, verwachtte ik een joodse versie van Dr. Jennifer Melfi, Tony Soprano’s psychiater, maar Kirshenbaum had meer van een blozende slagersvrouw met een energieke “we zullen dat varkentje eens wassen”-attitude. Qua partnerkeuze heeft ze recht van spreken : kritisch en veeleisend als ze naar eigen zeggen is, vond ze toch maar mooi de man met wie ze naar verluidt al dertig jaar gelukkig getrouwd is. In paniek omdat jouw Ware op zich laat wachten ? Voor het gemak gaat Mira ervan uit dat haar lezeressen stuk voor stuk gelukkige, aantrekkelijke, leuke en warme vrouwen zijn die als ze maar serieus genoeg zoeken meer dan genoeg mannen kunnen vinden. Met een laatste-kans-hans genoegen nemen, is jezelf verraden. Want, zo oreert Kirshenbaum volkomen terecht : geen vent is beter dan een slechte vent.

Hoe weet je dat een Mogelijke Jacob het potentieel heeft om de Ware te worden ? Vergelijk het met het uitzoeken van een lekkere meloen. Je kunt erop kloppen, erin knijpen of eraan snuffelen, als je niet weet waar je moet op letten, schiet je daar niet veel mee op. Bovendien zijn er een paar factoren die de keuze bemoeilijken. Een beginnende verliefdheid is niet bevorderlijk voor je beoordelingsvermogen. Zeker na een paar mislukkingen wil je zo graag dat het wat wordt, dat je geneigd bent om voor de hand liggende gebreken door de vingers te zien. Of je valt voor iemand louter omdat hij zo anders is dan je ex. Anderzijds hebben nogal wat vrouwen een soort blauwdruk in hun hoofd van hoe hun uitverkorene moet zijn – groot, knap, goed verdienend, hoog in aanzien, vlot in de omgang, humoristisch – dat ze valabele maar op het eerste gezicht niet zo’n opwindende kandidaten geen kans geven. En dan is er de buitenwacht. Voor moderne, onafhankelijke, eigenzinnige vrouwen is het misschien moeilijk om toe te geven dat ze zich laten beïnvloeden door het oordeel van hun omgeving, maar dat gebeurt nu eenmaal.

De allesbepalende chemie

Maar goed, we gingen het hebben over de toverlijm die een relatie levenslang intact houdt. Mij leek gelijkgezindheid een belangrijk, zo niet het belangrijkste criterium. Iemand die je normen en waarden deelt, dat is toch al heel wat. Om een extreem voorbeeld te nemen : als hij het perfect acceptabel vindt om porno te gebruiken bij het voorspel en jij gruwt daarvan, dan heb je een probleem. Een vriendin ging drie keer op stap met een man met wie het goed leek te klikken, maar die afhaakte toen hij hoorde dat ze atheïst was. Agnostisch, daar kon hij mee leven, maar de uitsluiting van een leven na de dood, dat was hem te bar. En dan is er de kwestie van smaak. Dat heerlijke “O, jij ook”-gevoel als je ontdekt dat hij De dubbele helix van het verlangen het beste boek aller tijden vindt. En net als jij van het Franse platteland en wortelstoemp met worst houdt. Weer een andere vriendin kon haar geluk niet op toen bleek dat de Iraanse politieke vluchteling met wie ze uit pure lust iets roekeloos was begonnen, gek was op Woody Allenfilms. Hannah and her sisters was de eerste Amerikaanse prent die hij ooit gezien had. Helaas bleek de man daarnaast ook labiel en zelfs gewelddadig te zijn. Gedeelde interesses maken je misschien tot een fantastisch stel-op-papier, maar zijn dus geen garantie voor duurzame genegenheid.

Sterker, wat zeg ik, allesbepalend, althans volgens Kirshenbaum, is een andere factor : chemie. O fijn, hoor ik u nu denken, we hebben het hier over de x-factor, een samenspel van hormonen en neurotransmitters waar geen enkele logische verklaring voor bestaat. En het is waar, vragen waar chemie vandaan komt, is net zoiets als vragen waar het cement in de fundering van je huis vandaan komt. Maar voor de rest is het fenomeen perfect te definiëren. Kirshenbaum onderscheidt zelfs vijf dimensies. De meest vitale is vertrouwelijkheid. Je voelt je thuis bij elkaar, behaaglijk, ongedwongen en geaccepteerd. Je hoeft niet op eieren te lopen of voortdurend je beste beentje voor te zetten. Je kunt je diepste emoties en gedachten bij elkaar kwijt, maar je kunt ook zwijgen samen zonder dat het ongemakkelijk wordt. Laten we wel wezen, iedereen voelt zich wel eens eenzaam, maar als je je te vaak eenzaam voelt in een relatie, is dat een slecht teken.

De tweede dimensie van chemie is veiligheid. Geen twijfel mogelijk, de vrouwen van nu kunnen voor zichzelf zorgen, we zijn sterker dan vrouwen in welk tijdperk ooit geweest zijn. En toch heeft ook de stoerste behoefte aan geborgenheid. Het besef dat je man je niet zal beliegen, kleineren of opzettelijk wreed tegen je zijn. Hij wordt niet kregelig of trekt zich terug zodra je ziek bent of al eens in de put zit. Hij heeft zijn eigen innerlijke demonen onder controle, is niet ten prooi aan verslavingen of chronische geldproblemen. Natuurlijk is er de occasionele ruzie, maar je ervaart ze niet als angstaanjagend.

Plezier is de lijm die voor intimiteit in een relatie zorgt. Niet dat je voortdurend in een deuk ligt, maar de stomste dingen zijn prettig als je ze samen doet. Er is een sfeer van luchtigheid, vrolijkheid, soms zelfs gekkigheid tussen jullie die een buffer vormt tegen de stress en sleur waarmee elk paar nu eenmaal geconfronteerd wordt. En dan hebben we het nog niet over seksuele passie gehad. In het begin is dat simpel : je kunt gewoonweg niet van elkaar afblijven, vrijen met hem is duizelingwekkend, zowel op puur lichamelijk als emotioneel gebied. Natuurlijk is er na de eerste grote verliefdheid sprake van gewenning, maar in het beste geval blijft een echte verbondenheid over. Niet dat je elkaar voortdurend aflebbert, dat zou nogal klef zijn. Nee, diepe genegenheid is zoals een goede kelner in een restaurant, die op een of andere manier altijd opduikt als je hem echt nodig hebt.

En dan is er nog iets. Wil je een relatietherapeut koude rillingen bezorgen, aldus Kirshenbaum, confronteer hem of haar dan met een koppel waarvan de partners elkaar minachten. Niet woede, maar minachting is het arsenicum van de liefde. Geen wonder dat respect zo belangrijk is. Je hoeft je partner niet per se de meest geweldige man ter wereld te vinden. Maar ook al herken je zijn beperkingen – hij is niet zo ambitieus, laat de dingen op hun beloop – toch respecteer je hem om wie hij is en wat hij met zijn leven doet en niét om wie hij zou kunnen zijn.

Je eigen rare kwast

Vertrouwelijkheid, veiligheid, plezier, seksuele verbondenheid, respect : ziedaar de ingrediënten van chemie, dat magische element dat maakt dat een relatie het beste in je naar boven haalt. En dat, als ze echt sterk genoeg is, volgens de therapeute zelfs belangrijke verschillen in levensstijl kan overwinnen : uiteenlopende visies over met geld omgaan, kinderwens en -opvoeding, sociaal verkeer, ambities, politieke overtuiging, leven in de stad of op het platteland. En natuurlijk brengt elke partner zijn bagage mee in een relatie : schulden, gezondheidsproblemen, een moeilijke ex, kinderen uit een vorige relatie, een bemoeizuchtige moeder, problemen op het werk. Bagage die de zwakke punten in de chemie tussen jou en je partner op de proef stelt en die dus zo snel mogelijk op tafel moet komen, zodat je je een realistisch beeld van de impact op je relatie kunt vormen.

Botsende karakters, faillissementen, familieruzies, tijdelijke scheidingen, natuurrampen : een goede chemie kan alles overleven, behalve irritatie. Stel dat je een man ontmoet die rijk is als Bill Gates en lief op de koop toe, maar als je hem even ergerlijk vindt als het geluid van krassende nagels op een schoolbord, dan komt vroeg of laat het moment dat je weet : “Ik moet bij hem weg !” Vraag vrouwen wat hen aan hun partner irriteert en je krijgt de meest wonderlijke antwoorden. Dat hij raar kijkt als hij klaarkomt. Dat hij meteen na de seks uitgebreid naar het toilet gaat en daarbij ontluisterende geluiden produceert. Dat hij je nooit laat uitpraten. Dat hij in het bijzijn van derden branieachtige verhalen vertelt waarvan de teneur altijd dezelfde is : “En toen heb ik het hem eens goed gezegd en toen was hij nog zó klein.” Dat hij bij het televisiekijken aan het eelt op zijn hielen pulkt… Bagatellen, en je kunt altijd proberen hem die dingen af te leren, maar als de irritaties zich opstapelen en je je voortdurend groen en geel ergert, dan is er maar één conclusie : de chemie tussen jullie deugt niet, je houdt niet echt van hem. “Drop de druiloor”, is Kirshenbaums laconieke advies. Je vastklampen aan een slechte relatie leidt alleen maar tot verdriet en bitterheid. “Soms moeten vrouwen hard zijn om zacht te kunnen blijven en hun vermogen om hoopvol en zorgzaam te zijn te beschermen.” Anderzijds, stel dat je samen bent met een rare kwast van wie de buitenwacht zich afvraagt : “Wat ziet ze in hemelsnaam in hem ?” Maar hij is wél jouw rare kwast. Niet hoe de combinatie tussen jullie lijkt, maar hoe ze voor allebei voelt, is belangrijk. Houden dus die kwast, hij zal je gelukkig maken.

De Prins op het Witte Paard, Mira Kirshenbaum, Archipel, 287 p., 16,95 euro, ISBN 978 90 6305 300 0.

Door Linda Asselbergs I Illustratie Bad Pritt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content