:: Reacties : jp.mulders@skynet.be

Wie schrijft die blijft” is zo’n spreuk waarvan ik het waarheidsgehalte durf te betwijfelen. Wie herinnert zich bijvoorbeeld nog de genaamde Schouwenaars, Clem ? Zijn boeken werden in de jaren zeventig stukgelezen. Nu staan zij in bibliotheken vergeeld en verweesd op de schappen. Zelfs onlangs, bij de tiende verjaardag van de dood van de schrijver, bleef het akelig stil. Geen hond die in een landelijk dagblad ook maar een letter over Schouwenaars schreef.

Van Oog in oog tot Bougainvillea… In mijn puberteit moet ik zowat alles van de man hebben verslonden. Dat boeken vrienden voor het leven zijn, bleek enkele jaren geleden, toen ik door liefdesverdriet deskundig uitgewrongen op zoek was naar wat troost. Als een stuk wrakhout wrong zich opeens uit de koude poel van mijn herinneringen De seizoenen naar boven : de roman die Schouwenaars schreef over zijn zelfgekozen ballingschap in het West-Vlaamse oordschap Lampernisse. In een armtierig huisje ging hij daar genezen van zijn grote liefde. Deze Livia, zoals zij in het boek heet, had uiteindelijk toch voor haar echtgenoot en kroost gekozen boven een leven aan de zijde van een schrijvende vrijbuiter. Schouwenaars was daar zo het hart van in dat hij zelfs een zelfmoordpoging ondernam.

Na al die jaren vond ik De seizoenen nog altijd een meeslepend boek. Het drumde zelfs In ongenade van Coetzee en De cementen tuin van Ian Mc Ewan even uit het brandpunt van mijn lezersoog. Schouwenaars bezat de zeldzame gave over alledaagse dingen zo boeiend te schrijven dat zijn boeken echte pageturners werden, zonder dat er daarom veel in gebeurde. Een hele tijd lang was hij een van Vlaanderens meest gelezen auteurs, vooral bij lezeressen dan. Aan zijn knappe verschijning kan dat alvast niet gelegen hebben. Met zijn dikke hoornen bril en professor Gobelijn-achtige haren staat hij op de achterflap van zijn boeken als een soort hobbit of trol. Met iets van afkeer zag ik er een vrouwelijke collega naar kijken.

Schouwenaars’ getuigenis fascineerde mij danig. Zo erg zelfs dat ik samen met een vriendin naar dat huisje uit De seizoenen op zoek ging. Na al die jaren stond het er nog, helaas zo grondig gerenoveerd dat zijn mistroostige charme grotendeels verloren was. Dorpelingen herinnerden zich nog anekdotes over een beschonken Schouwenaars. “Hij stond inderdaad bekend als een man van wijntje en trijntje”, zegt Lionel Deflo, die in zijn literaire tijdschrift Kreatief zowat als enige de tiende verjaardag van Schouwenaars’ dood herdacht. “Als hij schreef, stond er altijd wel ergens een fles in zijn buurt. En dan de vrouwen, ja, daar hield hij ook van. De mannen in zijn boeken zijn bijna altijd sukkels die er bekaaid vanaf komen, terwijl hij de vrouwen als sterke figuren neerzet.”

Typisch voor Schouwenaars is ook zijn grote naturel, de ongewone openhartigheid. “Iedereen mag voortaan alles van mij weten, alles over mij horen”, klinkt het in De seizoenen. “Ik heb geen geheimen en verborgenheden meer. Geen valse schaamte. Ik houd niets meer achter, verzwijg niets en geef mij volkomen bloot.”

Een dappere man moet hij geweest zijn, die indruk maakte op wie hem gekend heeft. Weemoedig beschrijft Hedwig Verlinde hoe de zwaar zieke schrijver bij een van hun laatste bezoeken achter de rug van zijn vrouw het maaigebaartje maakte, als om te zeggen : vrienden, ’t is afgelopen met mij. “Hij had zich helemaal opgekleed en zijn lange, grijze haren hingen keurig gekamd over zijn reeds diep ingevallen wangen. Nooit heb ik de dood zo mooi en overweldigend sereen gezien. Clem droeg hem met de waardigheid die hem altijd had gekenmerkt. In zijn persoonlijkheid straalde de dood de warmte van vriendschap af. We beseften dat ons afscheid definitief was.”

Amper 62 werd hij. Zijn as werd uitgestrooid in Lubbeek, na een sobere plechtigheid die maar door een handvol mensen werd bijgewoond. Anderhalf jaar voor zijn dood had hij geschreven, mijmerend over de vraag wat zijn laatste wens als ter dood veroordeelde zou zijn : “Laat mij nog Ć©Ć©n keer een vrouw bezitten, ik wil afscheid nemen van deze komedie in de vervoering van de hoogste weelde die ons gegeven is, ik sterf liever als een stier dan als een homo sapiens die de wereld gemaakt heeft tot het spektakel dat wij thans aanschouwen.”

En Livia, de femme fatale uit De seizoenen ? Toen ik onlangs de ware identiteit van deze bekende dame achterhaalde, verloor ze voor mij een hoop van haar mysterie. Naar het schijnt werd ze na de breuk met Schouwenaars wel nog heel gelukkig bij haar man.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content