Dit Haarlemse interieur doet denken aan een paneelschilderij uit de Gouden Eeuw. Het is verrassend oud, en nep tegelijk.

Haarlem mag nog zo diep in Holland liggen, het is een stad met veel Vlaamse wortels. In de 16de eeuw vestigden er zich duizenden West- en Oost-Vlaamse protestanten. Hun Brabantse geloofsgenoten verkozen Amsterdam. Tal van familienamen herinneren nog aan die tijd. Ook Yvonne van den Abbeelen, die dit huis samen met Edgar bewoont, heeft vermoedelijk roots in de Zuidelijke Nederlanden. De woning ligt overigens in wat historisch het Vlaams Blok wordt genoemd. Dat klinkt ons, Vlamingen, vandaag wat raar in de oren, maar dat was nu eenmaal de naam van de protestantse Doopsgezinde gemeente waartoe het vroegere weeshuis dat Yvonne en Edgar bewonen, behoorde. Het weeshuis maakte deel uit van wat het Blokshofje werd genoemd, een soort godshuis dat aan het Klein Heiligland lag.

Uiteraard heeft de historische plaatsnaam geen enkele actuele betekenis, maar ze wijst erop dat de Vlamingen, net als de Friezen, de Hoog-Duitsers en andere inwijkelingen in Hollandse steden, zich in aparte wijken vestigden. In de loop van de tijd verwaterde uiteraard het regionale karakter van elke buurt wel, maar in dit huis, dat dateert uit 1633, hangt er nog wat van die antieke sfeer.

Toen Yvonne en Edgar het pand meer dan twintig jaar geleden op de kop tikten, vielen ze voor het eigenaardige grondplan dat vol verrassingen zit. Aan de straatkant is het huis eerder smal, maar het verbreedt enorm naar achteren toe. Zo komt het dat je daar, gedeeltelijk parallel aan een oude gang, verschillende grote vertrekken met een schilderachtige lichtinval vindt. Naar Nederlandse normen is dit een uitgesproken ruime woning.

Omdat ze overal tegelijk wilden kunnen wonen, maakten Yvonne en Edgar van elk vertrek een soort woonkamer. Zelfs in de slaapkamer zijn er zithoekjes. De gangen en vele vensters zorgen voor doorzichtjes à la Pieter de Hooch en Johannes Vermeer, met oude gekalkte muren en hobbelige vloeren. Bovendien is alles vrij traditioneel van kleur, met veel wit en okergetinte plafonds.

De eetkamer met doorzicht naar het voorhuis is van een klassieke schoonheid en ook nog behoorlijk authentiek. Maar middenin de woning zit een ruime woonkamer met een tussenverdieping boven een kleine bibliotheek. In dit salon staat ook een pronkerige kasteelhaard in renaissancestijl. Alles hier lijkt oud, maar als ik de bewoners mag geloven, was dit vertrek amper een kwarteeuw geleden nog een paardenstal. Nu zou het kunnen doorgaan voor een oud herberginterieur, zoals je ze bewondert op de schilderijen van Teniers. Vooral het venstertje net onder de balken zorgt voor een indirecte lichtinval die de intimiteit van het vertrek nog accentueert. Dit salon is dus volkomen nep, maar dat stoort niet omdat de authenticiteit van de rest van de woning erop afstraalt.

Zonder de bonte verzameling objecten zou de woning er natuurlijk minder charmant en boeiend uitzien. De echte antiquiteiten mogen dan wel een minderheid vormen, wat er staat of hangt werd met talent uitgezocht. Yvonne van den Abbeelen runt in het voorhuis een winkel, Le Magasin, waarin ze curiositeiten slijt. De ruimte ziet er niet uit als een traditionele zaak maar veeleer als een soort salon waarin onder meer serviesgoed, blikken trommels, aarden schalen en kasjmieren doeken en sjaals zijn uitgestald. “Zulke goederen leren je de dingen anders bekijken”, meent Yvonne. “Je merkt eraan hoeveel aandacht vroeger aan vormgeving werd besteed. Nu gebeurt dat ook wel, maar toch. Een groot deel van de huidige verpakkingen is goed om meteen weg te gooien.” Deze bedenkingen hebben volgens Yvonne niets met nostalgie te maken, zij heeft gewoon van nature meer voeling met mooie materialen. Met zoiets nobels als geweien bijvoorbeeld, waarmee zij onder meer luchters in elkaar steekt. Yvonne is ook gek op antiek kasjmier. Sommige doeken hangen aan de muur of liggen op een zetel. De mooiste zijn opgeborgen in een doos. “Want ze zijn toch vrij kostbaar”, legt Yvonne uit. “Wat in de volksmond kasjmier wordt genoemd komt echter zelden uit het Oosten. De meeste doeken zijn 19de-eeuws en gemaakt in Engeland, Frankrijk of zelfs Rusland. Maar de kostbaarste zijn met de hand geweven en die kom je zeer uitzonderlijk tegen.” Ze worden net zo uniek als de schilderachtige en ongekunstelde sfeer van deze woning.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content