Tafereel één: Aad, een man van in de veertig, staat samen met de 17-jarige Michel voor de spiegel en leert hem hoe hij zich moet scheren. Aandachtig, glimlachend kijkt hij toe terwijl de jongeman het scheerschuim aanbrengt op zijn wangen. “Doe maar dik genoeg.” Daarna houdt Aad samen met Michel het scheermesje vast, toont hem hoe hij zijn huid moet aanspannen. “Vind je het eng?” Michel schudt het hoofd. Als hij klaar is, staan er sterretjes in zijn ogen.

Tafereel twee: Ron, een andere man van in de veertig en levensgezel van Aad, staat een knalrood jasje te strijken terwijl de vijfjarige Paula in de buurt wat zit te zeuren. “Papa, waarom zeg je nou waarom?” Dat soort conversatie. “Zullen we afspreken dat we allebei niet meer waarom zullen zeggen?” stelt Aad voor. Even later mag Paula helpen strijken. Aad houdt samen met haar het strijkijzer vast. Paula straalt. “We moeten wel wat opschieten”, zegt Aad na een poos. “Waarom?” vraagt Paula.

Van dit soort huiselijke tafereeltjes worden er tientallen getoond in de onlangs op de Nederlandse televisie uitgezonden NCRV-documentaire Twee vaders. Het zijn stuk voor stuk pareltjes die laten zien hoe liefdevol en hoe zorgzaam deze twee mannen met kinderen kunnen omgaan. Op een bewonderenswaardige manier zijn ze op elkaar ingespeeld en slagen ze erin een huishouden met zes kinderen te runnen. Terwijl de een worstjes bakt, holt de ander achter de bolderkar aan. Terwijl de een de was van de lijn haalt, kalmeert de ander een nukkig kind. ’s Avonds zijn ze wel kapot, ja. En tijd voor elkaar? Nee, die is er niet.

Aangegrepen door een verhaal over instellingskinderen, boden Aad de Boo en Ron Dissel zich een vijftiental jaar geleden als vrijwilliger aan bij de dienst Jeugd en Gezin. Hun eerste poging om contact te krijgen met een instellingskind stuitte op verzet. “Zo’n kind zou toch wel erg schrikken als daar plots twee mannen stonden.” Een maatschappelijk werker bemiddelde, en de toen 14-jarige Huub bleek meteen dol op het lange haar van Aad. Huub is inmiddels 28, woont zelfstandig, maar komt nog regelmatig bij zijn twee vaders op bezoek. In de documentaire zie je hoe hij nu voor de spiegel zijn eigen lange haar staat te borstelen.

Ook de andere kinderen die sindsdien in het pleeggezin werden opgenomen, worden in beeld gebracht terwijl zorgzame handen hun haren kammen, knippen of vlechten. Na Huub, met zijn “beroerd verleden”, kwam de verstandelijk gehandicapte Michel. Later volgde de nu zevenjarige Michael, ook een verstandelijk gehandicapt kind. “Een kapotgemaakt mensje” toen hij als uk van anderhalf bij het koppel arriveerde, nu een flink maar nog steeds onvoorspelbaar kereltje. Vervolgens kwamen de baby’tjes Paula (nu vijf), Fons (drie) en Kelly (zes maanden): kinderen van dezelfde ouders, alledrie “verslaafd” geboren. De thuiskomst van de jongste, Kelly, werd op video vastgelegd. De ontroering, de verrukking, de omhelzingen en de aaitjes zijn dezelfde als in elk ander gezin waar een pasgeborene wordt verwelkomd.

Tijdens de hele uitzending is de baby wel ergens te zien: soezend op schoot, kraaiend onder vaderlijk geknuffel of genietend van stevige, behaarde armen die haar een badje geven. Geen mens die zich nog kan voorstellen dat Kelly ooit een “levenloos kind” was.

Aad en Ron zien pleegouderschap als gedeeld ouderschap: ze vinden het belangrijk dat “hun” kinderen hun biologische ouders kennen en ze in de mate van het mogelijke ook ontmoeten. We zien hoe ze met de drie kleinsten bij hen op bezoek gaan, hoe ze tactvol proberen die kinderen ervan te overtuigen hun ouders een zoen te geven, en hoe die kinderen daarna gauw hun mond afvegen. Vader en moeder zien er niet goed uit: mager, bevend en lijdend onder hun onmacht. Ook voor Aad en Ron is dit een penibele situatie. Bij het afscheid huilen ze allevier.

De ontmoeting tussen Michael en zijn moeder verloopt eveneens pijnlijk. Michael wil haar pas een zoen geven als hij met zijn linkerhand Ron en met zijn rechterhand Aad kan vasthouden. Ron vraagt de moeder of ze het goed zou vinden als Aad de voogdij over Michael krijgt. Ze gaat akkoord. Wanneer de maatschappelijk werkster de tekst voorleest waarin ze de pedagogische kwaliteiten van Aad en Ron prijst en voorstelt de voogdij over Michael aan hen over te dragen, schiet beider gemoed vol.

Wanneer later Michaels vader en oma terug bij zijn moeder zijn gaan wonen, verzetten die zich echter tegen deze regeling. De oma: “Ik heb liever dat het een vrouw en een man is.” Zijn vader: “Ik hou helemaal niet van homo’s.” Geen van beiden heeft de laatste jaren naar Michael omgekeken. In het hele huis kunnen ze geen foto van hem vinden. Ron en Aad proberen nu via een advocaat toch de voogdij over Michael te krijgen.

Eerder in het programma was hen gevraagd waarom ze pleegouders waren geworden. “Omdat het voldoening geeft kinderen zo te zien openbloeien”, antwoordden ze. Bovendien herkenden ze zichzelf als ze zagen hoe die kinderen vochten om erbij te horen. Ze hadden zelf ook altijd moeten vechten om geaccepteerd te worden.

Jo Blommaert Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content