Met een grote tentoonstelling in Parijs staat Picasso zeer in de belangstelling. Een pas verschenen boek belicht een ander aspect : de kunstenaar en de keuken.

Pol Moyaert

Over zijn scheiding van Olga Khoklova zegt Pablo Picasso aan een van zijn biografen : ?Wat wil je ? Zij houdt van thee, koekjes en kaviaar. En ik ? Ik hou van Catalaanse worsten en bonen.? Zo was het tijdens zijn armoedige bohémien-jaren en zo is het gebleven, ook toen hij wereldvermaard en rijk was geworden. Niet direct iemand om een culinair portret van te schilderen, maar toch is het dat wat Ermine Herscher in haar Dining with Picasso met boeiend resulaat gedaan heeft. Het boek met veel reproducties en recepten valt uiteen in drie ‘keukens’ : de Spaanse, de Parijse en die van ‘de Midi’.

In Barcelona schuift Picasso, hij is dan nog geen twintig, graag aan tafel in Els Quatre Gats, dé verzamelplaats van de jonge modernisten in de Catalaanse hoofdstad. Hij geniet er van baccalà, gezouten kabeljauw, vergezeld van samfaïna, een coulis van tomaat, ajuin, aubergine en paprika. Om zijn dagschotels te kunnen betalen, verkoopt hij dibujos fritos… gebakken schetsen. Het recept daarvoor gaat als volgt : zet een pan met olie op het vuur, smijt er een schets in en bak ze terwijl je goed opschudt ; de schets zal mooi sepia worden. Als de hoeken omkrullen, haal je de schets uit de pan ; ze zal er nu uitzien als een oud perkament. Picasso liet dan ook niet na bezoekers van Els Quatre Gats te wijzen op de antiekwaarde van wat hij aanbood. ?Al drupte er?, zoals hij zelf later schreef, ?de olie soms nog af?.

De eerste jaren van deze eeuw waren ook de eerste jaren van Picasso in Parijs. De jonge schilder deelt er een studio met de dichter Max Jacob. Op het dagelijks menu staan omeletten, bonen en worsten. Deze laatste zagen er wel even aantrekkelijk uit als de Catalan sobresadas die bij de Barcelonese slagers in de etalage hingen, maar daar hield de vergelijking op. Ze zaten, en dit was een anecdote over zijn arme jaren die Picasso later graag vertelde, ?zo vol vet en gas dat ze geregeld ontploften.? In het eethuis Lapin Agile kan hij in ruil voor wat muurschilderingen af en toe wat lekkerder eten. Zijn lievelingsgerecht daar was de crapiau, een dikke, heet geserveerde pannenkoek gevuld met spek, die toen twee Franse franken kostte.

De lente van 1906, Picasso is dan 25 jaar, is een keerpunt. Kunsthandelaar Ambroise Vollard koopt in één keer dertig schilderijen en betaalt daar 2000 FF voor. Pablo en zijn gezellin Fernande Olivier kunnen hun vrienden nu in plaats van kool en spek ware fiestas aanbieden met paella en riz à la Valenciennes. En ze worden nu ook gevraagd bij de excentrieke broer en zus Leo en Gertrude Stein, wiens feestjes culinair buitengewoon interessant worden als Alice Toklas met Gertrude gaat samenwonen. Speciaal ter ere van Picasso creëert Toklas een prachtige visbereiding : de gestreepte zeebaars. Een grafisch wondertje in geel, groen, wit en roze.

Onmiddellijk na de oorlog trekt Picasso naar het zuiden van Frankrijk, om er krachten op te doen. Hij vestigt zich in Vallauris dicht bij een pottenbakkerij. Het is daar dat hij zijn ceramieken borden begint te maken met tekeningen van vissen en natuurlijk ook worsten , soms zo levensecht dat ze van het bord lijken te springen. De schilder, ondertussen al vele malen van vrouw veranderd, is ook aan tafel de tirannieke man geworden die we kennen uit de biografie van Arianna Stassinopoulos. ?Als je naast hem zat?, vertelt de schrijfster Hélène Parmelin, ?dan laadde hij je bord helemaal vol. Hij wou dat je lekker vond wat hij lekker vond ; en hij dwong je het op te eten.? Geen fijnproever en waarschijnlijk geen aangenaam man, maar toch is Dining with Picasso een boek dat je zin geeft om een feestje aan te richten.

Ermine Herscher, Dining with Picasso, uitg. Pavilion, Londen, 192 pag., 998 fr.

De gestreepte vis van Alice Toklas (met eiwit, eigeel, peterselie en tomatenmayonaise) en een bord met worst en spiegeleieren van de meester zelf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content