Interieurarchitecte Ann Gryp vindt dat een koele eigentijdse vormgeving snel veroudert. Zij houdt meer van een ‘moderne harmonie’. Deze zestiende-eeuwse woning richtte ze in zonder snufjes en met liefde voor het oude pand.

De Westmeers in Brugge is een heel oude straat met nog behoorlijk wat middeleeuwse panden, letterlijk gelegen in de schaduw van het nieuwe Concertgebouw. Het was een volkswijk die na renovatie grondig werd opgewaardeerd. Precies door de jarenlange armoede die eraan voorafging, bleven veel stokoude huizen bewaard. Was er meer geld geweest, dan waren die in de loop van de twintigste eeuw verdwenen. Ooit zelfs stelde architect Huib Hoste, onder invloed van Le Corbusier, voor om de hele wijk af te breken en door sociale flatgebouwen te vervangen. De buurtbewoners zijn wat blij dat deze ingreep nooit werd uitgevoerd en vinden het oude gebouwenpatrimonium net erg gezellig.

Nood wordt deugd

Maar soms ligt het bewoonbaar maken van een dergelijk huis niet voor de hand. Veel panden zijn smal en donker. Dat is ook deels het geval met dit zestiende-eeuwse huis, waarvan de voorkamer duister is. De meeste architecten breken zo’n pand open met moderne nissen of ramen. Interieurarchitecte Ann Gryp bewijst dat dit niet nodig is en maakte van de nood een deugd : “De woonkamer beneden bleef een gezellige schelp, die met deuren afgesloten is van de rest van de woning. Alles werd in het werk gesteld om dat gevoel te optimaliseren : we bouwden bibliotheekkasten en een mooie haard, er is ook een klein en handig bureau waaraan de kinderen eventueel hun huiswerk kunnen maken. We zorgden er zelfs voor dat de ruimte gezellig ‘klinkt’, door de eikenplankenvloer ietsje te laten zweven zodat hij mooi hol klinkt als een traditionele plankenvloer.”

De haard staat op de plaats waar ooit een schouwmantel stond en wordt geflankeerd door traditionele glazen deuren. “Voor mij is het geen probleem dat ze wat ouderwets ogen”, zegt Ann. “Het hoeft er niet allemaal rabiaat hedendaags uit te zien om modern te zijn. In deze woonruimte roepen de perfecte proporties, de kleuren en een zekere kaalheid een moderne sfeer op. De ruimte verdraagt overigens niet veel meubels, vandaar die muurkasten. Die vind je trouwens in het hele huis terug, waar het mogelijk was hebben we ze ingebouwd. Ze zijn handig en mooi.”

De balken van de woonruimte, die heel donker getint waren, werden verbleekt. “We lieten ze zandstralen en hebben ze vervolgens gewit met een boenwas waarin kalk is opgelost. Zo blijven ze er nog wat ruw uitzien en blijft het middeleeuwse karakter van de woning bewaard. Maar we kozen wel voor moderne meubels, zoals de banken van Cappellini en een zetel van Paola Lenti. Persoonlijk vind ik designinterieurs die volledig met dergelijke meubels gestoffeerd zijn, niet boeiend. Ik durf gerust in een volledig moderne ambiance een oude tafel plaatsen. Maar hier, in dit oude huis, passen die strakke meubels net goed.”

Goed verouderen

Achter de woonkamer komen we in de keuken, de eethoek en de tuin, die al voor de komst van Ann Gryp waren afgewerkt. Haar aandacht ging daarom meer naar het voorhuis met de woonkamer en de verdieping met de slaapkamers. Onder de pannen werden twee kamers voor de jonge dochters ingericht.

Daaronder vinden we de slaapkamer van de ouders, die heel gezellig is, met mooie kleuren op de wanden en een handige douchecel en bad. De volledige toiletruimte is bekleed met zelliges (artisanale Marokkaanse tegels) uit de collectie van Dominique Desimpel (Knokke). “We hebben deze ruimte herverdeeld en opnieuw aangekleed. Op de muren was kunstvezel aangebracht. Die lieten we verwijderen. Ik vind dat materiaal op zich al niet mooi en het was echt storend in deze omgeving die al druk is door de vele houten constructies. Ik hou van effen geschilderde wanden, waarvan je hoogstens de borstelstreek mag zien. Ook alle balken werden blank geschilderd, ze waren heel donkerbruin. De sombere kleuren maakten dit interieur heel rustiek.”

Voor Ann Gryp moet de inrichting van een woning harmonieus zijn. Niet alleen de kleuren, ook de materialen moeten op elkaar afgestemd zijn. Voor haar heeft een hedendaags interieur niet noodzakelijk een extravagante of gezochte vormentaal, maar is het sober, ietwat strak en toch warm. “Zo’n huis is niet alleen menselijk door de maat of de sfeer, je mag er ook iets in laten rondslingeren. En je mag er iets nieuws in plaatsen. Veel moderne interieurs zijn te af, je kan er geen kunstwerk of object meer aan toevoegen. In die zin staat dit huis wel open voor de bewoners. Bovendien zal het nog mooier worden, want we gebruikten degelijke materialen die goed verouderen. Voor mij is dat van groot belang. Dus geen vloeren van laminaat en wanden met kunstvezel. Ik verkies echte pleister en heuse planken die er over twintig jaar nog mooier uitzien.” n

Tekst Piet Swimberghe l Foto’s Jan Verlinde

De balken van de woonruimte werden gezandstraald en gewit met een boenwas waarin kalk is opgelost. Zo blijven ze wat ruw en blijft het middeleeuwse karakter van de woning bewaard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content