EEN FLAT MET ‘ESPRIT COUTURE’

Edouard Vermeulen in de centrale living, bekleed met monumentale lambriseringen die het perspectief versterken. Objecten en bloemen, niet in overdaad, brengen accenten in de ruimte. © JAN VERLINDE

New York met een vleugje Parijs in Brussel : zo omschrijft couturier Edouard Vermeulen, de man achter Natan, het interieur van zijn flat aan de Vijvers van Elsene. Ingericht met dezelfde zin voor proportie, detail en elegantie als zijn modecreaties.

De omgeving van de Vijvers van Elsene is ongetwijfeld een van de mooiste plekken van Brussel om te wonen. Een groene oase, gelegen in een vallei achter de drukke Louizalaan, met sierlijke huizen in art nouveau en art deco, de stijlen van net voor en na de Eerste Wereldoorlog. Jaren geleden kocht Edouard Vermeulen, eigenaar en couturier van Natan, er een statig appartement in een neoklassiek stadshotel. Het werd ontworpen door architect Adrien Blomme, die ook het Wiels in Brussel tekende. “Deze stijl ligt me, zeker voor de stad”, zegt Vermeulen. “Voor een woning op het platteland verkies ik de architectuur van de achttiende eeuw, maar hier is art deco op zijn plaats.”

Niet dat Vermeulen veel thuis is, hij spendeert meer tijd in het atelier en kantoor van Natan op de Louizalaan. “Ik ben laat thuis en al vroeg weer weg. Ik heb hier in al die jaren nog nooit gekookt. Een plek om tot rust te komen heb ik niet nodig. Ik hou juist van de snelheid en dynamiek die eigen is aan de modewereld. Het geeft me de drive om te blijven doorgaan. Dat neemt niet weg dat ik mij graag omring door mooie dingen. Mijn leefruimte moet inspirerend zijn.”

KAMERS IN ENFILADE

Vermeulen trok de lijn van de architectuur van het pand door in zijn interieur, dat doet denken aan de salons van de Parijse modeontwerpers uit de jaren dertig en vijftig. Met veel neoklassieke stijlelementen en een surrealistische toets. De ruime flat is opgebouwd uit een enfilade van drie grote vertrekken : een eetkamer, een zitruimte en een grote bibliotheek. Het gevoel van ruimte wordt nog versterkt door de strakke belijning van de lambrisering. “Er hangt hier inderdaad een esprit couture”, zegt Vermeulen. “Toen ik het appartement kocht, was het helemaal vervallen. Het gebouw stond al zes jaar leeg, met uitzondering van wat krakers en duiven. We zijn bijna van nul begonnen, alleen een deel van de oude lambrisering hebben we bewaard. De rest heb ik in samenwerking met antiquair Michel Ceuterick laten bijmaken. Veel van mijn meubels komen van bij interieurdesigner Gert Voorjans. Hij heeft veel gevoel voor dat soort aparte dingen.”

“Een mooie boiserie geeft meteen karakter aan een interieur”, zegt de ontwerper. “Mijn voorliefde ervoor stamt uit mijn kindertijd, toen ik met mijn ouders regelmatig het prachtige hotel Merghelynck in Ieper bezocht, een museum vol prachtige lambriseringen uit de achttiende eeuw. Bij een boiserie gaat het om meer dan een wand bekleed met hout. Zo’n wand geeft proportie en structuur aan een ruimte. Twee vormelijke begrippen die ik ook in mijn couture nastreef. In een interieur zijn de lijnen die diepte, perspectief geven de belangrijkste. Met kleding is dat niet anders. Een kledingstuk is niet eendimensionaal : als je voor de spiegel staat, draai je toch ook rond om te kijken hoe je er van alle kanten uitziet. Een mooie belijning is daar dus net zo belangrijk.” Vermeulen hecht veel belang aan symmetrie, en het doorbreken ervan. “Te symmetrisch kan vervelend zijn. Voor de basis, oké. Ik vind bijvoorbeeld dat alle deuren dezelfde hoogte moeten hebben. Maar een interieur wordt pas geniaal als je ook wat buiten de lijntjes durft kleuren. Dat doe je door te spelen met objecten, zoals je dat in de mode met accessoires doet.”

HOUT EN ZIJDE

Accessoires. Het woord is gevallen. Edouard Vermeulen gebruikt het niet alleen als hij praat over mode (“een sobere jurk krijgt meer punch als je ze combineert met een paar pumps in Yves Klein-blauw”), maar ook met betrekking tot zijn interieur. Overal zie je mooie schalen en vazen. Tafels en bankjes hebben grappige dierenpootjes. “Ik koop graag in een opwelling, een coup de foudre, en dan krijgt dat object wel ergens een plaatsje. Accessoires zijn leuk om naar te kijken en zorgen voor leven in een interieur. Ik hou niet van drukte : behangpapier met een opvallend motief word ik snel beu. Ik hou van effen wanden, soms met een mooie patina, waardoor er meer ruimte is voor kleine versieringen. Maar het mag ook niet te druk worden, dan kan ik me niet concentreren. Ik denk dus goed na over waar ik iets hang of neerzet.” Een accessoire dat steeds zal terugkeren in Vermeulens interieur zijn bloemen. “Een huis zonder bloemen is een huis zonder leven. Dat moeten niet altijd grote boeketten zijn, één simpele tak, zoals een orchidee, kan al genoeg zijn.”

Nog een stokpaardje van Vermeulen zijn mooie materialen. “Ze zijn de basis van alles”, zegt hij. Hoe eenvoudiger een interieur, hoe meer je op de afwerking en uitvoering gaat letten. Mooie materialen word je ook nooit beu, die zijn tijdloos. Voor mijn interieur is hout hét basismateriaal, voor Natan werk ik het liefst met zijde.”

Ook in zijn kleurgebruik houdt Vermeulen van een neutrale basis, aangevuld met kleurvolle accenten. “Ik spring niet te kwistig om met kleur”, stelt hij. “Ik vertrek graag van een basistint : een soort perkamentachtig gebroken wit voor mijn interieur, opgefrist met kussens en kunstwerken ; en nude voor mijn couture. Ik gebruik wel meer kleur dan vroeger. Zelf hou ik van zwart en wit, maar dat zijn geen commerciële tinten voor feestkledij. Oranje bijvoorbeeld, is bij Natan een van de best verkopende kleuren. Volgend seizoen combineren we nude met warm geel.”

EEN SIERLIJKE MINIMALIST

Symmetrie, harmonie, hout. Combineer dat met de neoklassieke art-decostijl van het pand en je komt uit bij Vermeulens favoriete decorateur : Jean-Michel Frank. De Franse interieur- en meubelontwerper, een sierlijke minimalist, ontwierp begin twintigste eeuw exquise interieurs voor onder andere de families Rockefeller, Guerlain en de Noailles. Zo lijkt de eetkamer van Vermeulen sprekend op het salon dat de graaf en gravin de Noailles – destijds vermaarde kunstmecenassen – ooit in hun Parijse stadshotel lieten inrichten door Frank. “Hun wanden waren afgewerkt met perkament, hier heb ik alles in trompe-l’oeil laten schilderen. Mijn interieur is inderdaad een beetje een hommage aan Frank, die ik, evenals veel van zijn tijdgenoten, zoals Paul Dupré-Lafon, bewonder. Hun stijl was zo elegant. En elegantie staat voor mij synoniem met chic.”

DOOR ELLEN DE WOLF EN PIET SWIMBERGHE & FOTO’S JAN VERLINDE

“In een interieur zijn de lijnen die diepte, perspectief geven de belangrijkste. Met kleding is dat niet anders”

“Een interieur wordt pas ‘geniaal’ als je buiten de lijntjes durft te kleuren. Dat doe je door te spelen met objecten, zoals je dat in de mode met accessoires doet”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content