In Grimbergen staat in een typisch Vlaamse verkaveling een woning, die zeer Californisch aandoet. Buurtbewoners vinden dat het huis er niet op zijn plek staat. De architect vindt van wel.

Bruno Peeters studeerde in 1993 als architect af met een eindwerk over Japan. Hij kreeg trouwens een Europalia Nippon Kinen, een werkbeurs bij het bureau van Kisho Kurokawa. Na die stage bleef hij een tijd aan de slag in Japan. Enkele jaren later nam hij deel aan een stedenbouwkundig onderzoek aan de universiteit van Tokio.

Bij Kisho Kurokawa kreeg Peeters onder meer de kleinste opdracht onder zijn hoede : de uitbreiding van het Van Gogh Museum in Amsterdam. Kurokawa is bij ons vooral bekend om de Nakagin Capsule Tower, een gebouw dat bij velen tot de verbeelding spreekt en begrepen moet worden binnen de ’theorie van het metabolisme’, waar de architect vooral in de jaren zestig en zeventig mee bezig was. Vandaag gaat zijn queeste verder en is hij vooral geïnteresseerd in een ‘symbiotische architectuur’, hij gelooft dat tegengestelden ook tot een harmonieus geheel samengebracht kunnen worden. Eigenlijk is het een terugkeer naar zijn Japanse wortels, Kurokawa heeft een heel bijzondere opvoeding gehad aan een aantal boeddhistische scholen, voor hij architect werd.

“Veel mensen denken bij Kurokawa alleen maar aan de Capsuletoren. Ik vermoed dat het ermee te maken heeft dat hij in West-Europa niet zoveel heeft gebouwd, en zijn realisaties ogen niet spectaculair, zijn vormentaal is niet meteen herkenbaar. Een Tadao Ando herken je meteen, bij Kurokawa heeft architectuur weinig met voorspelbare vormen te maken. Het Van Gogh Museum bijvoorbeeld zit voor zeventig procent onder de grond.”

“De verdiensten van Kurokawa liggen op een ander niveau. Hij heeft veel gepubliceerd en zijn belangrijkste projecten zijn stedenbouwkundige onderzoeken op metaschaal. Zo is hij betrokken bij het ontwerp van de nieuwe hoofdstad van Kazachstan. Dit is een zeer complex dossier, waar uiteraard veel internationale belangen komen bij kijken, gezien de grote, onontgonnen oliereserves van het land. Het bureau is ook aan het werk in China, in de Pearl River Delta. Omdat die projecten zeer grootschalig zijn en op lange termijn gepland worden, moeten ze ook aanpasbaar zijn en dan komen we weer terug bij de beginselen van het metabolisme, waar Kurokawa veertig jaar geleden bekendheid mee verwierf. Zelf voel ik daar weinig verwantschap mee. Het concept van symbiose spreekt me veel meer aan.”

AANVAARD DE CHAOS

“Het is ook binnen die opvatting dat ik de woning in Grimbergen, samen met Peter Verlinden, heb ontworpen. De opdrachtgevers wilden een zomerhuis dat een Californisch gevoel opwekte. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn. En dat dit huis niet in de Vlaamse verkaveling zou passen, is kortzichtig. Als we alles moeten bouwen vanuit een dwangidee van een ‘Vlaamse context’, dan zal elke vorm van individualisme en creativiteit snel zoek raken. In Japan bijvoorbeeld heb je veel prachtige tuinen, maar toeristen ergeren zich vaak aan de neonreclames die op de achtergrond opdoemen. Mij stoort dat niet meer en voor Japanners is dat heel gewoon. Europeanen hebben nog sterk die drang om alles op elkaar af te stemmen, een beetje een obsessie om alles ‘juist’ te doen.”

“In Japan heeft men de chaos, waarin de wereld zich vandaag bevindt, aanvaard. En in die chaos probeert iedereen het beste van zichzelf te geven. Of een bepaalde architectuur in zijn omgeving past, is voor hen niet de vraag. Zij gaan zich toeleggen op het creëren van een ideale woonplek.”

“Een andere moeilijkheid bij deze woning was de constructie zelf, eigenlijk is het bijna niet meer van deze tijd om in een op maat gemaakte afwerking te voorzien. Weinig aannemers kunnen het werk in zijn totaliteit nog aan. De hedendaagse bouwprincipes zijn gebaseerd op standaardisatie, wanneer je het als architect anders wilt doen, lijkt dat niet te lukken. Ik zou het liefst een vliegtuig Japanners charteren, die het met hun gevoel van trots en vakmanschap het beste leveren, en een perfect product kunnen afwerken.”

Bruno Peeters gaat in zijn ontwerpproces zeer specifiek te werk, wat soms moeilijkheden geeft bij de uitvoering. Hij ziet architectuur en interieur als één geheel. De organisatie en het ontwerp van de woning zijn gebaseerd op een denkwijze die je ook terugvindt in de traditionele Japanse architectuur. Hij legt zichzelf een aantal parameters op – voortvloeiend uit de vragen en wensen van de klant – waarmee hij gaat puzzelen. In Grimbergen vertrok hij van de functionele volumen, zoals de keuken, zitkamer, studeerkamer…, die hij op een bepaalde manier rangschikt. Die volumen hebben een vooraf bepaalde vorm en eigen materialen. Zo kom je tot een in elkaar geschoven blokkentoren. Een beetje zoals de Capsuletoren ?

“Nee, in de vorm kun je misschien gelijkenissen zien, maar het concept is totaal anders. Het basisidee van de Capsule Tower is dat de capsules, die aan een centrale, verticale as van het gebouw bevestigd zitten, weggehaald of verplaatst of elders hergebruikt kunnen worden. Het ontwerp in Grimbergen is helemaal anders. Als de opdrachtgever niet akkoord gaat met zelfs maar een onderdeel van het ontwerp, dan moet ik als het ware van voren af aan beginnen. In het hele ontwerp zit een specifieke asymmetrie, alle volumen en vlakken staan in een bepaalde verhouding tot elkaar, ik kan niet zomaar een muur verplaatsen zonder het hele puzzelwerk over te doen.”

DE KUBUS VAN RUBIK

Waarom het jezelf zo moeilijk maken ? “Ik vind dit niet moeilijk. Het huis is als een ideaal, op maat gemaakt meubel waarin geleefd kan worden. Op deze manier kom je tot een antwoord op de specifieke wensen van de opdrachtgever.”

Bij een eerste bezoek ervaar je het huis als een harmonieus geheel. Na enige tijd worden ongewone doorzichten en details duidelijk. Omdat het grondplan als een soort kubus van Rubik in elkaar zit, krijg je er niet meteen vat op. Net dat maakt de beleving van de architectuur spannend. Via de hoofdingang, die zich in de sokkel van het gebouw bevindt, onderga je een wandeling die je geleidelijk dichter bij de privézones brengt. Het is als een verhaal dat langzaam zichzelf vertelt. Ook dat is een typisch Japanse manier van werken. “Zowel het huis als de tuin is in die geest opgevat. Het omliggende groen heb ik in ’tuinkamers’ opgedeeld, die elk een andere functie hebben. Samen met een botanicus, Jan Minne, hebben we de planten gekozen. Om de Californische sfeer ook hier te benadrukken, hebben we gekozen voor een vegetatie die nooit zwaar aandoet, met onder meer eucalyptus. Aanvankelijk wilden de bewoners een beplanting die het huis en de tuin van de omgeving zou afsluiten. Ik heb ze kunnen overtuigen dat dit niet nodig is. De onmiddellijke ervaring wordt gecreëerd door de tuin, de achtergrond wordt gevormd door de omliggende traditionele Vlaamse villa’s. We zijn hier niet in Los Angeles, maar in Grimbergen.”

“Jammer genoeg zijn dergelijke opdrachtgevers, met een brede visie, niet dik bezaaid. Ik vind het essentieel om te kunnen werken voor mensen die willen investeren in architectuur. Dat vergt soms veel geduld, voor deze woning hebben we met een dertigtal kleine aannemers gewerkt. Dat lijkt misschien archaïsch, maar het is wel de enige manier om dit soort architectuur binnen een redelijk budget te realiseren. Omdat de voorkeur ging naar natuursteen zocht ik een redelijke prijs. Alles is via de nv van de opdrachtgever rechtstreeks in Bulgarije besteld. Dat maakte het ook mogelijk om uitzonderlijke formaten te gebruiken, het marmer kwam toch recht uit de groeve. Op deze manier bouwen is niet evident in Vlaanderen, maar ik blijf me verzetten tegen de standaardisatie die alleen middelmatigheid in de hand werkt.”

Behalve met woningen ontwerpen is Bruno Peeters ook bezig met urbanisatie. Samen met Huug Lemmens is hij verantwoordelijk voor een aantal stedenbouwkundige projecten. “De ontwikkeling in Vlaanderen is een boeiende afspiegeling van vooral sociaaleconomische factoren, gekoppeld aan de ‘bouwdrift’ van de meeste Belgen, een combinatie die je in Japan ook aantreft. De Japanse ervaring is dus relevant. Als je Vlaanderen bekijkt door de Japanse bril, is het structuurplan soms een politiek correct dwangidee. De Japanse aanpak, geloof ik, kan ons nog veel leren.”

Vanuit die overtuiging is Peeters ook de drijvende kracht achter een uitwisselingsprogramma voor Belgische en Japanse architectuur- en stedenbouwstudenten, een samenwerking tussen het Sint-Lucasinstituut en de universiteit van Tokio. “Ik geloof dat het belangrijk is om aan jonge mensen duidelijk te maken dat ze moeten vertrekken vanuit de bestaande situatie, hoe chaotisch die ook mag zijn. Als je niet positief aan de slag kunt gaan vanuit de bestaande Vlaamse situatie, dan moet je er simpelweg niet aan beginnen in dit land.”

OWI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content