Dat het een natte winter geweest is, weet ik nu wel zeker. Dat zit zo : van foto’s op het internet had ik afgeleid dat mijn yucca (palmlelie) van het winterharde type was. En ja hoor, hij hield het de hele winter goed vol buiten. Tot het begon te sneeuwen. Dat zorgde voor een feeëriek wit laagje op de groene stekels, maar nu is wel twee derde van de plant rot. Niet te koud, wel te nat, dus.

Terwijl ik de rest van die yucca probeer te redden, neem ik me voor om meer te leren over planten en bloemen. Het boek The armchair naturalist, how to be good at nature without really trying lijkt een ideale start (groentips p. 33). En ik ben niet de enige die daar zo over denkt. De auteur van het boek, Johnson P. Johnson, werd eind maart nog gevraagd om te spreken voor The School of Life, waar experts to the point antwoord geven op prangende levensvragen van de eenentwintigste-eeuwse Londenaar.

“Al beheer je nog zo veel bossen en reservaten, ook stadsmussen moet je groen gunnen”, zegt Marleen Evenepoel ( Inzicht p. 28). En zij kan daar voor zorgen, want ze staat aan het hoofd van het Agentschap voor Natuur en Bos. “Groen brengt geluk in je hoofd. Je moet geen genie zijn om dat te weten. Er zijn trouwens studies die dat staven”, stelt zij. Wij geven alvast enkele tips voor ‘groen geluk’ in de stad : plekken om op te zoeken, of tips om zelf snel en eenvoudig groen te creëren ( Groen Geluk p. 31).

Ik doe mijn best met mijn eigen terrasplanten. Sommige daarvan komen gewoon van de markt. Maar de meeste heb ik gekregen en die vind ik het mooist : een agave en een bananenplant van opa, buxussen en blauwe regen uit mijn ouderlijke tuin, of de naar boenwas geurende geranium meegebracht van op vakantie. Sinds een paar weken staat er ook een emmer met meiklokjes. Die bracht ik met zware kleigrond en al over van het erf van mijn grootmoeder naar mijn enkele vierkante meters grote bankiraiterras. Magisch vind ik ze nu, elke ochtend opnieuw. Zelfs al hou ik niet van die muguet-geur.

Ik begrijp journalist en fotograaf Jean-Pierre Gabriel wel. Hij circuleert voor tuin-, design-, architectuur- en gastronomieverhalen soms in de meest mondaine kringen van Europa en elders. Maar als hij op een vroege zomerochtend een koe kan fotograferen in Oostkerke, is hij ontroerd. Het beeld is de cover van zijn nieuwe boek over Belgische tuinen ( Niet de Provence p. 50).

Hoewel mijn eigen kennis beperkt is, is mijn enthousiasme voor planten groot. Dus probeer ik zelfs de minst ‘groene vingers’ onder mijn vrienden aan te moedigen. Dan breng ik hen een stekje van mijn Crassula arborescens. Die vetplant is ideaal voor beginners : ze vraagt weinig aandacht, groeit snel en is in vrijwel elk interieur te integreren. Bovendien wordt ze ook soms ‘geldboom’ genoemd. En wie, plantenliefhebber of niet, wil dat anno 2009 nu niet in huis ?

Reacties : leen.creve@knack.be

Door Leen Creve, redacteur Wonen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content