Eén herenhuis, twee architecten, drie appartementen, het zou als optelsom een waslijst problemen kunnen opleveren. Het resultaat in Utrecht toont echter eenheid in verscheidenheid.

Een goede samenwerking tussen opdrachtgever en plannenmaker geeft interessante woonresultaten. Zeker als, zoals bij dit project, er een nauw overleg is tussen architect en interieurontwerper. Maar complexer wordt het als zich aan de overkant van de tafel drie opdrachtgevers melden in plaats van één. En alle drie met een creatieve achtergrond. Aan de Utrechtse Wittevrouwensingel werd een voormalig historisch gerechtsgebouw verbouwd tot drie individuele appartementen. De hechte samenlevingsvorm van de bewoners, Didier Prince, Frank Bottema en Anke Dengel, Tirso Francés en Katia Lucas, een groep Utrechtse vrienden met jonge kinderen, Tibe en Luca-Isa, maakte van het project bovendien een oefening in democratie, want hun dagelijkse en zakelijke leven is nauw met elkaar verbonden. Ze eten vaak samen, passen op elkaars kinderen en plannen veelal gezamenlijke activiteiten, dat wilden ze ook graag in hun huis weerspiegeld zien.

Interieurarchitect Remy Meijers, van Per stuk in Utrecht, werd als eerste door de bewoners benaderd, maar hij zocht vanwege de complexe renovatie en verbouwing contact met architect en stadsgenoot Erik Meulenbelt van Naked Architecture. Samen gingen zij aan de slag voor wat een architectonische drie-eenheid moest worden.

Remy Meijers : “Het project startte ongeveer twee jaar geleden toen Didier Prince, mede-eigenaar van het pand en bewoner van de tweede verdieping, bij mij aanklopte voor een interieuradvies. Oorspronkelijk betrof het alleen zijn eigen appartement. Hij was gecharmeerd door een interieurreportage over mijn stadsappartement in Eigen huis & Interieur. Tijdens onze eerste ontmoeting was ook zijn vriend Tirso Francés erbij, eigenaar van het dakappartement, en die raakte tijdens het gesprek ook geïnteresseerd. Op deze manier werd het dus een tweeledige opdracht. Frank en Anke waren toen nog niet bij het project betrokken. Zij hebben als laatsten de benedenverdieping en de eerste verdieping gekocht. Voor hen is de oordeelkundige splitsing van het pand en het daaruit voortvloeiende ontwerp, uitgevoerd door architect Erik Meulenbelt, bepalend geweest voor hun interieur.”

Erik Meulenbelt : “Die kadastrale splitsing was noodzakelijk om er drie individuele appartementen van te maken. Bovendien moest het hele pand voldoen aan alle stedenbouwkundige regels. Die twee facetten nam ik voor mijn rekening, uiteraard in overleg met Remy, die als interieurarchitect voortbouwde op die basis voor de drie wooneenheden. Daarom gebeurde de eerste ontwerpsessie ook met zijn tweeën. De integratie van architectuur en interieur verliep optimaal.”

Remy Meijers : “Je haalt op zo’n manier ook meer uit een project. Ieder heeft vanuit zijn eigen vakgebied een visie die verrijkend en complementair kan zijn voor de ander. Soms gebeurt het ook niet, als een interieurproject te klein van schaal is. Bij grote projecten is zo’n samenwerking eigenlijk essentieel. Maar het klikte ook goed met Didier Prince, zelf creatief adviseur. Met hem heeft Per stuk, bestaande uit mijzelf en Teus Kerkhof, het afgelopen jaar in teamverband de concepten en de interieurs van het Polman’s Huis en restaurant Luce in Utrecht afgeleverd en het nieuwe interieur van conferentiecentrum De Queeste in Leusden.”

“Onze vormentaal mag dan iets soberder zijn dan die van Didier, in de detaillering is hij weer ‘menselijker’. Kenmerkend voor de interieurs van Per stuk is dat onze ruimten vaak ‘warmte’ meekrijgen vanuit onze architectonische aanpak van het interieur. Bij Didiers appartement zie je dat de ‘warmte’ meer vanuit zijn persoonlijke toevoegingen komt.”

Didier Prince : “Ik was al lang op zoek naar een andere vorm van wonen. Een woonvorm die gemeenschappelijkheid combi- neert met individualiteit. Na jaren waarin onze maatschappij het individu bejubelt, vond ik dat de tijd rijp was om een andere weg in te slaan. We zijn een beetje het gevoel kwijt dat sámen zijn belangrijk is. En wat dat voor positieve energie kan geven, of het nou een vriendengroep is of een aantal mensen dat in een huis samenwoont. In woonprojecten mis ik vaak de menselijke ontwikkeling, de feedback, maar ook de confrontatie met elkaar.”

“Uiteindelijk vond ik Tirso en Katia en later Frank en Anke bereid om het actief te proberen. Het liefst hadden we nog een extra vertrek gehad als neutrale gemeenschapsruimte, iets wat van iedereen zou zijn. Maar ook dit huis kent zijn beperking. Dat zal dan ook een van de belangrijkste voorwaarden zijn voor onze toekomstplannen in het buitenland. We zijn al op zoek naar een landgoed in België of Frankrijk om dat te realiseren. Laatst zagen we een oud kasteeltje in België met verscheidene kleine gebouwen, zodat we met nog meer mensen zouden kunnen samenwonen. Dat zou perfect ons nieuwe onderkomen kunnen worden, ooit.”

Geen plaatsverspilling

Het historische gebouw aan de Utrechtse Wittevrouwensingel, met zijn karakteristieke gevel telde vier verdiepingen, met een centraal trappenhuis. Dat trappenhuis is opnieuw gebruikt voor de drie toegangen van de appartementen, alleen de plek is veranderd. Een centrale toegang op de oude plek in het pand zou volgens de Nederlandse bouwregels te veel vierkante meters ‘verspillen’. Er werd daarom beslist om de entree meer naar de voorgevel te verleggen. Nu kom je bij alle appartementen binnen in het keukengebied, en daar was ook voldoende plek voor het toilet. Die ruimtelijke oplossing gaf voldoende vrijheid voor het woongedeelte, en de grote open ruimte is nu flexibel indeelbaar. Zowel bij Didier en Tirso en Katia zijn daartoe muurvlakken vrijgehouden die gebruikt kunnen worden voor een kastenwand. Zo werd essentiële bergruimte gecreëerd. Door de intensieve samenwerking en ruimteplanning van Remy Meijers en Erik Meulenbelt konden vooraf alle ruimten optimaal bepaald worden. Zo kwamen de drie badkamers precies boven elkaar te liggen. En dat geldt ook voor de keukens. Zoiets bespaart essentiële ruimte, leidingen zijn makkelijk weg te werken in wanden. Vaak stoot je in de huidige woningbouw op het feit dat de leidingen de interieurindeling bepalen, dat ze een sta-in-de-weg zijn.

Erik Meulenbelt : “Het is verrassend om te zien dat de drie appartementen na de ingreep toch een individuele sfeer hebben gekregen. Op de zolder bij Tirso en Katia zijn de balken zeer bepalend voor de sfeer. Bij Didier is de maat opvallend, maar ook de geweldige lichtinval. En bij Frank en Anke speelt de steektrap een hoofdrol als interieurelement. Maar alle verdiepingen hebben ruimtelijkheid meegekregen, door de diagonale perspectieven. De forse verhoudingen en de flexibiliteit van het interieur geven bovendien een zeker ‘loftgevoel’.” n

Tekst Marc Heldens I Foto’s René Gonkel

“Ik was al lang op zoek naar een andere vorm van wonen. Een woonvorm die gemeenschappelijkheid combineert met individualiteit.”

“Met zijn tweeën haal je meer uit een project. De integratie van architectuur en interieur verliep hier optimaal.”

“Het liefst hadden we nog een extra vertrek gehad als neutrale gemeenschapsruimte, iets wat van iedereen zou zijn. Maar ook dit huis kent zijn beperking.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content