Als er één kledingstuk niet uit onze garderobe weg te denken valt, moeten het wel de jeans zijn. Ze zijn letterlijk onverslijtbaar in het modebeeld, ook als de catwalks in Milaan en Parijs anders suggereren. Tegelijkertijd ligt de lat hoger dan ooit voor jeansfabrikanten : iets wat zo alomtegenwoordig is als denim, wordt immers algauw banaal. De experimenten met nieuwe wassingen enkele jaren geleden, waren dan ook slechts een begin. Terwijl onze voorkeur stilaan omslaat naar ongewassen donkerblauw denim, worden jeans op honderd en één manieren uit de blauwe massa getild. De een zoekt zijn heil in de archieven, een ander opent een jeanswinkel zonder voorgaande, om maar te zwijgen van het gegoochel met ontwerpersnamen en Hollywoodbabes. Daarom, zonder verpinken, de opmerkelijkste nieuwigheden uit weer een blauw seizoen.

PIONIERSWERK

Clement Peerens & Co maakten de vraag onsterfelijk in een hilarische culthit, maar voor vele vrouwen is ze bittere ernst in het pashokje. Om maar te zwijgen van aanverwante existentiële kledingkwesties als “Welke jeans past bij mijn poep ?” en “Welke broek flatteert mijn billen ?” Tijd voor een vergelijkend onderzoek, dachten de Schotse wetenschappers van de School of Textiles and Design in Edinburgh, een afdeling van de Heriot-Watt University. Hun opzet is even hilarisch als pienter : een jury van vijftig achterwerkkenners mag de derrières van vier vrouwen in verschillende broeken keuren. Zo willen ze achterhalen hoe zomen, achterzakken, motiefjes, kleuren, pasvorm en stoffen de ‘kontperceptie’ beïnvloeden. Die informatie moet tips opleveren voor broekontwerpers en -consumenten.

Projectleidster, professor textieltechnologie Lisa Macintyre haast zich met excuses : “Er zijn uiteraard stylisten, designers en kleermakers die perfect weten hoe ze een achterwerk er beter kunnen laten uitzien. Ik wil hun talent en ervaring niet ondermijnen. Ik wil enkel voor onwetenden een checklist opstellen met aspecten waar ze op moeten letten.” In afwachting van de resultaten kunt u zich ook zelf aan een minionderzoek wagen : installeer u op een terrasje, evalueer de voorbijkomende derrières op vorm en kruip desnoods naderbij om de details te bestuderen. Zonodig hebt u alvast een antwoord klaar : “Het is in naam van de wetenschap.”

Thijs Demeulemeester

Armani voor de werknemers

Hoera voor Giorgio Armani ! Zijn Armani Jeans lijn bestaat inmiddels 25 jaar – dat maakt van de modekoning een pionier inzake designerdenim. “Denim, oorspronkelijk een Amerikaanse werkmansoutfit, staat voor vrijheid en democratie in de mode”, zegt Armani. “Mijn jeanscollectie was daar het Europese, sexy, sportieve en modieuze antwoord op.” Het geheim van het succes zit volgens de man zelf in de look (“Comfortabel, maar lichaamsbewust”), al speelt ook de uitgekiende marketing een rol. Zo was Armani Jeans van meet af aan ook te koop in ‘democratischer’ ogende kledingwinkels. En het overbekende merklogo (een arend met gespreide vleugels) is behoorlijk opzichtig, zeker als u weet dat Armani daar in zijn catwalkcollecties veeleer discreet mee omspringt.

In de nieuwe herfst- en wintercollectie figureert naast die arend ook een tijgerwelpje, de mascotte van de eerste reclamecampagne uit 1981. Tot zover de nostalgie, want met onder meer parka’s met geanodiseerde ritsen, blousons in transparant nylon en stukken in hennep, glanzend lycra of metaaldraad is de collectie allesbehalve retro. Zowel vrouwelijke als mannelijke Armanivolgelingen kunnen op twee oren slapen. (TD)

Info : www.armanijeans.com

Hoger ligtde hemel

Lee Cooper boerde de laatste jaren minder en minder goed. Het Britse jeansmerk, opgericht in 1908 en daarmee het oudste van Europa, kampte met een slinkende verkoop en een imagoprobleem. Het merk wil zich nu hoger positioneren – een populaire strategie in de denimsector – en verwacht veel van Lee Cooper Platinum, een nieuwe jongerencollectie die het merk moet binnenloodsen in hippere milieus. Daarvoor steunt het label op de kwaliteiten van jeansontwerper Tim Browne. Hij zette de stoere denims naar zijn hand met heraldische insignes, extreme wassingen en gedurfde pasvormen. Browne is geen nieuwkomer in de sector. Hij verdiende zijn strepen onder meer bij Pepe Jeans, Caterpillar en Ben Sherman.

Op de exclusieve Platinum lanceerparty in Parijs waar we hem ontmoeten, lijkt Browne echter vooral geïnteresseerd in de bar. Gevraagd of Platinum mikt op het publiek van Victoria Beckhams jeanscollectie, luidt zijn spontane reactie : “Zij maakt geen fucking jeans, man, dat zijn gewoon schandalig dure vodden. Ik wil niet dat je ons daarmee associeert, oké ?” Begrepen, Tim. En designerjeans mogen we Platinum ook al niet noemen : “Nee, het is jeans, gemaakt door een designer, you see ?”

Onduidelijkheid troef dus. Wie deze collectie in de toekomst zal ontwerpen is trouwens nog een vraagteken, al valt in de coulissen wel de naam Vivienne Westwood te horen. Voor het ogenblik zijn we wel erg te spreken over de Platinumdenims : ze zijn knap afgewerkt en zitten perfect door hun Xfit-stretchstof op basis van Lycra. De rest van de collectie – onder meer hemden, T-shirts, topjes en accessoires – is echter behoorlijk afgelikt en is volgens ons enkel geschikt om mee uit te pakken in het nachtleven. Met Platinum waagt Lee Cooper zich in een hoger marktsegment : een jeans kost tussen 120 en 160 euro. Spraakmakende lanceerfeestjes organiseren lukt alvast. (TD)

Info : 02 520 59 80, www.leecooper.com 1. 4.2.5.

(WD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content