Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

“Wij maken een luxeprodukt, gespecializeerd en verfijnd. Als een Rolls Royce, “

zegt John Hlustik van Edward Green. “Wij bieden uitstekende kwaliteit en

duurzaamheid, aan een goede prijs, als een Mercedes Diesel, ” zegt George Steyns

van Ambiorix. Een gesprek dat uitsluitend over schoenen gaat.

LENE KEMPS

EDWARD GREEN MEESTERSCHOENMAKER VOOR DE ELITE

De titel klinkt een tikje pretentieus en zwaar, maar John Hlustik, de man achter Edward Green kan hem waarmaken. Zijn firma produceert amper 600 paar schoenen per week. Meer willen ze niet. “We zijn niet goed in grote hoeveelheden of snel werk, ” zegt Hlustik. “We make beautiful shoes, slowly. “

De produktie van één paar duurt zes weken, de schoen blijft ongeveer drie weken op de leest. Het produktieproces telt 200 verschillende stadia. Het naaien en knippen van het bovenwerk gebeurt met de hand. Voor sommige modellen maakt de werker zelf het garen waarmee hij de onderdelen aan elkaar zet. Andere keren gebruikt hij een haar van een Chinees varken in plaats van een naald om de naden mooi te krijgen. Geen computergestuurd knipsysteem in zicht. De weinige machines die er staan, dateren uit de jaren veertig. “Die oude spullen zijn gewoon beter, ” zegt Hlustik.

Edward Green heeft nog steeds het kontrakt om de laarzen voor Her Majesty The Queen’s Household Cavalry te leveren, aan een tempo van vier paar per week. “We zijn goed in boots, dat blijkt uit de archieven, ” zegt Hlustik. “Vliegenierslaarzen, rijlaarzen, kavalerielaarzen, pololaarzen… Een heer van rond de eeuwwisseling kende maar een naam : Edward Green. “

Het merk ligt in zeven eigen winkels (Londen, Parijs, New York…) en in honderd andere zaken wereldwijd ; meestal traditionele herenzaken. “We selekteren onze verkooppunten zorgvuldig, ” zegt Hlustik. “Vooral als het om kledingzaken gaat. Zij hebben de neiging om schoenen louter als dekoratie te gebruiken, zoals je een plant in de etalage zet. Maar met Degand in Brussel werken we al vijf jaar goed samen. Hun afdeling is uitstekend. ” Bij Degand gaan er per jaar ongeveer 300 paar Edward Greens over de toonbank, hij heeft er permanent zo’n 250 in stock. “Echt goede schoenen koester je, ” zegt Pierre Degand. “Wanneer een man schoenen vindt die makkelijk zitten, blijft hij die heel zijn leven trouw. Edward Green is zo’n merk. Wie er eenmaal mee begint, blijft terugkomen. Hun uitgebreide keuze in zowel lengte- als breedtematen maakt dat zelfs mannen met “moeilijke” voeten tevreden zijn. “

Toen Hlustik in 1983 Edward Green overnam, zat het bedrijf in een benarde positie. “Het was een prachtige firma met meer dan honderd jaar traditie en kennis, maar ze gingen snel bergaf, ” zegt Hlustik. “Ze wilden konkurreren met merken als Church’s, wat onbegonnen werk is voor zo’n kleine fabriek. Ik besloot dat we op de hoogste kwaliteit moesten mikken en op een traditionele look. Nu maken we weer schoenen die nauwelijks verschillen van die van honderd jaar geleden. ” Over de reden waarom Hlustik voor een upmarket positionering koos, kan hij kort zijn : “Het is de enige positie die ik fijn vind. Ik hou alleen maar van luxeprodukten. “

Door de manier waarop hij van Edward Green snel en beslist een gevestigde naam heeft weten te maken, wordt John Hlustik in de schoenindustrie als een kleurrijke figuur bestempeld. “Dat betekent dan alleen maar dat de anderen ontzettend grijs zijn, ” zegt John. Hij is altijd ontwerper voor internationale schoenmerken geweest, een volgens hem zeer frustrerende bezigheid. “Je tekent een Arabische volbloed en aan het eind van het proces zie je een muilezel met drie poten. ” Vandaar zijn droom een eigen fabriek te bezitten en alle stadia van het produktieproces te kontroleren. “Ik bezocht de ateliers van Edward Green en werd verliefd op de geur, ” zegt hij. “Nog voor ik de fabriek binnenwandelde, had ik ze in mijn hoofd al gekocht. Problemen met banken en arbeiders inbegrepen. ” Van vrouwenschoenen naar mannenstappers. “Van een cake, naar een car, ” zegt Hlustik. “Vrouwenschoenen maak je als taarten, met een beetje versiering erbovenop. Mannenschoenen zijn als wagens : een en al konstruktie en stevigheid. “

John Hlustik moest met Edward Green letterlijk van nul vertrekken. Toen hij de zaak overnam, was er nog één enkele klant en die zei aan de telefoon : no more shoes please. “Het produkt was de laatste jaren zo afgezwakt dat niemand het nog wilde, ” zegt hij. “Mijn eerste prioriteit was dus : de kwaliteit opdrijven. De arbeiders, de vaklui waren daarin de belangrijkste schakel. We moesten hun houding tegenover het produkt veranderen. Ze moesten weer trots worden op hun ambacht en voldoening vinden in het feit een perfekt afgewerkte schoen te leveren. Twintig procent van de mensen heb ik moeten laten gaan, met de rest hebben we verder gewerkt. Ik moest ook kompleet nieuwe leveranciers zoeken, want ik was het helemaal niet eens met de keuze van het leer dat vroeger werd gebruikt. Ik wilde enkel met het fijnste en soepelste kalfsleer werken, niet met dikke vellen. “

Met de eerste kollektie ging Hlustik zelf de winkels langs. Veertien koffers vol schoenen. “Je moet elke winkel waar je verkoopt, zelf bezoeken, ” zegt hij. “Er is geen andere manier om het goed te doen. ” Traditionele herenzaken, op zoek naar zekere waarden, vielen meteen voor zijn produkt en na een eerste seizoen begon Edward Green vrij goed te lopen. Terwijl de omzet acht jaar geleden ongeveer 300.000 pond bedroeg, is het nu 4 miljoen pond (ongeveer 200 miljoen Belgische frank). In het begin produceerden ze 20 paar schoenen per dag, nu 100. “Een maximum, ” zegt Hlustik. “Vanaf nu weigeren we klanten. In Italië hebben we zo’n veertig winkels van de lijst geschrapt, omdat het gewoon te veel werd. “

Het belangrijkste voor schoenen is de houten pasvorm waarover het leer wordt geplooid : de leest. Bij Edward Green zijn de vormen generaties oud, al worden ze voortdurend bijgewerkt en aangepast. “Als de leest verkeerd zit, wordt de schoen ondraagbaar, ” zegt John. “Wij hebben geluk gehad met onze 202. Het heeft ons bloed en tranen gekost, maar we hebben een leest die verfijnd en elegant is vooral aan de vorm van de tenen hebben we lang gewerkt en hij past 90 % van de mannen ; of het nu Japanners, Italianen of Amerikanen zijn. “

Derby’s, monks, oxfords en colonials. De Edward Green-kollektie heeft die klassieke Engelse gaatjes-en-boordjes-look die het internationaal zo goed doet. “We zijn geen modeprodukt, ” zegt John. “We brengen wel nieuwe modellen uit, maar ze ogen altijd traditioneel. Onze klassieke modellen zijn goed voor tachtig procent van de omzet. “

De Chelsea is zo’n klassieker. Vooral in de roodbruine tint Chestnut Antique is hij heel populair. Het personeel in de Edward Green-winkel in de Londense Burlington Arcade glimlacht bij de herinnering aan horden Japanners die binnenwandelen en simpelweg zeggen : “Hallo, Chestnut Antique. ” Het merk heeft overtuigde fans. “Als je hier werkt, kan je niet anders dan een kollektie beginnen, ” zegt iemand in de fabriek. Zonen erven de schoenen van hun vaders. Er zijn mannen die 38 paar Edward Greens bezitten. Aan ongeveer 16.000 frank per paar is dat een dure hobby. Het aantal schoenen dat weer naar de fabriek komt om hersteld of opgeknapt te worden, is hoog : tot vijftien paar per week. “Mannen kunnen geen afscheid nemen van hun Edward Greens, ” zegt Hlustik. “En dat is ook niet nodig. We kunnen de schoen zo ontmantelen en weer opbouwen dat hij aan het eind van het produktieproces net nieuw is. “

“Bij een broek of een hemd komt het niet op een centimeter meer of minder aan, ” zegt John. “Als het moet, kan je wat wegmoffelen. Maar een schoen die enkele millimeters te kort of te smal is, is moordend. Een dag in te kleine of knellende schoenen en je bent dood. Schoenen maken, is precisiewerk dat met liefde moet gedaan worden. “

Edward Green bij Pierre Degand, tel. (02) 649.00.73.

AMBIORIX DE VOLGENDE GENERATIE

Toen de Engelse krant The Independent een brogues-test uitvoerde met merken als Church’s en Clarks, kwamen de Oliver Sweeny-schoenen als puike eksemplaren uit de bus. “Een mooie jonge versie van een klassieker en prima gemaakt, ” luidde het oordeel. Verbazingwekkend en toch weer niet als je weet dat het merk door Ambiorix wordt gemaakt. De beste Engelse brogues komen dus uit België. “Oliver Sweeny is een merk dat we in opdracht van een Engelse ontwerper maken. Hij tekent de modellen en wij fabrikeren ze, ” zegt Sylvain Gielen (verantwoordelijke voor de produktie bij Ambiorix). “We proberen dat soort van opdrachten tot een minimum te beperken, omdat je er je eigen merk niet bekend mee maakt. Maar het is natuurlijk een mooi kompliment dat de Engelsen onze schoenen goed vinden. “

Ook onder eigen naam is Ambiorix gekend in het buitenland. “Jaja, we zijn erg populair in Harrods, ” zegt George Steyns (gedelegeerd bestuurder Ambiorix). “Voor hen produceren we trouwens een apart gamma. ” Van Londen tot Tokyo loopt een aanzienlijk deel van de mannen op de high quality Embassy-lijn van Ambiorix, een sukses dat het bedrijf in de internationale top-twintig van de schoenindustrie bracht. Ambiorix heeft 300 verkooppunten in België, 150 in het buitenland en maakt een omzet van 325 miljoen frank.

Net als Edward Green is Ambiorix een huis dat bol staat van traditie. Maar zij evolueren niet naar kleinschaligheid, voor hen is big beautiful. “We vieren dit jaar onze honderdste verjaardag en ik wil dat we nog honderd jaar blijven bestaan, ” zegt George Steyns. De schoengigant uit Tongeren heeft de laatste jaren heel wat veranderingen ondergaan en smeedt grootse plannen voor de toekomst. “Ik heb een aantal scenario’s voor mogelijke samenwerkingen in mijn hoofd, ” zegt Steyns. “Ik ben net nog naar Japan geweest om de mogelijkheden te bespreken. We moeten evolueren. Binnen enkele jaren doen we hier in het westen geen handenarbeid meer. Dan zijn hier enkel nog bazen, mensen die denkwerk verrichten. De handenarbeid gaat naar de lage-lonenlanden, de know-how blijft hier. Onze onderneming moet een kennisbedrijf worden. Het woord arbeid zal een nieuwe inhoud krijgen. “

Het klinkt een beetje grimmig, komende van de gedelegeerd bestuurder van een bedrijf met 120 werknemers. “Mijn mensen zullen doorgroeien, ” zegt Steyns. “Van handenarbeid naar hoofdarbeid. In mijn filozofie wordt leren de nieuwe vorm van werken : voortdurend produkten en diensten voortbrengen die de markt boeien. “

Voor grootvader Louis Steyns moet het allemaal veel eenvoudiger zijn geweest. Hij stichtte in 1895 een schoenmakerij in Verviers die hij in 1907 naar Tongeren verplaatste. “Daar zag hij op de markt het standbeeld van de oude Belg en hij vond het een mooi symbool, ” zegt George Steyns. “Het beeld van de robuuste en viriele krijger paste bij de schoenen die hij wilde maken : stevig en stoer. “

In de jaren veertig werd Louis opgevolgd door zijn drie zoons en een dochter. Die tweede generatie kwam eind jaren tachtig bij George Steyns aankloppen, die toen in Amerika werkte. Of hij naar huis wilde komen. De firma zat in moeilijkheden. “Er stond me heel wat te wachten, ” zegt George. “De strukturen van het bedrijf waren kompleet verouderd. We moesten modernizeren, maar zonder de uitstraling van het merk te verliezen. “

Steyns voerde een aantal veranderingen door. Hij verplaatste de fabriek van het centrum naar het industrieterrein in Tongeren en stroomlijnde de produktie, wat investeringen van 75 miljoen vroeg. Hij voerde een opwaardering van het goodyear-procédé door. “De know-how en machines waren binnen het bedrijf aanwezig. Ze moesten gewoon wakkergeschud worden, ” zegt hij. Bij goodyear-fabrikage wordt een leren tussenzool gebruikt als verbinding tussen binnen- en buitenzool. Op die manier wordt de schoen flexibeler en is hij makkelijker te herstellen, wat men bij Ambiorix reprocessing noemt. Een belangrijk argument in ekologisch bewuste tijden. “Dertig procent van onze verkoop bestaat uit goodyear-schoenen en de vraag wordt steeds groter, ” aldus Sylvain Gielen.

In een proces tussen artisanaal en industrieel in, rollen er bij Ambiorix 700 paar schoenen per dag uit de fabriek. Op ongeveer vier dagen en in 200 operaties wordt van een lap leer een schoen gemaakt. Het model blijft twee tot drie dagen op de leest, die tegenwoordig overigens van plastic is. “De Ambiorix-hand zit in elke schoen, ” zegt Steyns. “We hebben onze eigen manier van monteren en onze eigen pasvorm. Dat anders-zijn, dat blijft. “

Bij elk onderzoek blijkt dat Ambiorix een enorme merkbekendheid heeft. Ze eindigen altijd op de eerste of tweede plaats. Een echt konsumentonderzoek is nog niet uitgevoerd, maar er zijn aanduidingen dat het publiek veroudert. Het is niet het merk van de zonen, wel dat van de vaders. “We weten dat de typische Ambiorix-klant manager, kaderlid of bediende is. En een verrassend groot deel is taxichauffeur, ” zegt Gielen. “We krijgen de klant pas als hij 35 is en dat is een probleem. We lopen het risico de gevangene van ons merk te worden, daar heeft de prijs natuurlijk iets mee te maken. De Embassy-lijn begint bij 8000 frank, de Ambiorix-reeks bij 4500 frank. Jonge mannen dragen tegenwoordig klassiek, dus onze modellen kunnen hen zeker overtuigen. We verwachten veel van onze Century Collectie, onze eenmalige eeuwfeestkollektie, waar de prijs beneden de 5000 frank blijft. Het is een jeugdige en toch klassieke reeks waarmee we een jonger publiek kunnen bereiken. Wat Ambiorix zich niet kan veroorloven, is een minderwaardige schoen van 3000 frank op de markt te brengen. En ook een bis-lijn zou gevaarlijk zijn. We hebben een erg goed imago. Onze naam is onlosmakelijk verbonden met het woord kwaliteit. Het zou dom zijn om daar aan te raken. “

Ambiorix : tel. (012) 23.11.96.

Model “Chelsea” van Edward Green : “Om te koesteren. “

John Hlustik : “Vanaf nu weigeren we klanten. “

George Steyns : “We vieren onze honderdste verjaardag en ik wil dat we nog honderd jaar blijven bestaan. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content