De verkoop van natuurlijke en biologische cosmetica zal dit jaar in Europa de grens van een miljard euro overschrijden, stelt onderzoeks- en marketingbureau Organic Monitor.

Voedsel- en milieuschandalen hebben de consument gealarmeerd. Hij/zij kiest steeds vaker voor biolabels, ook voor cosmetica. De interesse van de grote producenten volgt : reuzen als L’Oréal (Sanoflore), YSL (Stella McCartney) en Clarins (Kibio) nemen biomerken in hun portefeuille op, kleinere labels worden steeds ruimer verspreid.

Grote voortrekker van de ecocosmetica is Aveda, dat al sinds 1978 aan de groene kar trekt. Het bedrijf is een schoolvoorbeeld van verantwoord produceren : het gebruikt natuurlijke, indien mogelijk biologische ingre-diënten, heeft een fabriek die draait op windenergie, voert een streng milieubeleid en heeft socio-ecologische projecten lopen. De overname door de Estée Laudergroep in 1997 heeft niets aan de groene idealen veranderd, vindt Mary T’Kach, verantwoordelijke voor duurzame ontwikkeling. “Integendeel, zij hebben ons meer Aveda gemaakt dan we al waren. Lauder dwong ons in verschillende systemen en procedures. Dat was soms pijnlijk, maar blijkt een garantie voor het beste resultaat. Door de verpakking te reduceren en op lange termijn te plannen sparen we geld én het milieu. Zo proberen we bestellingen te groeperen en ze op de meest milieuvriendelijke manier te vervoeren. We analyseren elk detail van de bewerking, van de basisstof tot het eindproduct. Zelfs het jaarrapport is nu een folder met de belangrijkste punten, de rest staat op het internet.”

Aveda ziet zichzelf als rolmodel voor de cosmetica-industrie en inspireert inderdaad verschillende merken, die op de ecotrend inspelen zonder daarom de groene principes daadwerkelijk te volgen. Er bestaat immers geen wettelijke definitie van wat een natuurlijk product is en er zijn voldoende achterpoortjes om de kwalificatie ‘biologisch’ te omzeilen. “Een bioproduct moet voor minstens zeventig procent uit biologische ingrediënten bestaan”, weet Mary. “Maar water, het hoofdingrediënt van de meeste cosmetica, kan nooit ‘biologisch’ zijn. Veel bedrijven gebruiken daarom bloemenwater : water met een druppel essentiële olie.” Toch is het niet onmogelijk om echt biologische producten te vinden. “Hoe eenvoudiger het product (hoe minder ingrediënten), hoe groter de kans dat het biologisch is. Voor massageoliën is dat dus gemakkelijker dan voor haarstyling, want daar heb je meer siliconen en andere synthetische ingrediënten voor nodig.”

De beste garantie voor de consument is een erkend biolabel. Al doet Aveda daar (voorlopig) niet aan mee : “We ondertekenen dergelijke akkoorden niet, omdat er zo veel zijn en ze elkaar vaak tegenspreken. We doen gewoon geen dierentesten en hebben een veilig ingrediëntenbeleid.”

Een andere handicap blijft de (hogere) prijs. Maar daar is Mary T’Katch het niet mee eens : “Als de overheid de conventionele landbouw blijft subsidiëren, is dat unfaire concurrentie voor bio. Doordat veel van de kosten van de vervuiling die conventionele landbouw met zich meebrengt op andere posten wordt verhaald, kunnen we goedkoop hout of cosmetica hebben. Als die kosten werden doorgerekend aan de vervuiler (boer of industrie) en als er systemen werden ontwikkeld om de vervuiling op de boerderij te houden of te vermijden, dan zou je pas de échte prijs betalen, en die zou de bioprijs evenaren.”

Door Sofie Albrecht

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content