Toen Ward Op de Beeck vijf jaar geleden met pensioen ging, was hij programmadirekteur Radio van de BRTN. Zijn zoon Johan is hoofdredakteur van TV-Limburg en gaat het debatprogramma van Kanaal 2 prezenteren.

Ward Op de Beeck : Nee, de keuze van Johans studies is niet door mij gestuurd. Bij de pers- en kommunikatiewetenschappen aan de VUB zaten klaarblijkelijk de minste vakken waar hij het moeilijk mee had. Natuurlijk, mijn eigen vak, de journalistiek, was af en toe wel het onderwerp van tafelgesprekken. Maar ik geloof nooit dat hij van kleinsaf journalist wou worden.

Toen was er dat eksamen voor BRT-journalist. Ik zal het hem vermoedelijk wel gesignaleerd hebben, maar ik kan me niet herinneren dat ik hem aan heb zitten porren om eraan deel te nemen. Je kunt in geen geval zeggen dat ik hem in de armen van de journalistiek heb gedreven. Mijn vrouw en ik hebben hem altijd een zo groot mogelijke vrijheid gegund, het lag niet in onze bedoeling hem wat dan ook op te dringen. Hij slaagde, en dus moest hij stage lopen op de radioredaktie, waar ik toen nog redaktiesekretaris was. Een keer hebben we samen het nieuws gelezen. Een kleine kultuurschok was het voor mij wel. Plots zie je je zoon naast je zitten aan dezelfde mikrofoon.

Dan is hij snel overgegaan naar televisie. Zelf heb ik nooit aan een overstap gedacht, hoewel ik vaak los voor televisie werkte. Altijd liever radiowerk gedaan. Door het publiek wordt radio zwaar onderschat. Radio is snel, akkuraat en veel minder ingewikkeld. Staat in wezen dichter bij de mensen.

Johan werkt 12 jaar bij de openbare omroep en gaat dan weg. Dat kwam hard aan. Ik heb er niet weinig last mee gehad toen hij die beslissing nam. Wel had ik groot begrip voor de onvrede waaruit zijn keuze resulteerde. De werkomstandigheden. En ook, dat hij naast zijn prezentatiewerk nog altijd graag te velde trok, reportages wou maken. Als anchorman was hij schitterend. Maar professioneel vulde dat zijn leven niet, hij wilde meer. Diepgravende journalistiek. Dat werd hem niet gegund. Erg vond ik dat, voor hemzelf, maar eigenlijk nog meer voor de openbare omroep. Dat ze zo’n talent lieten gaan ! Daar heb ik wel enkele nachten van wakker gelegen.

Maar ja, Johan deed voorstellen en die werden dan meestal prompt afgewezen. Ik denk dat hij in veel zaken te vroeg gelijk heeft gehad. Zo’n vroegtijdige inzichten kunnen je zuur opbreken. Dat zet kwaad bloed bij kollega’s en bazen. Johan stond ook in andere opzichten, als Bekende Vlaming, in de schijnwerper. Best geklede man van het jaar. Een aureool van glamour om hem heen. Afgunst en nijd bestaan overal, niet enkel bij de BRT. Het speelt misschien allemaal meer mee dan men denkt.

Dan gaat hij internationaal, niet minder dan dat. Ik stond toen wel lichtjes te huiveren. Zakendoen, financiers vinden, boekhouding. Daar had hij geen enkele ervaring mee. De journalistieke kant, daar was ik gerust in. Hij bijt zich in zijn onderwerpen vast. Maar intussen moet hij ook leven, natuurlijk. Ik vind het formidabel, wat hij gedaan heeft met reportages over undercover-agenten, masters of beauty, voetbal. Niet brandend aktueel, wel onthullend. Soms kreeg ik wel een beetje dat parels-voor-de-zwijnen-gevoel, vooral als je zag hoeveel tijd en energie hij erin moest steken. Het ontbreekt hem ook niet aan zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen.

Dan wil hij plots weer regionale omroep gaan doen, op het hoogtepunt van zijn internationale carrière. Nee, ik sloeg er niet van achterover, was hooguit een tikje verwonderd. In het televisiewereldje werkt het nu eenmaal zo. Snel. Flitsend. Afwisselend. TV-Limburg is geen begrafenis eerste klas, regionale omroepen zijn een nieuwigheid, dat moet hij meegemaakt hebben. Ik was erop voorbereid dat hij zoiets zou gaan doen. Het is natuurlijk een rare sprong, van de internationale top naar het afgelegen Houthalen. Ik kan de uitzendingen die hij zit te maken hier niet volgen, dat is een groot leed. Toen hij nog het BRT-journaal prezenteerde, zat ik altijd klaar met pen en papier, om nadien kritiek te leveren op de taal, de toonzetting, de volgorde van de berichten. Positieve kritiek, natuurlijk. Nu kan dat niet meer, want hij heeft bijna nooit tijd. Ik hoop dat hij af en toe eens een videoband meebrengt. Ik lees het Belang van Limburg, als een van de weinige Mechelaars, denk ik. Ze schrijven geregeld over zijn omroep. Ik zie Johan nog wel eens iets anders aanpakken. Niet dadelijk, op langere termijn. Binnen de journalistiek ? Daar ben ik niet helemaal zeker meer van. Hoewel, hij is journalist in hart en nieren. Maar ja, hij heeft nu allerlei soorten ervaringen opgedaan. De wereld ligt voor hem open. Een antiquairszaak in Vaison-la-Romaine ? Ik zou er niet van opkijken, als hij dat deed. Johan kennende. Hij heeft artistieke belangstelling. Enorm belezen. Nieuwe kultuurvormen. Muzikale kennis. Opera. Dat heeft hij helemaal niet van zijn vader, eerder van zijn moeder. We weet voor welke verrassingen deze jongen nog zal zorgen. Hij is pas 37.

Johan Op de Beeck : Ik heb een zeer open opvoeding gehad, tolerant ook. Dat besefte ik pas achteraf. Ik was in die tijd langharig tuig, ging overal in de contramine. Ook daarom al lag het niet voor de hand dat ik journalist zou worden, laat staan BRT-journalist. Ik vond het een wat saaie, brave en weinig aantrekkelijke baan. Vader kwam ook zelden naar huis met spannende verhalen. Een enkele keer over Vandenbussche, ook over andere mensen die nu nog op de redaktie werken, dus laat ik daar maar over zwijgen. Niet het soort verhalen die je zin doen krijgen om in de huid van Kuifje te kruipen. Wel is het zo dat het nieuws, de aktualiteit, bij ons heel prominent aanwezig was. Naar het nieuws werd altijd geluisterd, dat was het moment dat de vorken op het bord moesten blijven. Als het indikatiefje van het nieuws ging, wist ik al heel jong dat ik mijn mond moest houden : vader luisterde. Het had voor mij wel iets spannends, elk moment kon hij in de auto stappen en naar Brussel wegscheuren om eigenhandig het wereldgebeuren te sturen. Dat gevoel. Onbewust heb ik natuurlijk toch een pak journalistieke background meegekregen.

Ik ben dus bij de BRT gaan werken. Het eksamen, met zijn verschrikkelijke killers-reputatie, was gewoon een uitdaging. Daar heb ik twaalf jaar gewerkt en ben dan weggegaan. Dat had met veel dingen te maken. Uitgekeken zijn op de job. Plannen die ik koesterde, gingen niet door vanwege ambtelijke verstardheid. En dan krijg je te horen dat je een luxepositie nastreeft. VTM had me gevraagd, blijkbaar zagen sommige mensen toch wel iets meer in mij. Dat alles maakt dat ik op die redaktie tamelijk ongelukkig werd. Financieel ook. Het is toch absurd dat harde werkers niet meer verdienen dan mensen die hun broek zitten te verslijten ? Meerwaarde werd toen bij de BRT niet beloond. Plus dat het zo niet langer kon. Je zag toen al dat Panorama, dokumentaires en andere dingen achteruit boerden. De optiek die ik had was om daar, via de weg van de privé-onderneming, wat tegenover te stellen. Mijn idee was om voor elke frank die de BRT investeerde er twee uit het buitenland naast te leggen. Om zo internationale produkties te kunnen blijven maken. Voor mijn vader moet het een moeilijk moment zijn geweest. Hij ziet de carrière van zijn zoon tot een ‘hoogtepunt’ groeien, en dan komt die zoon plotseling met het verhaal dat hij het niet meer ziet zitten. Dat zal best hard voor ‘m zijn geweest. Natuurlijk, hij had mij ook zien aftakelen. Ik was vaak ziek en lusteloos. Hij kon me moeilijk veel argumenten in de maag splitsen om me te doen blijven, behalve werkzekerheid. Wat hij niet zag was, dat ik niet anders kon. Ik was het zo zat dat ik die stap moest zetten. Van het moment dat hij met pensioen was, liet hij zich veel vrijer uit over alles wat nieuws was en werd hij voor mij echt een soort mentor. Mijn overgang naar de internationale journalistiek was een heel onthutsende periode. Ik moest een bedrijf oprichten, kwam in een sociaal vacuüm terecht. Kritiek van de kollega’s, intern gekuip met onprettige gevolgen voor mijn ego. En vader Ward ? Daar kreeg ik veel steun van. Onuitgesproken kommer, ook. Ik denk dat mijn ouders in die periode aardig wat nachtjes hebben wakker gelegen. Uiteindelijk vlieg je toch helemaal op eigen vleugels. Dat heb ik drie jaar gedaan. Vele uren televisie gemaakt, die vooral buiten België werden vertoond. Nogal trendy onderwerpen, inderdaad. Undercover, voetbal en mode waren de meest ophefmakende. Dan kom je niet ver met te zeggen ‘Hier ben ik, Johan Op de Beeck uit België’. De deuren gingen pas open toen ik Berlusconi had geïnterviewd. Dat heeft heel lang geduurd. Circelen als een jager rond zijn prooi, dichter en dichter, tot je oog in oog met het wild komt te staan. Intussen verdien je niets, maar Veronica en BRT samen hebben ons net boven water weten te houden. Dat was een sukses, ja, maar het is onvoltooid. Ik loop nog altijd met het gevoel dat hier iets afgebroken werd wat niet tot volle wasdom is gekomen.

Ik ben een fast mover, iemand die van uitdagingen houdt het is een cliché, maar ik ken geen betere omschrijving. Dan komt er iemand opduiken met een merkwaardig verhaal over regionale televisie. Ik zat in die tijd bij voortduring in vliegtuigen, de jet lag was een tweede natuur geworden en die meneer begint dan over Limburg. Blijkbaar heeft hij bij mij de juiste snaar weten te betokkelen, bijvoorbeeld werken met een eigen redaktie. Ik beweer niet dat ik bij de BRT graag hoofdredakteur zou zijn geworden, maar ik had toch wel graag wat meer mijn stempel op die redaktie gedrukt. En dan komt er zo iemand die mij carte blanche geeft : ziehier een tv-station, alles zelf in te vullen. Daar kon ik niet nee op zeggen. Vader moet toen echt hebben gedacht dat ik het noorden was kwijtgeraakt. Dan zit hij me aan te kijken, mompelt een paar opmerkingen die ik in mijn entoesiasme moeiteloos pareer. En de volgende keer dat we elkaar zien, blijkt hij plots een grote fan van mijn nieuwe plannen te zijn. Hij heeft een groot vertrouwen in me. Nors in een hoekje gaan zitten mokken, dat doet hij niet. Het was ook niet de eerste keer dat hij het meemaakte. Het went. Volgende keer kijkt hij waarschijnlijk niet eens meer op.

Ik heb het nu heel erg naar mijn zin, beschik ook over een heel tof team. En ik heb mezelf beloofd dit werk tot een goed einde te brengen. In de sektor tv-journalistiek is er niet zoveel wat ik nog niet heb gedaan. Dokudrama. Talkshows. Maar er is natuurlijk nog leven buiten televisie. Ik sta niet te trappelen om een BV te worden op een van de vijf Vlaamse zenders die we binnenkort in dit land zullen hebben. Van de BV-status heb ik heel bewust afstand gedaan. En als morgen tv-Limburg ophoudt, stort mijn wereld niet in. Misschien kom ik er dan wel toe om dingen te gaan doen die ik mijn hele leven al wou. In Zuid-Europa wonen. Niet als schapenkweker, dat niet. Antikwariaat, of binnenhuisarchitektuur. Freewheelen in een estetische omgeving, dat lijkt me wel wat. Op ongekontroleerde momenten denk ik wel eens aan de dingen die ik allemaal mis. Ik heb onnoemelijke spijt dat ik nooit heb leren pianospelen, of schilderen. Moet ik mijn hele verdere beroepsleven achter deadlines aanhollen ? Of gesprekken bij nacht en ontij in een Newyorkse kroeg met een of andere geheim agent, is dat het absolute einde ? Er moet maar weer eens iemand langskomen met een nieuwe uitdaging op zak. Zo zit ik in elkaar. En ook dat drijft mijn vader weleens tot wanhoop, denk ik. Hoewel, hierover heb ik met hem nog nooit gesproken. Hij is veel rationeler dan ik. ‘Wat je ook doet, doe het goed. ‘ Zijn ambachtelijk streven, met het handboek in de aanslag en dan kijken of het beeldhouwwerk helemaal volgens de regels is, dat heb ik niet. Ik wil tien standbeelden tegelijk optrekken.

DOOR JEF COECKFOTO : JAN MORREN / PHOTO NEWS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content