“Alles wat je mooi vindt, is draagbaar”, hoor je op de Igedo in Düsseldorf. Klassieke hanenpoten, een boa van veren, truitjes met bontversiering of jurken met ruches: om het even. Een bonte mix van dat alles kan ook. Eén ding mag niet ontbreken: diepe inkijk, zowel van voren als aan de achterkant.

Düsseldorf, dat is kassa. De grootste modebeurs ter wereld (meer dan 50.000 bezoekers voor meer dan 2000 exposanten) is hoofdzakelijk bestemd voor de boetieks die wat onder de topklasse liggen. Niet voor de fashionista‘s, maar voor mevrouw Modaal die, af en toe, voor de gelegenheid, een voor haar budget stevig bedrag wil besteden aan een elegante, modische, en vooral draagbare outfit die enkele jaren een hoofdrol in haar kleerkast mag spelen.

In Düsseldorf is het geven van een defilé niet het belangrijkst, maar wel een goed gevuld orderboekje. Wat je te zien krijgt, borrelt niet over van creativiteit, maar is een neerslag uit hoogtepunten van eerder getoonde creaties van topontwerpers. Alleen de kaskrakers overleven in Düsseldorf.

Deze winter halen de Duitse designers hun inspiratie bij de jonge, dynamische zakenvrouwen die zich voor hun harde werken met luxe belonen. De lady boss hijst zich opnieuw in het broekpak omdat ze ondervonden heeft dat ze op directievergaderingen méér gezag afdwingt in een kostuum dan in een kasjmieren truitje en een bloemetjesrok.

Net als in de jaren tachtig is mode chic, elegant en vrouwelijk. Met dit verschil dat de contouren zachter zijn. De schouders zijn minder hoekig, zonder schoudervullingen. De jasjes zijn korter dan in de jaren negentig en volgen de lijn van het lichaam. Bij de revers is ook wat gebeurd: hij is lang, smal en laat ruimte voor de glanzende blouse of het glinsterende gouden topje eronder. De broeken die erbij horen, zijn breed en hebben meestal een boord. Bij het nieuw ontdekte kostuum horen opulente bontkragen, leer in al zijn hoedanigheden en heel veel juwelen. Want ’s avonds in de bar of in de club draagt Fräulein goud, glans en glitter. Voor de avond in de disco of de privé-club komt de erotiek in het spel. Huiddunne zijden jurken met spaghettibandjes en adembenemende decolletés zorgen voor het grote optreden. Wie niet zo wil opvallen, grijpt naar goudglanzende jeans, soms met pailletten. Grote zwart-witte hanenpoten en bonte ruiten zijn voor sportiever gebruik.

Bij de stoffen krijgen we een revival van tweed, prince-de-galles, pied-de-poule, Schotse ruiten, krijtstreepjes: materiaal dat je terugvindt in de stalenboeken voor herenkleding. Het mannelijk aandoend goed wordt gecombineerd met zijde, zacht kasjmier, leer, truitjes met glinsterende draadjes of met kragen en manchetten van bont. Chris Tan, de ontwerpster van Kapalua, trimt zelfs haar jeans met plukjes bont.

De Duitse mode blijft bont, maar niet meer zo schril. Ze kakelt niet meer, maar ze kokkelt, als een tevreden kip, met bruine, camel of cognackleurige veren. Warme tonen, van beige en camel over bruin en naturel wolkleur met goud zetten de trend van vorig seizoen verder. Bij camel en bruin horen rode tinten, liefst een lichtend vermiljoen (zeer mooi bij Anke Schlöder), plus alle schakeringen lila, violet, paars en purper.

Schmuck

Alles schittert en glimt, of het nu van organza is of glimmend kunstleder. En het mag wel een markje meer kosten. Denim en leer zijn het materiaal waarvan de nieuwe mode gemaakt wordt. En wie zich niet de luxe van een echte lederen pantalon kan veroorloven, kiest uit een uitgebreid aanbod imitatie.

Hetzelfde geldt voor bont. Voor de elegante richting is er de zigeunerinnenlook, jong en trendy, met romantische bloemenprints. Toni Gard – die niet op de Igedo-beurs maar in de stad defileerde – had met libellen, sterren en bloemen bedrukte jurken in lingeriestijl gecombineerd met ruige jassen. Eigenlijk een stijlbreuk met de klassieke jassen, pakken en mantels die hij daarnaast in het aanbod had.

Ineens staat ook het streepjespak in de schijnwerpers. Het krijtstreepje dat het grauwe grijs van vorige winter doet opleven.

Sabine Schumacher die tegenwoordig ook in Parijs showt, doet alles glanzen. Glans van zilver en goud in haar tweeds, met zilver- en gouddraad doorweven beige ruiten. Op een strak, kort glitterrokje zet Schumacher een korte zwartleren biker-jas. Anotherwoman voert een zwart manteltje met goudkleurig satijn. Oh que Luna heeft een met langharig bont afgebiesde sleep.

Tristano Onofri, de lieveling van gesettelde dames van een zekere leeftijd, heeft geverfd bont van superkwaliteit. Het past perfect, de fifties-tailleurs met afgeronde voorpanden, de gouden kettingen – van smalle gouden gordeltjes tot brede gouden ceintuurs laag op de heupen. Hij heeft enorme, met leer afgebiesde revers, en baretten met gouden pailletten. Bij YK 038 (een jong Zuid-Koreaans label) zien we een cape van zwart bont over een jurk. Als je hem losmaakt, hangt de cape als een zwaluwstaart over je derrière.

Passport heeft goudkoorts: bronsgouden en bruingouden pantalons, goud op het front van een camel trui. Anett Röstel maakt spullen apart: een gewatteerde zilvergrijze rok en een prachtige lange klokkende lange jurk van zilvergrijze en ijswitte veertjes. Annette Görts maakt brede comfortabele anthraciet en beige jassen om in te wonen, met een smalle ceintuur boven de taille.

Jonge Turken

Niet alles wat in Düsseldorf getoond wordt is Duits. Furora is Australisch, Annikki Karvinen is, zoals de naam het doet vermoeden, Fins. Er zijn jonge designers uit Polen, Korea, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Groot-Brittannië, Zwitserland.

Neem nu de Turken. Tien jaar geleden was Rifat Ozbek in Londen een buitenbeentje: Turks van origine maar met een half leven in Engeland. Nu steken een paar van zijn landgenoten de kop boven het maaiveld uit: Hakan Yildirim uit Istanbul en zijn reeds enkele jaren vanuit Parijs opererende collega Yesim Chambrey. De twee kregen in Düsseldorf ruggensteun van het ITKIB, de Turkse vereniging van de textielexporteurs. Een paar decennia al hebben de Turken knowhow vergaard via hun opdrachten in (goedkope) onderaanneming van grote Europese confectioneurs. Ze kenden de knepen, maar er waren geen ontwerpers die ze als uithangbord naar voren konden schuiven. Met Yildirim en Chambrey krijgt de Turkse mode een gezicht.

Yildirim beheerst perfect de klassieke kleermakerskunst. Van daaruit stopt hij Turks-etnische invloeden in mooi geknipte mantels en in jurken met plooien en vouwen op de juiste plaatsen. Het thema van zijn kleine maar gave collectie luidt ‘het offer’, geïnspireerd op het feest na de ramadan. Zijn rode, zwarte en crème wintermantels krijgen op de rug een extra warme schapenwol. “De wol voor de omslagdoeken heb ik tussen mijn handen gerold in dikke rafels en pijpenkrullen. Ze kunnen zowel rond de lendenen geknoopt worden als om de schouders gehangen.”

Yesim Chambray (37) leeft en werkt al meer dan tien jaar in Parijs waar ze afstudeerde aan de Franse ESMOD. In 1989 kreeg ze in Hyères de eerste prijs van de Chambre Syndicale de la Haute Couture. Intussen wordt haar label wereldwijd verkocht. Haar wintermode is zacht, licht, ultravrouwelijk en flatterend. De kleuren: lakrood, camel, goud en zwart.

Meer over de Duitse mode krijgt u te zien op TV Vitaya, van 5 september tot 12 september.

Germaine Thijs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content