Een samenspel van thema’s en stijlen,

stoffen en kleuren bepalen dit seizoen

het uitzicht van de Duitse mode. Een beetje formeel, een beetje fifties, een beetje Chanel. ‘Born to be Wild’, gemengd met ’the best of’ van de voorbije decennia.

De mode wordt kleuriger. Gelukkig ! De bezoekers van de Collections Premieren in Düsseldorf slaakten een zucht van verlichting na de eerste defilés dit voorjaar. Ook op de standen in de immense hallen van de (nog steeds) grootste modebeurs keken de inkopers met welgevallen naar de korte schoolmeisjesrokjes in klassieke Schotse ruiten naast elegante zijden jurken in bloemenprints, winterjassen in schrille neonkleuren naast sportieve collegetruien, gestreepte pantalons in retrostijl naast grote wollen mantels met kragen van konijnenbont.

De CPD is een zeer commerciële Modemesse : de exposanten moeten hun zaken op een brede markt verkopen en kunnen zich dus geen experimenten veroorloven. Je zult er bijgevolg geen opstoten van creativiteit zien. Hier rinkelt de kassa. Hier worden de spullen getoond die de meeste vrouwen willen hebben : degelijk, draagbaar, en betaalbaar. Al kan dit laatste bij sommige labels nog de pan uitswingen. Ofschoon de exposanten uit de hele wereld komen, nemen de Duitsers en Nederlanders de grootste hap uit de taart van wat wij de ‘Duitse mode’ noemen. Wel wordt ieder jaar het contingent jonge Turkse designers groter. Aangevoerd, gesteund en gesponsord door de Itkib (de vereniging van Turkse textielfabrikanten die 20.000 leden telt) geven ze de immense textielindustrie daar een gezicht.

Hoe ziet ze eruit, de Duitse mode ? Groen, woudgroen, chartreuse en kaki, paars, bruin met shocking pink of tomatenrood, met roze fake fur en echt bont (liefst een mooie cape van zilvervos), patchwork van vossenbont en pelsen in kostbare soorten. Tweed en tricot zijn natuurlijk van de partij, het tweed vaak opgepept met glinstertjes van lurex, lovertjes of leer. Kap-laarzen, tuttige tasjes, verzilverde parka’s in matelassé, en tule gecombineerd met zwart leer.

Anja Gockel (met basis in Londen) heeft de meeste schwung en de meest on-Duitse collectie. Haar inspiratie komt uit de tijd van het liedje O Donna Clara, Ich Hab’ Dich Tanzen gesehen. De stijl kun je omschrijven als Polly Peachum meets Noel Coward : het witzige van de Berlijnse cabaretiers uit de jaren dertig en het witty van de Brit. Kleurencombinaties van chartreuse met bordeaux, avondjurken met grote kleurige lovertjes, een roze bontkraag op een avondjurk, jarretellegordeltjes, paarse strikken en kleurig patchwork.

Bij Windsor uit Bielefeld eindigen de rokken braaf onder de knie, de pantalons zijn juist geknipt en de colbertjasjes zijn niet al te erg getailleerd. De kleuren zijn rustig en decent : olijfgroen, wolwit, zwart, terracotta en rood. Ietwat moediger zijn de hemdjurken van bedrukte zijde die aan de Prada-stijl herinneren.

Betty Barclay haalde haar inspiratie uit de voorbije decennia, gesaust met hedendaagse ingrediënten. Veel grafische motieven en bijvoorbeeld het hoger genoemde geruite minirokje in kostschoolstijl, een – zoals altijd – zeer goede snit en rijke, felle kleuren. Veel plooirokken, gerende rokken, rechte, brede pantalons, en het onontbeerlijke boucléjasje in Chanel-stijl.

Anke Schlöder heeft een prach- tige, witte vilten jas met verticale zwarte strepen met daartussen een soortement rode roosjes. Gezien : beeldige jurk met rood en groen.

Hakan Yilderim uit Istanbul heeft vooral horizontale drapages, vleermuismouwen, chiffon, schouderstukjes in okergeel, bruin, poederroze, diep, donker turquoise en licht amethist. Yilderim gaat niet shoppen bij collega’s : alles komt uit zijn eigen koker en hij werkt heel precies zijn concept van drapages en plooitjes uit. Ziedaar een jonge Turkse designer met potentie. Enorm zijn de corsages van paarse bloemen op vleeskleurige babydolljurkjes.

Jassenspecialist Gil Bret mengt de stijl van de jaren veertig met die van de jaren tachtig : mooie visgraatmotieven, hanenpoten, streepjes en ook weer jasjes in Chanel-stijl. Mooie kleuren : ijsblauw, pistache, lichtpaars, lila en roze.

Annett Röstel heeft een chique rags ’n bones-stijl, met bijvoorbeeld een perfect elegant colbertjasje boven een rok van opengewerkt tricot.

Louisa Cerano heeft de Zuid-Duitse chic te pakken : roze bont, vlekjesbont en Chanel-tailleurtjes in gespikkeld tweed.

Ümit Ünal borduurt voort op zijn vorige Himalaya-collecties : lange rokken met meestal achteraan een split tot bijna in de taille en daaronder een broekje. Ook hij heeft mouwkoppen, maar met uitspringende veertjes.

Vera Mont uit Nussloch is een feestelijk merk van vooral avondjaponnen. Sensueel en exotisch tegelijk dit seizoen, met Aziatische invloeden, fluoroze, jacquards, goud- en kopertinten, zilver, zwart en popartmotieven.

Beate Heymann maakt mode voor zelfverzekerde vrouwen die niet noodzakelijk in power dressing dienen rond te lopen. Ze heeft zowel mooie rode avondjurken als korte tweedrokjes en sexy zwart leer. n

Tekst Germaine Thys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content