In Duitsland bekent de mode volop kleur, en in de meest ongewone combinaties. De regel is: meng alle ingrediënten, schud krachtig en kijk verrast naar het resultaat.

Kiwi, citroengeel, paars, cyclamen, lila en oranje: dat zijn de kleuren die op de Igedo in Düsseldorf te zien waren. De modebranche heeft haar les geleerd: vrouwen willen kleur in het voorjaar. En kleur zullen ze hebben. Al druilt het iedere dag; in de etalages bloeit citroengeel, kreeftrood en kiwigroen. De spelregel van dit seizoen is: meng alle ingrediënten, schud krachtig en kijk verrast naar het resultaat. Perzik, oranje en turkoois – allemaal kleuren die je niet zo meteen met elkaar zou combineren – zijn door elkaar gehusseld en weer samengebracht. Lila met oranje, bordeaux met cyclamen, oudroze met paars. Het kan allemaal, al zal het oog even moeten wennen aan de crashende combinaties.

Het jonge label Kapalua heeft het spel van kleuren en moeilijke breisteken onder de knie. Kapalua betekent ‘vlinder’ in het Polynesisch. Ontwerpster Chris Tan (haar man is half-Chinees, half-Nederlands) laat deze zomer oranje een avontuurtje hebben met lila. Jeans combineert ze met een met iriserende pailletten getooid tricot jasje. “Jazeker, ik kan nog handschoenen met vijf vingers breien”, zegt Tan na het defilé, waaraan haar 20-jarige dochter ook deelnam. “Mijn grootmoeder heeft het mij geleerd. Zij en mijn moeder waren ervaren breisters.” Chris Tan is textielingenieur van opleiding en ze toont hoe de naden van haar tricot fully fashioned zijn, net als indertijd de kousen. Daarom zijn de stukken zo duur. De pailletten van de jasjes worden er met de hand opgenaaid in Hongkong en China.

Oranje is niet meer weg te denken; solo of gecombineerd met paars. De smalle rokken worden op de heup gedragen en reiken een flink stuk onder de knie. Daarbij horen hoge hakken, slippers of muiltjes.

Broekpakken bij Joseph Janard. Bruin met oranje en terrasiena, met daartegenaan: gebrand oranje. Mooie jasjes, kort, en ze doen niet aan die van de klassieke tailleur denken. Combinaties ook van greige en ecru, lichtgrijs met staalgrijs, grijs met lila, mooi: koraal met roze en wijnkleur in tie and dye.

Anett Röstel, Lissi Fritzenschaft, E…Due en Anette Görtz zijn enkele jonge designers uit de collectieve CPD-show. Bij Röstel gaat ’s avonds de zon onder: goudgele kringen lichten op op citroengele avondjurken. Sabine Schumacher combineert lila satijn met geel tie and dye en diepgeel oker, naar het oranje toe. Fritzenschaft gebruikt Engels rood, kaki, goud met rood en roze ruches, zwart en wit, E…Due combineert grijs tricot met blauwe rubberschoenen en kuitlange broekrokken. De ontwerpen van Annette Görtz zijn uitgepuurd, scherp gesneden, met mooie lijnen en materialen in bruin en aardetinten.

Ook van Esprit, InWear en Mexx valt veel moois te verwachten. En uiteraard spelen ook bij deze merken de modekleuren paars, cyclamen, lila en oranje in al hun variaties de hoofdrol. Het silhouet is veelal duidelijk geaccentueerd. Geen wijdvallende jurken of blouses. Alles nauwsluitend, met hier en daar een blote buik. De Düsseldorfse firma Esprit koestert hoge verwachtingen. De Esprit-dochter edc heeft zoveel succes, dat ze qua omzet op de eerste plaats komt en Esprit op de tweede. Verkoopdirecteur Thomas Grote meldde dat dit resultaat het vertrouwen in het merk bevestigt en dat Esprit zijn franchisingsysteem verder zal uitbouwen.

Bij Betty Barclay is het een bombardement van hippiekleurtjes: paars, groen, fuchsia, reptielenprints, een gebloemde sjaal rond de pantalon van een paars broekpakje. Barclay heeft altijd een overaanbod aan stijlen en trends. Eén thema was India, met spiegeltjes en paisley-prints. Psychedelische bloemen op jassen, muiltjes bekleed met dezelfde stof als het jasje, grote oranje, beige en okergele ruiten. Prachtig was een mouwloos zwart chiffon jurkje met turquoise ‘vlekken’, een boothals en achteraan een zakdoekpuntzoom. Truitjes in een zeer mooi koraalrood en een fuchsia zijden broek onder een topje met spiegeltjes. Ook de meer geziene combinatie van oranje en roze, gemilderd met wit, oranje madrasruiten, pantalons met slangenprints, glitter op jeans en twinsets.

Zoals steeds zijn ook de Nederlandse labels kapitaal aanwezig op de Igedo. Marjan Wiggers van Turnover organiseerde voor het eerst een grote show in Düsseldorf, vooral op aandringen van de Duitse agent die zijn klanten nu eens goed wilde laten zien waar Turnover allemaal voor staat. Het werd een verrassende presentatie, want niemand minder dan Li Edelkoort, dé Nederlandse trendwatcher met basis in Parijs, gaf voor de show een uitgebreide visie over de mode voor de komende jaren. Veel overslagvestjes en dito truitjes bij Turnover in de meest onverwachte kleurencombinaties zoals lila met oranje. Het silhouet is meestal duidelijk geaccentueerd. Geen wijdvallende jurken of blouses. Alles is nauwsluitend met – alweer – hier en daar een blote buik.

Bij de uiteenzetting van Edelkoort bleef geen stoel onbezet. Volgens Edelkoort groeit in de samenleving het verlangen naar puurheid, eenvoud, stilte en de natuur. Dat vertaalt zich in de mode naar zachte materialen in rustige tinten, eenvoudig van vorm en comfortabel in het dragen. ‘Softwear‘ noemt Edelkoort deze casual trend. Daarnaast verwacht ze dat we veel meer werk gaan maken van onze outfit als we uitgaan.

B andolera, nog een Nederlands modemerk, overdondert met kleur, noppen, streepjes en grote prints. Er is veel contrast in de stoffen. Ouderwets vakwerk en nieuwe technieken gaan hand in hand. De pantalons bij Bandolera zijn óf smal tot net boven de knie, óf wijd en lang. Accessoires zijn belangrijk: ceintuurs op de heupen, grote sjaals en kleine schoudertassen.

Terwijl veel designers in de kleuren zwelgen, gaat de in Duitsland opgegroeide en aan de Academie van Antwerpen afgestudeerde Christoph Broich veeleer terughoudend om met het thema. Zijn collectie Floating Island bestaat uit met de hand geschilderde trompe-l’oeil die aan röntgenfoto’s doen denken. Hij schildert bruine of witte varens, zet veertjes op gaas, geeft een zwartleren rok een zakdoekpunt. Een kleine, maar complete collectie waarvan het thema ‘varens’ en de tinten zwart, wit en bruin intelligent zijn uitgewerkt.

De Belg Hans de Foer toonde voor het eerst zijn eigen collectie in Düsseldorf. Zijn stijl is een mix van “duizend bekende en duizend onbekende dingen”. Ook afgestudeerd aan de Academie van Antwerpen, werkte hij onder andere bij Castelbajac, Gaultier en Azzedine Alaïa. Zacht oker bij De Foer, transparant, met ruches of als mouwloos jeansvest boven een lange rok met plisséschort.

Ook voor René Lezard is zwart nog altijd een hoofdtoon in de nieuwe collectie. De ontwerper uit Schwabenland brengt spanning door het mengen van materialen: zachte, mouwloze chiffon bloesjes op strakke leren broeken of op een lange heuprok: Portofino-chic uit de jaren ’50. Sandalen met hoge hakken en riempjes, tassen en grote Jacky O.-zonnebrillen. Alles wordt eleganter bij Lezard. Zwart-witte hanenpoten combineert hij met een noppenblouse met strikkraag en een diepe ruguitsnijding. Kleur bekent hij alleen maar met terracotta, camel en geel.

De defilés van de Igedo zijn te zien in ‘Duitse mode’ op Vitaya tv, 28 februari om 21 uur, met heruitzendingen t.e.m. 6 maart.

Stany Hemiger

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content