De collecties van Annemie Verbeke lijken eenvoudig. Tricot, sterke lijnen en heldere silhouetten vormen het DNA van het Brusselse modemerk. Maar aan de schijnbaar moeiteloze ontwerpen gaan emoties en arbeid vooraf. Fysiek, maar bovenal mentaal.

“Ontwerpen is een mentale arbeid. Het is proza en poëzie tegelijkertijd”, zegt de Brusselse ontwerpster Annemie Verbeke, terwijl ze tussen haar notities scharrelt op zoek naar een foto die ze me absoluut wil tonen. Ze draagt een okergele jurk van eigen hand en draagt haar hennakleurige lange haren elegant samengebonden. “Ik ben op zoek naar een foto van Benedetta Barzini, aan wie ik mijn zomercollectie 2013 heb gewijd.”

Barzini, een Italiaanse die in de jaren zestig hoge ogen gooide als model en nadien in Milaan werkte als overtuigde marxiste, is volgens Verbeke “een gigantische vrouwelijke persoonlijkheid met een prachtig Grieks silhouet. Niet alleen toen ze jong was, maar ook nu, met haar prachtige grijze haren, haar gesculpteerde gezicht en lucide geest is ze een voorbeeld en inspiratiebron”.

VERLEDEN EN HEDEN

Verbekes atelier, in een achterhuis in de Brusselse gemeente Elsene, hangt vol foto’s, prenten en schetsen. Foto’s van schrijvers, acteurs en actrices. Hugo Claus, Meryl Streep, Marilyn Monroe. Maar ook van moeders en dochters, van glamoureuze socialites tot kloosterzusters. Stapels prentenboeken en talloze kunstboeken in allerlei talen liggen naast schetsen van de ontwerpster, stalen stof en patronen.

“Toen ik hier voor het eerst kwam, lag alles er belabberd bij. We hebben alles volgens de originele plannen gereconstrueerd. Er kwam een nieuwe vloer, nieuwe ramen net als het oorspronkelijke ontwerp”, legt ze uit en streelt de kat die zich tegen haar benen vlijt. “Later bleek dat hier een joodse familie woonde met een handschoenenfabriek. Weet je wat prachtig is ? Alle drie de eigenaars hebben twee dochters. Van de joodse handschoenmakers tot ikzelf, is dat niet mooi ?”

Poëzie en verbeelding zijn nooit ver weg in het werk van Annemie Verbeke. En dat al vijftien jaar lang. Ze inspireert zich op sterke vrouwen en artiestes, Marguerite Duras, Nancy Cunard, Barzini. Daarna volgt het ontwerpen. “Alles begint bij kleur. Kleur en materiaal. Dat is de basis.” De ontwerpster, in Ieper geboren en via een omweg van studies in Gent naar Brussel gekomen, werd bekend door haar collecties in tricot. “Zo begon ik. Ik was er weg van. Dat ben ik nog steeds.”

EVOLUTIE

“Niet alleen de hele collectie maakt een evolutie door. Ook kleuren hebben een leven. Kijk naar dit oranje”, zegt ze, terwijl ze een heloranje cardigan uit haar volgende zomercollectie toont. “Dat oranje evolueert naar roesttinten en kruidige kleuren, kaneel of kruidnagel. Niets is toevallig, maar alles gebeurt erg organisch.” Ze steekt nog een rode Gauloise op en nipt aan haar koffie. Ze vertelt vol passie over haar ontwerpen, haar verleden, haar toekomst.

“Ach, er is zoveel veranderd”, zucht ze. “Dat is ook normaal, ik draai al een eind mee. Het blijft een gevecht hoor, steeds opnieuw zoeken naar het juiste evenwicht tussen creativiteit en rentabiliteit, utopie en realiteit. Maar het is een gevecht dat ik graag aanga. Ik ben blij dat we in een tijd leven waarin we weer kunnen dromen, waar utopieën weer kunnen”, vertelt ze, en maakt notities op haar vertrouwde gele blocnote. “Vroeger, toen ik begon, waren utopiegedachten uit den boze. Maar nu worden we gebombardeerd door beelden en informatie, zodat we opnieuw de kracht moeten vinden om weg te dromen, een eigen wereld te creëren. Die werelden hebben we nodig. Die wereld probeer ik ook te maken.”

“Eigenlijk beschouw ik mezelf als een soort sociologe. Ik kijk en observeer hoe mensen spreken, hoe ze in relatie staan tot zichzelf, tot elkaar en tot de wereld. Dat vertaal ik dan creatief in mijn collecties.” Ze schenkt een glas witte wijn in. “Eigenlijk schrijf ik proza. Ik kijk en ik noteer. Welke stukken wil ik absoluut hebben ? Wat is onmisbaar voor mij en voor het merk ‘Annemie Verbeke’ ?” Ze strijkt wat plooien glad uit een jas, toont de plissé van een rok en wijst ook op de jurkjes in tricot. “Ik houd zo van die stoffen. Kijk, zo’n harde stof, dat is toch prachtig ? Dat zijn de basisstukken. Daaromheen wordt de rest van de collectie gestructureerd.” Ze houdt een kaneelkleurige jurk voor zich. “Dit jaar had ik écht zin in oversized. Ik zoek ook steeds nieuwe uitdrukkingsvormen. Ik combineer stoffen en kleuren, zoek nieuwe pasvormen. Een silhouet vormt zich ook naar de tijd. Ik schep dan wel een eigen wereld, maar ik sta niet buiten de realiteit. Ik probeer de maatschappelijke parallellen met vroeger creatief te bewerken tot een verhaal, tot een collectie.”

CAMUS

Die collecties staan al van in het begin in het teken van de vrouw, in al haar complexiteit en paradoxen, en die typeren ook de ontwerpster zelf. “Ik werk zeer secuur, maar ben tegelijk ook zeer emotioneel. Niets is rechtlijnig. Daarin verschil ik duidelijk van mijn broers”, lacht ze. “Ik ben op zoek naar een coherent verhaal, zonder in herhaling te vallen. Stukken moeten tijdloos zijn en moeten tegelijkertijd relevant zijn voor de vrouw van vandaag.” Dat vertaalt zich in prachtige stoffen en verrassende volumes, in een helblauwe mantel van Japans geweven stof of een oversized catsuit, een van de stukken waarvoor Annemie Verbeke zo bekendstaat. Hoewel haar collecties nooit bol staan van frivoliteit, ademen ze een lichtheid en elegantie. “De fantasie ligt veeleer bij de print, waarvoor ik trouwens samenwerk met mijn dochter. Elk stuk krijgt zo zijn identiteit.”

“Ik hoor rond mij dat mijn collecties jonger zijn geworden. Dat weet ik niet. Dat impliceert vervlakking en dat wil ik niet geweten hebben. Op elegantie staat geen leeftijd. Maar het klopt, de kleuren zijn weer wat frisser.” Ze wijst op de helgele jurken, zilveren truitjes en oranje cardigans. “Het royale blauw moest eruit. Ik vond dat het opnieuw tijd was voor een diep, helder groen.” Ook zwart, lange tijd verdwenen en vervangen door antracietgrijs, maakt een stille, bescheiden intrede.

Onafhankelijke ontwerpers hebben het niet onder de markt. De crisis weegt. “Dat klopt, maar twijfel is mijn drijfveer.” Dat evenwicht tussen eenvoud en raffinement, mannelijkheid en vrouwelijkheid, eerlijkheid en fantasie of expressie en intimiteit zoekt Annemie Verbeke ondertussen al vijftien prachtige jaren. “Ik heb energie te over om zo voort te doen. Ik ben een camusienne. Net als Albert Camus probeer ik mijn filosofie met mijn leven te verenigen. En met mijn ontwerpen.”

DOOR TIM DEVRIESE

“Het blijft een gevecht, steeds opnieuw zoeken naar het evenwicht tussen creativiteit en rentabiliteit, utopie en realiteit”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content