Meer dan tien jaar na het fenomenale succes van de culinaire love story ‘Rode rozen en tortilla’s’ schreef Laura Esquivel een bitterzoet melodrama over een telegrafist die feilloos aanvoelt wat er in het hart van anderen omgaat, behalve dan in dat van de vrouw van zijn leven.

L aura Esquivel, de eerste eredame van de Latijns-Amerikaanse literatuur (na Isabel Allende), houdt van metaforen. In Rode rozen en tortilla’s, waarvan wereldwijd vier miljoen exemplaren de boekwinkel uitvlogen, ging de liefde door de maag. Ook de filmversie, Como agua para chocolate, ging erin als zoete koek. Esquivel schreef zelf het script, haar toenmalige echtgenoot Alfonso Arau regisseerde. De prent werd alom gelauwerd en staat in de States nog altijd geboekstaafd als de meest succesvolle niet-Engelstalige film aller tijden. In de multimediaroman De wetten van de liefde, compleet met een vierkleurenstrip en een cd, zat er muziek in de liefde. En nu is er De liefde van don JĆŗbilo, waarin verlangens overgebracht worden door telegraaf en computer.

De don JĆŗbilo in kwestie heeft zijn naam niet gestolen. JĆŗbilo is namelijk Spaans voor vreugde, en laat het gelijknamige kind nu uitgerekend tijdens een lachbui van zijn moeder geboren zijn. Geen wonder dat het wicht zelf ook breed glimlachend in plaats van huilend ter wereld komt. Al vroeg wordt duidelijk dat JĆŗbilo over bijzondere talenten beschikt: hij kan zand horen zingen en insecten horen fluisteren. Maar nog belangrijker: JĆŗbilo heeft de gave om achter de woorden van mensen hun ware verlangens te raden. Op die manier verzoent hij op vijfjarige leeftijd zijn trotse Mayagrootmoeder met zijn Spaanssprekende moeder. In de jaren ’20 wordt JĆŗbilo de beste telegrafist van Mexico en gebruikt hij zijn talent om de Ć©chte wensen van zijn klanten te interpreteren en door te zenden, waardoor hij mensen dichter bij elkaar brengt. Intussen is JĆŗbilo getrouwd met zijn grote liefde Lucha, een meisje van rijke afkomst, maar een serie misverstanden, gecompliceerd door mysterieuze natuurverschijnselen, leidt tot een tragische breuk. Als don JĆŗbilo totaal verzwakt op zijn sterfbed ligt, leert zijn dochter Lluvia het morsealfabet, om op die manier met haar vader te communiceren en erachter te komen hoe haar ouders, eens vurige geliefden, uiteindelijk totaal van elkaar vervreemd raakten.

D e liefde van don JĆŗbilo bevat alle karakteristieken van een typisch Esquivel-boek: sensualiteit, charmante personages en een vleugje magisch-realisme. Helaas vergalt de auteur soms je leesplezier door haar boodschap over de gevaren van miscommunicatie er nogal nadrukkelijk in te rammen, als een chef-kok die zijn gasten bij elke hap vertelt wat ze precies proeven in plaats van hen rustig te laten eten. Om het met een Esquivelisme te zeggen: “Dit is een boek dat eerder tot het hart spreekt dan dat het de geest prikkelt.”

Dat belet niet dat het intussen alweer in de fictie-top-10 staat; de naam Esquivel wekt nog altijd grootse verwachtingen. Er bestaat ook een zekere mystificatie rond de schrijfster. Zo zou ze een astrologe raadplegen om de gunstigste datum voor de publicatie van haar boeken te bepalen en in elke hotelkamer een altaartje bouwen voor de vier elementen, waarvoor ze ’s ochtends een ritueel uitvoert. Haar commentaar: “Ach, ze schrijven zoveel. Er verschijnen zelfs interviews met mij van journalisten die ik nooit gesproken heb.”

Misschien ontstaan al die verhalen wel doordat Esquivel zo weinig over zichzelf loslaat. Haar huwelijk met Arau liep stuk toen hij weigerde haar te vergoeden voor het script van Como agua para chocolate. Maar daar zullen we het niet over hebben. Want Laura Esquivel is moe, doodmoe en murw geĆÆnterviewd. Bovendien maakt ze zich zorgen over haar zus die haar op deze promotietoer door Europa vergezelt en ziek is. Aanvankelijk beantwoordt ze mijn vragen in hortend Engels, daarna schakelt ze over op Spaans. Ik begrijp het meeste van wat ze zegt, een medewerkster van uitgeverij Arena vertaalt de rest. Maar het blijft een beetje een moeizaam gesprek. En dat over een boek dat over communicatie gaat…

De ironie wil dat Don JĆŗbilo ieders verlangens doorgrondt, behalve die van zijn vrouw. Met andere woorden: de grootste misverstanden bestaan tussen mensen die veel van elkaar houden.

Laura Esquivel: Dat heeft alles te maken met de geladenheid van een liefdesverhouding. We hebben de neiging om te veel te verwachten van de ander. Lucha komt uit een welgesteld gezin. Ze is smoorverliefd op JĆŗbilo, wil hem koste wat kost hebben, ook al omdat haar ouders hem geen geschikte huwelijkskandidaat vinden. Maar getrouwd zijn blijkt moeilijker dan ze dacht en al helemaal met een man zonder geld. Ze verwijt haar man dat hij er geen idee van heeft wat ze nodig heeft, en als hij haar onrealistische verlangens niet invult, voelt ze zich teleurgesteld en verraden. Waar het volgens mij op aan komt, is de ander te zien zoals hij is en niet zoals je hoopt dat hij zou zijn.

Wellicht ontstaan er een hoop misverstanden omdat we ervan uitgaan dat de ander precies denkt zoals wij.

We hebben allemaal een ander perceptie van de werkelijkheid, dat is waar. Daar komt nog bij dat we veel te veel op woorden vertrouwen. Maar er zijn ook onuitgesproken liefdesbanden. Na hun scheiding lijkt het alsof er geen enkele communicatie meer bestaat tussen JĆŗbilo en Lucha, maar als zij aan zijn sterfbed haar hand op de zijne legt, ontstaat er een overdracht van energie die bewijst dat de liefde tussen hen nooit uitdoofde. Je geeft iemand niet zomaar je ziel, daar blijft altijd iets van hangen. Daarom denk ik dat we al onze zintuigen voor elkaar moeten openstellen om elkaar waar te nemen zoals we echt zijn.

Is het geen onrealistische verwachting dat mannen en vrouwen elkaar echt kunnen begrijpen?

Si… Ik denk dat we het verschil gewoon moeten accepteren. Het heeft ook zijn charme met een wezen geconfronteerd te worden dat anders is dan wijzelf. Het is een prikkel, het houdt ons nieuwsgierig. Maar dat mag ons niet tegenhouden om te proberen elkaar te begrijpen. Natuurlijk denken en reageren mannen en vrouwen soms anders, maar wat ik in het boek wilde aantonen, is dat het probleem dieper zit dan dat en niet noodzakelijk seksegebonden is. Mensen staan gewoon veel te vlug klaar met een oordeel. Zodra we niet behandeld worden zoals we dat verwachten, is het de schuld van de ander. Als je je voor elkaar openstelt, kunnen er zich nog problemen voordoen, maar ze zijn niet onoverkomelijk.

Uw eigen vader was telegrafist. Is dit boek een eerbetoon aan hem?

Mijn vader was net als JĆŗbilo een heel goeie telegrafist, met veel liefde voor het vak. En ook hij kreeg op latere leeftijd de ziekte van Parkinson, zodat elke vorm van communicatie met hem heel moeilijk werd. Net als Lluvia heb ik geprobeerd via morsetekens met hem te communiceren, maar dat is niet gelukt. In die zin is het boek een soort wensdroom. Ik heb geschreven wat ik hoopte dat zou gebeuren. Maar verder is het niet autobiografisch. Ik wilde niet over mijn eigen verhouding met mijn ouders schrijven en daarom heb ik romanpersonages gecreĆ«erd.

U schrijft met veel warmte over de telegrafie.

Het was de oervorm van de moderne technologie die afstanden overbrugde en mensen dichter bij elkaar bracht. In een land als Mexico heeft de telegraaf het platteland uit de middeleeuwen gehaald en mensen uit hun isolement. Anderzijds werd de telegrafie snel door meer gesofisticeerde communicatiemiddelen voorbijgestreefd, zodat de pioniers snel in de vergetelheid raakten. Vandaar dat ik er met een zekere nostalgie over schrijf.

Uw houding tegenover de hedendaagse technologie is heel ambivalent. Vanwaar het wantrouwen?

De technologie op zich is natuurlijk niet slecht; alles hangt af van wie ze gebruikt en voor welke doeleinden. In Mexico hebben de zapatisten vanuit de Sierra via het internet miljoenen mensen in het buitenland kunnen bereiken om de doelstellingen van hun beweging uiteen te zetten. Zo wonnen ze veel steun en aanhang zonder dat de regering kon ingrijpen. Zelf maak ik deel uit van een netwerk van vrouwen die het internet gebruiken om van gedachten te wisselen over maatschappelijke kwesties en om congressen en demonstraties te organiseren. Het is dus zeker niet zo dat ik een irrationele angst voor de moderne communicatiemedia koester. Toch vind ik niet dat ze wezenlijk bijdragen tot de vooruitgang en de vrijheid. De wereld in zijn geheel is er niet democratischer op geworden, er lijden nog altijd miljoenen mensen honger. Bovendien leidt de onbeperkte woordenstroom die we nu ter beschikking hebben vaak tot non-communicatie…

Terwijl je je met de telegrafie noodgedwongen tot de essentie van de dingen beperkte.

Precies. Nu wordt er via het internet ontzettend veel flauwekul verpreid: stadslegendes en pertinente leugens. En dan die mensen die via chatboxen urenlang met elkaar wauwelen maar daarbuiten nauwelijks in staat zijn een fatsoenlijk gesprek te voeren… Dat is toch geen wezenlijk contact. Zelf heb ik nog altijd het liefst oogcontact met een gesprekspartner, dan weet ik meteen wanneer iemand liegt. Ik heb heimwee naar een manier van omgaan met elkaar. Nee, niet zozeer naar familiebanden, in vergelijking met de rest van de wereld worden die in Mexico nog redelijk in ere gehouden. Maar naar een diepgang in de menselijke relaties die meer en meer verloren gaat.

In al uw boeken speelt het bovennatuurlijke een rol.

Voor mij is niets bovennatuurlijk. We weten allemaal: er is meer in deze wereld en daar moeten we respect voor opbrengen. Sinds mijn adolescentie heb ik ervaring met de spirituele wereld, voor mij maakt dat gewoon deel uit van het leven. Ik ben religieus opgevoed maar niet streng, en vanaf mijn zeventiende heb ik ontzettend veel filosofische werken gelezen. Door overal het beste uit te puren heb ik mijn eigen levensvisie gevormd. Zo geloof ik bijvoorbeeld niet in de dood, in die zin dat ik denk dat onze energie niet verloren gaat, maar enkel een andere vorm aanneemt.

In de alternatieve sfeer wordt er toch enorm veel bedrog gepleegd.

Maar het zou verkeerd zijn uit angst voor het onbekende alleen vertrouwen te hebben in wat je kunt controleren. Dat vind ik pas onwetend en hoogmoedig. Galilei kon in zijn tijd toch ook niet bewijzen dat de aarde rond was en rond de zon draaide. En zo zijn er oneindig veel dingen waar de wetenschap nu nog geen sluitend bewijs voor heeft, maar waarvan ik overtuigd ben dat ze bestaan. (Na het interview zal ze in een opwelling vertellen dat ze als jong meisje door een heler van een hersenaandoening genezen werd, LA)

Ben u altijd een beetje een hippie gebleven?

Si! Ik ben een typisch product van de sixties en ik klamp mij nog altijd vast aan de idealen van toen. Ik blijf denken dat het mogelijk moet zijn om in vrede te leven en door liefde de wereld te veranderen. In de intieme levenssfeer zijn er zoveel kleine dingen waar ik kracht uit put: muziek, mooie bloemen in mijn huis, lekker koken voor mijn vrienden. Natuurlijk heb ik zoals iedereen de nodige teleurstellingen opgelopen, maar nooit in die mate dat ik twijfelde aan de liefde als enige universele waarde in het leven. Welnee, daar moet ik geen offers voor brengen. De enige opoffering is jezelf liefde te onthouden.

Laura Esquivel, De liefde van don JĆŗbilo, Arena/Standaard, 186 p., 725 fr./ 18 euro.

Linda Asselbergs / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content