Iemand als Herman Portocarero zou in de Marollen veel bekend volk tegenkomen. De diplomatieke wereld waarover de auteur en ambassadeur in dit nummer vertelt ( p.64), kent de quartier maar al te goed. De Brusselse volkswijk aan de voet van het Justitiepaleis telt vermaarde restaurants, en die hebben aantrek. Van EU-functionarissen en expats, maar ook van de burgerij uit Ukkel en media- en reclamemensen. Op de stoep van L’Idiot du Village, een befaamde bistro naast mijn appartement, zie ik avond na avond hetzelfde tafereel : dames in chique tailleurs stappen uit voor de deur, waarna manlief de voiture de luxe ( p.70) parkeert. Liefst niet al te ver – een mens ziet al genoeg onheil in een armeluizenbuurt.

Het elegante publiek dat zich zo schichtig toont, zou niet misstaan in de designercafés van Milaan ( p.98). In een wijk vol sociale woningen zijn ze veeleer een curieus gezicht. Die wijk wordt (onterecht) onveilig genoemd, en daar is de zichtbare armoede niet vreemd aan. Aanvankelijk woonden in de Marollen vooral handarbeiders uit de textielsector. Later, eind 19de eeuw, werd het een arbeidersbuurt. De grootmoeder en moeder van Kuifje-tekenaar Hergé werden er geboren en ook de wieg van levende jazzlegende Toots Thielemans stond in de Uugstroet. Crisissen in de industrie luidden de verpaupering in. Opnieuw, want de Marollen flirtten al langer met de zelfkant. Al in de 16de eeuw leefde een derde van de bewoners van de bedelarij.

Typisch is ook het multiculturele wijkleven. Begin jaren ’40 woonden er 5000 Belgische joden, de jongste jaren vooral kansarme Noord-Afrikanen en Oost-Europeanen. Toen ik vroeger ’s avonds thuiskwam, verraadden de geuren in de trapzaal de nationaliteiten in het pand : Spanjaarden en Marokkanen, maar ook Kongolezen en Chinezen. Ze schurkten naast oude Marolliens, een taai ras met een onnavolgbaar accent. Mijn buurvrouw is hier geboren en getogen, een humeurig mens met wie je liever geen problemen hebt.

De Marollen zijn gemaakt van smalle straten en kleine huizen. Mensen noemen elkaar er bij de voornaam. Uniek in Brussel, maar de bewoners zijn dan ook koppig. Het was hier dat in de Middeleeuwen opstanden tegen de adel uitbraken en eind jaren ’60, naar aanleiding van de uitbreidingsplannen voor het Justitiepaleis, de eerste bewonerscomités voor een menselijke stadsontwikkeling ontstonden. Vrouwe Justitia onteigende in 1866 al duizenden Marolliens. Een nieuwe kaalslag, dat verteerde de wijk niet.

Nu staat er weer een bataille voor de deur. Zodra de zon schijnt, blijft van het dorpsgevoel niet veel over. Dan brengt de vlooienmarkt op het Vossenplein een volksverhuizing op de been, zeker nu een lift haar met de Louiza-wijk verbindt. Net als nieuwe uitgaanscentra als het Brusselse Sint-Goriksplein en Antwerpen-Zuid ( p.92), worden de Marollen steeds aantrekkelijker. Er wordt aan de lopende band verfraaid, het stadsbestuur en de culturele sector tonen weer interesse, en overdag kun je er terecht in moderne lunchzaken, antiekwinkels en designtempels.

Waar nieuwe panden opgetrokken worden en andere gerenoveerd, stijgen echter ook de huurprijzen. Zo verdwijnt een wereld in de wereld. In onze nieuwe City Delhaize zie ik steeds meer mensen met een herkenbaar profiel : twintigers en dertigers, alleenstaand of samenwonend, en even dol op authenticiteit als kant-en-klare maaltijden. De gentrificatie van de wijk verandert zelfs mijn trapzaal : de zinnenprikkelende aroma’s worden merkbaar schaarser.

In de Marollen vind je nog steeds speciaalzaken en maatpakhuizen, kledingmakers van het genre dat deze winter goed in de markt ligt ( p.31). Maar lofts houden niet van armoede. Minder gegoede inwoners worden stilaan naar minder fraaie wijken verjaagd, soms naar daklozenhuizen. Sla er Marollen/Marolles op na, het zopas verschenen fotoboek van Kurt Deruyter : de “armenbuurt” is een veelkleurige lappendeken geworden. Nieuwe Marolliens, zoals ik, die vielen voor het échte karakter van de Marollen, zijn er evengoed aan voor de moeite. Met wat pech blijft daar straks niets van over. Dan zijn we allemaal dorpsidioten geworden.

:: Reacties : wim.denolf@knack.be

:: www.weekend.be

Op de site van Weekend Knack ontdekt u wat u op tafel kunt zetten, waar u uw vakantie kunt doorbrengen, wat u in uw kleerkast moet hebben, hoe u uw huis renoveert… En u kunt er ook uw mening kwijt.

WIM DENOLF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content