Graag wat meer uitleg over deze elegante koffiekan (25,5 cm hoog).

Deze mooie kan stamt uit de eerste helft van de 19de eeuw en werd vervaardigd in de beroemde porseleinmanufactuur van Doornik. Een bedrijf met een politiek verleden, want het werd in 1750 door een faiencefabrikant uit Rijsel opgericht, twee jaar na het Verdrag van Aken dat Doornik losmaakte van Frankrijk. In Frankrijk werd de porseleinfabricage op bevel van het hof gemonopoliseerd door de manufactuur van Vincennes en vanaf 1756 door die van Sèvres. De andere fabrieken moesten dus hun activiteiten stoppen. Dit monopolie hield stand tot rond 1780. Daardoor verkeerde de grensstad Doornik in een uitzonderlijke positie. De Doornikse manufactuur kon wel vrij produceren en exporteren over heel Noord- en West-Europa en uiteraard ook naar Frankrijk. Doornik werd dus uitermate belangrijk. Er werd van het beste porselein gemaakt, zowel beeldjes als serviesgoed. Pas in de loop van de 19de eeuw verloor Doornik haar uitzonderlijke positie. In 1850 raakte het bedrijf in moeilijkheden en werd overgenomen door de gebroeders Boch. In 1882 sloot het bedrijf ten slotte zijn deuren.

Het 18de-eeuwse porselein uit Doornik is bij het grote publiek minder goed bekend. Daar bestaat een verklaring voor: het was destijds nogal duur en enkel bestemd voor de hogere klasse. Bovendien werd het massaal geëxporteerd, waardoor er veel van in het buitenland vertoeft. Wij zijn vooral vertrouwd met het witte porselein met blauwe decors dat grotendeels voor de binnenlandse markt bestemd was. De decors zweven tussen Lodewijk XVI-stijl en empire. Dergelijke koffie- en theeserviezen werden in Doornik gemaakt vanaf 1780 tot diep in de 19de eeuw. Al naargelang van het gebruikte randje onderscheiden we verschillende decors. Deze kan behoort tot het décor à l’épi, want het basismotiefje lijkt inderdaad op een korenaar. Daarnaast bestaat ook het décor à la chenille, met golvend randje, en het décor au gland, met een eikel.

Na het opheffen van het monopolie werd het Doorniks porselein, dat inmiddels zeer populair was in Frankrijk, ook daar nagebootst. In Arras werd het bijna letterlijk gekopieerd. En in 1817 opende een nazaat van de stichter nog een nieuwe fabriek in Noord-Frankrijk om voor de Franse markt te kunnen produceren, want die markt was afgesloten door de continentale blokkade. Het is dus heel normaal dat fabrikanten aan de landsgrenzen op twee plaatsen produceren als dat hen goed uitkomt. De West-Vlaamse textielbaronnen waren niet de eersten die deze tactiek toepasten.

Deze koffiekan uit de 19de eeuw heeft natuurlijk veel meer waarde als onderdeel van een volledig servies. Volledige serviezen zijn zeldzaam, want veel porselein sneuvelde door gebruik of de serviezen werden verdeeld door erfenissen. Zo’n eenzame kan is 8000 à 10.000 fr./ ca. 200 à 250 euro waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content