Kijk je bij valavond dwars door dit huis, dan lijkt het op een toneeldecor met drie verschillende scènes boven elkaar.

We namen de proef op de som en installeerden ons bovenop de loods van een buur om ’s avonds binnen te gluren. Natuurlijk alleen om de in het oog springende architectuur te bewonderen. Beneden vang je een glimp op van de bloemenwinkel, waar je schimmen ziet bewegen tussen het groen. Op één hoog zie je de leefkamer, met een zicht dwars door het huis: je kan zelfs de zithoek van de eethoek onderscheiden. Alleen het zicht op de slaapkamer is onduidelijk door de reflectie van de hemel in het vensterglas: een goeie zaak voor de privacy. Zelden hebben achtergevels van rijhuizen een geslaagde stijl. Deze gevel is mooi én vergroot de woonkwaliteit. Daardoor hebben de bewoners niet het gevoel opgesloten te zitten in een eng huis; de architect zorgde voor enkele goed geproportioneerde ruimten. Van de achtergevel genieten ze zelf het meest als ze op hun terras zitten. De weinig spectaculaire omgeving wordt door monumentale houten wanden uit het blikveld weggehouden.

Architect Jan Hermant heeft dit project deskundig aangepakt. Dit kleine huis had oorspronkelijk geen enkele architectonische betekenis. Het ligt vlak bij de kerk van Sint-Kruis, een deelgemeente van Brugge. De omgeving toont geen merkwaardige of oude gebouwen, maar stereotiepe rijarchitectuur zonder veel fantasie. Het pand heeft een gevel met drie traveeën: twee vensters met in het midden een deur waarachter de trap. Links en rechts van de inkom waren er kleine woonkamers en achteraan een keuken. De woning is dus redelijk breed, maar ondiep.

Op het gelijkvloers baat de bewoonster een bloemenwinkel uit, die de architect ook vormgaf. Aan de voorgevel werd nauwelijks iets gewijzigd, en ook de trap bleef bewaard. Boven werd het hele interieur herkneed: een serieuze klus. “Want eigenlijk was het programma van een grote winkel plus woning te zwaar voor dit pand”, zegt architect Hermant. “Ik heb dus wel het oorspronkelijke bouwvolume volledig bewaard, maar alle aanbouwsels afgebroken.” Het stuk nieuwbouw creëert geen nieuwe, aparte vertrekken, maar verruimt het oude gebouw. Doordoor ontstaat er een grote winkelruimte, en een ruime woonkamer op één hoog. Binnenin is de vormgeving niet zo bijzonder. Door de trap en in de woonkamer ook de schoorsteenboezem en de deuren te bewaren, bleef het vroegere uitzicht van het interieur zelfs min of meer bewaard.

Maar de aanbouw ontwierp Jan Hermant wel met een hedendaagse vorm en afwerking. Hij koos voor een volledige houten constructie, van buiten bekleed met brede planken cederhout. “Dat heeft een groot praktisch voordeel”, zegt Hermant. “Heel de bouw werd grotendeels gerealiseerd door één man, één aannemer, die zowel de ruwbouw als de ramen maakte en plaatste.” Bij een klassieke bouw met baksteen moet het werk van verschillende aannemers en vaklui worden gecombineerd. Houtbouw is niet goedkoper, maar een stuk eenvoudiger te realiseren.

“Voor zo’n verbouwing ben je als architect minder een vormgever dan een soort organisator”, resumeert Jan Hermant. “Want veel aandacht gaat naar de indeling, de circulatie en meer van die praktische zaken. In dit huis is alles bijvoorbeeld tot op de vierkante centimeter bemeten, want er was geen overtollige ruimte. Waar het kon, zoals in de living, bleven de hoge plafonds bewaard. In een andere deel van het huis werd de zoldering verlaagd om de kamer erboven, onder de nok, meer hoogte en ruimte te geven.” Er was ook aandacht voor de details. Kijk maar naar de ramen waarvan het glas gevat zit in koperen profielen: het schrijnwerk lijkt er zoveel lichter door.

Door zijn transparante en krachtige vormgeving verfraait dit huis ook de omgeving.

1 8

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content