Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Misschien bent u toevallig een De Morgen-lezer. Dan heeft u stellig het stukje van Geert van Istendael gelezen over Gezond eten. Onze toornige publicist vond dat dit absoluut onder de aandacht van het volk moest worden gebracht. Hij had het eigenlijk geschreven voor een brochure over bewust kiezen wat je eet. En wat had men gedurfd: men had dat stukje geweigerd! Dat iemand het bestaat om de baldadige gedachten van een wijs man als Van Istendael naar de prullenmand te verwijzen, het is toch ongehoord. Gelukkig is er nog die ene krant die hem altijd weer asiel verleent als hij elders wordt afgewezen… Of zullen we zeggen dat hij misbruik maakt van hun kolommen voor zijn privĆ©-afrekeningen?

De heer Van Istendael had een keer vegetarisch gegeten, was daar doodziek van geworden en besloot dus maar meteen dat het allemaal onzin was. Het feit dat zijn oprisping geweigerd werd door die mevrouw van het Netwerk Bewust Verbruiken deed hem besluiten dat al die “ideologie in de keuken even walgelijk is als een worm in bloemkool”. Censuur, kraaide hij.

Nee, het was gewoon een lullig stukje van een zeurende, wat wereldvreemde man die toevallig de ziel uit zijn lijf gekotst had na een vegetarische maaltijd. Als Geert van Istendael vertoornd is, laat hij meestal alle nuance varen. Dan slaat hij wild om zich heen als een Don Quichot, overtuigd van het eigen gelijk. Zijn tirades tegen Antwerpen en de Antwerpenaars zijn intussen wijd en zijd bekend. Je kunt alleen maar raden naar de reden van zijn afkeer. Is hij ooit afgewezen door een Antwerpse? Wat Geert van Istendael over bazen denkt, behoort ook tot het publieke domein. Hij koketteert immers graag discreet met zijn afkomst, de hoogste regionen van de vakbondsaristocratie.

Geert van Istendael weet alles beter. Hij is de grote verdediger van de verdrukte en ietwat domme, naĆÆeve mensheid, die op vilten pantoffels vanuit zijn werkkamer kapittelt en fulmineert.

En wee degenen die het aandurven het niet met hem eens te zijn of hem te dwarsbomen, want die nagelt hij publiekelijk aan de schandpaal. Tot vervelens toe. Acht jaar later is hij het nog steeds niet vergeten dat ik een stukje van hem weigerde in het intussen niet meer bestaande Style, blijkt uit zijn anti-vegetarische tirade in De Morgen. Dat geweigerde stukje ging over bazen, inderdaad. Maar het was vooral baldadig. Van Istendael wou even aftasten waar de grenzen lagen. Uitdagen dus. Ik heb er nog altijd geen spijt van dat ik indertijd neen zei en bleef zeggen.

Maar terug naar het begin. Geert van Istendael is graag in de contramine. Dus wanneer de halve wereld zich zwaar zorgen maakt over wat er op zijn bord komt, dan poneert hij dat “gezond eten nooit lekker is en lekker eten zelden gezond”. Van een platitude gesproken!

Maar ja, wie Geert van Istendael wil, kan hem krijgen. Tegen fikse betaling uiteraard, want de heer van stand leeft van zijn pen. Hij denkt het zich te kunnen permitteren om in bladen of brochures, die hij eigenlijk niet au sĆ©rieux neemt, wat te raaskallen. Raaskallen met stijl natuurlijk, want een geraffineerde spitse pen heeft hij wel. En zo’n stukje is snel geschreven.

Wie het waagt niet om het even welk menu dat Van Istendael serveert, zonder morren tot zich te nemen, moet niet vreemd opkijken als de zeer geƫerde broodschrijver hem de volle laag geeft in de kolommen die hem op geregelde tijdstippen zijn voorbehouden in De Morgen.

Dit soort vileine saters is het gewend dat Vlaanderen voor hen plat op de buik gaat. Dat ze het publiek om het even wat kunnen oplepelen. En dan is daar toch wel zo’n simpele mevrouw van een verbruikersclub of een modeontwerpster die het waagt om neen te zeggen tegen een van hen. Of zou het typisch zijn voor vrouwen om dat soort ijle geblaas en gedaas iets sneller te doorzien in het cenakel van de schrijvende herenclub?

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content