DIT GAAT WERKEN

Pieter Roesbeke in een studio van StoryMe, waar ze complexe boodschappen vertalen in korte, verhelderende filmpjes. © Stefaan Temmermans

Voor elk beroep dat verdwijnt, verschijnt er wel een nieuw in de plaats. Op bezoek bij drie mensen die veelbelovende beroepen uitoefenen: een motion designer, een producent van insectenvoeding, en een hennepverwerker.

Geen enkel beroep heeft het eeuwige leven. Voortdurend verdwijnen er uit ons straatbeeld, soms geruisloos, soms bliksem-snel. Door goedkope Chinezen, slimme software, disruptieve businessmodellen of polyvalente robots. Sinds de eerste industriële revolutie verdwijnen er beroepen aan de lopende band. Doemdenkers menen dat op korte termijn de helft van onze jobs vervangen zal worden door robots, vooruitgangsoptimisten geloven dat er voor elk verdampt beroep een nieuw aan de horizon verschijnt. Ik behoor tot de tweede soort. Veranderende consumentenwensen en nieuwe technologieën scheppen voortdurend nieuwe beroepen. Het is slechts een kwestie van tijd vooraleer we allemaal een beroep doen op de 3D-Harry, een manusje-van-alles die herstellingen uitvoert met onderdelen die hij laat rollen uit een 3D-printer. Vele nieuwe beroepen zullen cirkelen rond big data & privacy, daar zijn alle economische profeten het over eens. Als alles volgens plan verloopt, studeren in de zomer van 2017 de eerste dertig kinderwensconsulenten af aan de hogeschool PXL in Hasselt. Zij moeten mensen die moeilijk zwanger raken begeleiden. Of wat dacht je van de digitale diëtist ? Hij is gespecialiseerd in het weghalen van technologie uit het leven van gestresste mensen en dompelt ze tijdelijk onder in een analoog bad. En schrijf maar op : de producent van insectenvoeding (zie verder) heeft de toekomst voor zich, tenminste als we zeven miljard monden van voedsel willen blijven voorzien.

DE MOTION DESIGNER

Pieter Roesbeke is jong (25) en veelbelovend, net als het bedrijf waarvoor hij werkt. Het Gentse StoryMe verovert de wereld met videoanimaties die in ongeveer één minuut complexe boodschappen uitleggen. Tomorrowland lust ze wel, net als KBC en tal van andere bedrijven. Er komt vandaag een tsunami van informatie op ons af, en een complexe boodschap simpel en behapbaar brengen, is een troef. De mobiele revolutie – iedereen gaat mobiel vandaag – doet de video’s ook boomen. In plaats van te scrollen door pagina’s tekst, kijken we liever naar een video van één minuut. En dankzij 4G-technologie – en binnenkort 5G – kunnen we ze overal streamen.

Pieter toont me enkele one minute-animaties op zijn smartphone. Ik kom ogen tekort : een voice-over, tekst en bewegende beelden dansen een complexe tango, al oogt het geheel eenvoudig. Achter zo’n animatie schuilt het werk van onder andere copywriters, artdirectors, illustrators en motion designers. “Als motion designer breng ik stilstaande beelden tot leven. We manipuleren met positie, rotatie, tijd.” Pieter studeerde beeldende kunst aan de Luca School of Arts, en bewandelde velerlei wegen. Hij twijfelde tussen webdesigner, animator en zelfs schilder, omdat hij gezegend is met veel tekentalent. Na zijn bachelor deed hij een stage bij StoryMe. “Ik moest hen zwaar overtuigen van mijn kunnen. Je moet een eigen stijl ontwikkelen en technische bagage verwerven.”

Zijn master werkte hij niet meer af. Op een dag liet hij de artdirector zijn nieuwste motion design zien – hijzelf met een hond die achter een bal aanholt – en die was zo onder de indruk dat Pieter een contract kreeg. Motion design is creatieve concentratie. Het is heel moeilijk om de juiste talenten te vinden, want er zijn voorlopig nauwelijks scholen die de opleiding aanbieden. StoryMe investeert heel veel tijd en geld om haar motion designers intern op te leiden en naar een hoger niveau te tillen, via extra opleidingen, gezamenlijke feedbackmomenten en inspiratiesessies met internationale toppers. Misschien komt er ooit wel een StoryMe Motion Design University. Pieter vervolmaakt zich nu met onlinecursussen, zoals de internationale School of Motion, een opleiding van zes weken waarvoor hij elke dag een opdracht indient. “We moeten zelfs kennis hebben van de wetten van de zwaartekracht. Een papieren vliegtuigje moet bewegen zoals in het echt, een bal botst steeds lager. Alles moet smooth zijn, lineaire bewegingen zijn uit den boze.” Regelmatig skypet hij zelfs met de toppers wereldwijd. “De motion designers bij Google zijn de voortrekkers. Zij bepalen wat goed is, maar uiteindelijk moet je je eigen stempel drukken en bereid zijn om voortdurend bij te leren, of het houdt op.”

storyme.com

DE PRODUCENT VAN INSECTENVOEDING

Een industriegebouw van dertien in een dozijn in Moorsele. Achter de gevel maken we kennis met David Creëlle, kok van beroep, maar sinds vijf maanden fulltime producent van insectenvoeding. Met haarnetje en dito bescherming voor handen en voeten toont hij mij ‘zijn’ krekelkroket, die gepaneerd uit een kroketmachine rolt. Het interview laat hij over aan zijn enthousiaste wederhelft Liesbet Minne, die een balletschool runt en lesgeeft aan hoogbegaafden. Liesbet en David zijn partners in zaken en in de liefde. Hun ondernemersverhaal begon in augustus 2013 in Thailand, op reis. Daar proefden ze allebei voor het eerst van insecten. Eenmaal thuis begon David in de keuken te experimenteren, hij combineerde insecten met de juiste groenten en ingrediënten tot lekkere gerechten, van loempia’s van meelwormen tot bananenbrulée met caramel, wasmotrups, rabarber en insectenijs. In december 2013 keurde België tien insecten goed voor menselijke consumptie, hét sein voor Liesbet en David om een pop-uprestaurant in Maarkedal te openen. Na een optreden in Reyers Laat was het hek van de dam. Vooral hun krekelkroket gooide hoge ogen en was al snel te koop in een aantal lokale frituren. “We wilden ontdekken of insectenvoeding ook bij Jan met de pet in de smaak viel, zie het als marktonderzoek.” Daarna volgde Bugs World Solution Food, een restaurant in Gent. Ook dat viel in de smaak, en nadat een aantal Colruytjongens er kwamen eten, belde Liesbet de retailer zelf op. “Ik zei dat ik het jammer vond dat Bioplanet, dat symbool staat voor ecologisch denken, geen insectenvoeding in de rekken had.” Zoveel vergaderingen, degustaties en onderhandelingen later, liggen drie van hun producten in de Bioplanetrekken : de krekelkroket, de groene bugsbal (op basis van erwten en wasmotrups) en de rode bugsbal (op basis van sprinkhaan en rode biet). Ondertussen wenkt ook het buitenland en is er een derde persoon mee aan boord, als investeerder en aandeelhouder. Liesbet : “Hij heeft tonnen ervaring in productie en zakendoen en hielp ons de voorbije drie jaar reeds enorm.”

Liesbet en David, die ondertussen hun restaurant sloten om zich honderd procent te focussen op de productie van insectenvoeding, willen er zo veel mogelijk mensen van overtuigen dat het eten van insecten supergezond is. Ze zitten boordevol eiwitten, koolhydraten en vitaminen, maar het zijn ook ecologisch verantwoorde beestjes. Voor de productie ervan heb je veel minder water, energie en voedsel nodig dan bij vlees. Liesbet : “Mijn energie komt deels vanuit een frustratie. We moeten veel duurzamer omgaan met onze voedselproductie en -consumptie. Wij zijn pioniers in België, ja. Maar ik ben er zeker van dat de sector van insectenvoeding ooit even groot wordt als de vleesindustrie, al zullen we wel moeten afrekenen met lobby’s allerhande.” Liesbet wil ook zo veel mogelijk kinderen mobiliseren via le- zingen en workshops, want de volgende generaties zullen bepalen of insectenvoeding doorbreekt bij het grote publiek.

bugsworldsolutionfood.com

DE HENNEPVERWERKER

Een openluchtveld in Erwetegem. Hier groeien hennepplanten, meer bepaald Cannabis Sativa L. Eigenaar is Mathieu Hendrickx. In een vorig leven runde deze prille veertiger een melkvee- en akkerbouwbedrijf. Voor u op verkeerde ideeën komt, dit is geen illegale marihuanaplantage van een tot wanhoop gedreven landbouwer. Zijn plantjes bevatten nauwelijks hallucinogene – lees : roesverwekkende – stoffen, ze worden gebruikt als isolatiemiddel voor een nieuwe bouwtechniek die Mathieu ontwikkelde met zeven vennoten. Industriële hennep mag volgens Europa niet meer dan 0,3 procent THC (tetrahydrocannabinol) bevatten, de psychoactieve stof die bepaalt hoe roesverwekkend cannabis is. Deze hennep heeft een THC-gehalte dat lager is dan 0,2 procent.

Omdat zijn melkkoeien niet meer rendabel waren – “Ik werkte zeven op zeven, en hield niets over” – broedde Mathieu al langer op een plan B. Hij verzamelde rond zich een kernteam van bouwexperts met ervaring in zowel industriebouw als woningbouw en in augustus 2015 was Hemp in a Box een feit, een prefab bouwsysteem van kalkhennepmuren in houtskelet. Mathieu : “Ik vermaal de hennep en meng hem met kalk, mineralen en water tot kalkhennep, een veelzijdig bouwmateriaal met unieke isolerende en vochtregulerende kenmerken. Je bouwt er een gezond huis mee zonder milieubelastende isolatiematerialen.”

Hennep heeft een eeuwenlange staat van dienst, maar in de twintigste eeuw werd het gewas verdrongen door goedkopere geïmporteerde vezels zoals katoen en later synthetische vezels zoals nylon. Tegelijkertijd lobbyden petrochemische en papierproducenten uit alle macht tegen de industriële hennepteelt. Dat leidde in 1937 tot de Marihuana Tax Act, die een hoge belasting op het produceren en verhandelen van hennep oplegde, waardoor het een economisch oninteressant gewas werd. Een Europese verordening in 1992 zette het licht weer op groen voor industriële hennepteelt, en sindsdien ontluikt de plant weer, van Canada tot België. Hennep kent vandaag honderden toepassingen en wordt verwerkt in voeding, kledij, en zelfs als composiet in de bumpers van auto’s. Mathieu gelooft honderd procent in het polyvalente gewas. Steeds meer scholen, musea en brouwerijen willen met hem samenwerken. “Met ons concept is ventilatie zelfs overbodig in een woning. Alleen : leg dat maar uit aan de overheid. Die blijft hameren op verplichte ventilatie.”

Hij gaat zijn hennepplantage regelmatig inspecteren. Niet zelden vormt ze, in volle bloei, het doelwit van studenten met grijpgrage handen. “Maar van industriële hennep word je niet high, alleen maar mottig.” Binnenkort zaait Matthieu ook twaalf hectare extra, speciaal voor het zaad. Dat wordt verkocht als vogelzaad, maar ook verwerkt in menselijke voeding. Matthieu : “Er komen steeds meer henneptelers en -verwerkers bij in Wallonië en Vlaanderen. Voor de toekomst van dit beroep is het cruciaal dat telers, verwerkers en handelaars geïntegreerd gaan samenwerken.”

hempinabox.be

Tekst Sam De Kegel & Foto’s Stefaan Temmermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content