Grofweg ingeschaald kun je in de mensheid twee soorten onderscheiden en meer dan voor een goed overzicht wenselijk is, zijn die in eenzelfde gespleten persoonlijkheid verenigd. Je hebt het soort dat, als het een huisjesslak tegenkomt die lijzig haar zilveren sporen over het trottoir trekt, gefascineerd toekijkt en ervoor zorgt zijn lompe voeten elders neer te planten. Je hebt ook het soort dat zijn voet dan bij voorkeur op de huisjesslak zet en er plezier aan ontleent het krokante gedeelte onder zijn zool te voelen kraken, terwijl je toch zou denken dat er voldoende plaats naast was. Met de eerste mensensoort valt doorgaans wel te praten. Van de tweede soort weet je dat minder zeker, bijvoorbeeld als je ze in Gaza tegenkomt of in het luchtruim boven Oekraïne.

Wat voegt het aan de wereld toe te zeggen dat ik geschokt was, zoals ik allerhande leiders hoorde verkondigen ? ‘Geschokt’ is zo’n woord uit hetzelfde register als ‘gegriefd’, ‘gebelgd’ of ‘betreuren’ : te netjes aangekleed en te welopgevoed om rauwe emoties te vertolken. Zoals iedereen zag ik de reis-Stratego, het boekje van Nijntje en de speelkaarten, waarvan de schoppenaas van tien kilometer hoog naar beneden was gedwarreld. Ik zag de lichamen tussen de zonnebloemen, die hun bloemen naar de zon wendden zoals op alle andere dagen. In tegenstelling tot wat men misschien zou denken, zijn bloemen niet teergevoelig. Het laat ze onverschillig of er lichamen naast hun stengels liggen te stinken, tenzij er misschien organische meststoffen uit vallen te betrekken. Bloemen zijn pragmatische smeerlappen en de wereld is een met buislampen verlichte danszaal, ondanks de romantiek en liefde Gods die wij erin trachten te ontwaren. Waar zat de goede Herder toen de luchtdoelraket werd afgeschoten ? Twaalf hele seconden had Hij om ze om te leiden, maar als vanouds waren zijn wegen ondoorgrondelijk.

’s Avonds, in die drukkend warme week waarin de ruiters van de Apocalyps joelend en steigerend uitreden, had ik het geluk te worden uitgenodigd op een enigszins ordentelijk trouwfeest. Doorgaans ben ik niet zo’n aanhanger van trouwfeesten omdat ik vind dat daar het lot getart wordt door met toeters en ringen van mooiste dagen te gewagen. Ook zijn er altijd wel wat nonkels bij wie de das in de loop der avond verhuist van hals naar voorhoofd, waarna zij bij deejay Eye of the Tiger aanvragen en brallend luchtgitaar spelen – voor zover de Marie Louise al niet in volle glorie uitvaart.

Typerend voor huwelijksfeesten zijn ook de spots in primaire kleuren en de genaamde discobollen, bezet met spiegeltjes ter grootte van postzegels die vonken hoopvol licht over de aanwezigen sprenkelen.

“Kijk !”, wees mijn dochter van twee in opperste verrukking toen zij dit verschijnsel zag, voor de eerste keer in haar leven. Ik begreep dat zij iets wat mooi en nieuw voor haar was, met mij wilde delen. Ik benijdde haar haar enthousiasme, denkend aan de dozijnen discobollen die ik in mijn leven al gezien had in roetige gribussen en besmuikte danszalen. Ik dacht aan al het gore dat ik kende, maar dat zij nog voor het eerst moest horen, zoals de pogingen die lijkenpikkers hadden ondernomen om met de bankkaarten van slachtoffers geld af te halen. Ik dacht aan de woorden die onlangs tot mij kwamen uit de mond van een personage in een B-film : “De grootste meesterzet van de duivel is dat hij het klaargespeeld heeft dat wij niet meer in zijn bestaan geloven.”

Niettemin glimlachte ik naar de kleine meid en knipperde met de ogen, omdat mijn hart nog niet vereelt is maar met zo’n deurketting blijft openstaan voor het goede & het lieve & het schone.

The Final Countdown daarentegen, daar moeten ze niet meer mee komen aandragen.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Ook zijn er altijd wel wat nonkels bij wie de das in de loop der avond verhuist van hals naar voorhoofd, waarna zij luchtgitaar spelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content