Ontwerper en zaakvoerder

Ik ben een Kempenzoon, geen West-Vlaming. Had ik mijn vrouw niet ontmoet, dan was ik niet in Gijverinkhove terechtgekomen. Het leven zit vol toevalligheden.

Het was de grote droom van mijn moeder dat haar vier zoons in de zaak zouden gaan. Ze werken met hout voor binnenafwerking. Vooral in trappen is mijn vader gespecialiseerd. Ik ben de enige die er niet gebleven is. Als twintiger wilde ik eerst in een andere firma ervaring opdoen.

Het was een strategisch plan. Ik heb verschillende jobs gehad. Ik groeide snel, had een bedrijfswagen, een schone pree,… Het was een luxueuze situatie, maar tegelijkertijd een valkuil. Dus legde ik mezelf een deadline op : voor mijn dertigste verjaardag wilde ik ofwel mijn eigen zaak starten ofwel bij mijn ouders gaan werken.

De tuintafel Gargantua is dertien jaar oud. De frames liet ik maken bij mijn schoonouders, die in de metaalconstructie zitten, de houten stukken maakte mijn vader. Heel de vakantiezomer van 1994 heb ik tafels gemonteerd. Als ik een blad klaar had, moest ik mijn vrouw gaan halen om het in de doos te leggen.

Dat eerste ontwerp verkoopt steeds beter. Per jaar vertrekken er hier 500, dit jaar zijn de prognoses 700 stuks. Zo’n tafel gaat qua vormgeving en kwaliteit lang mee. Dat is ook ecologisch. Je kunt kijken naar materialen, recyclagemogelijkheden en transportkosten, maar de levensduur wordt soms vergeten.

Mijn vrouw werkt mee in de firma. Zij is constant bezig met dingen veranderen. Ze is dochter van een ondernemer en werkt nog deeltijds bij haar ouders. Het was haar grote angst dat het moeilijk zou zijn om samen te werken. Maar ik vond het nodig. Niet alleen voor de firma, maar ook om te vermijden dat we uit elkaar zouden groeien. Het is zo aangenaam om samen te werken. We hebben de terreinen goed verdeeld : zij zit beneden, ik boven.

We hebben drie pubers in huis. Onze zoon is 16, onze dochters zijn 14 en 12. We proberen hen zo veel mogelijk ervaringen te laten opdoen. We reizen naar Lapland, Marrakech, Londen, Parijs, de architectuurbiënnale van Venetië. Ik wil hen boeien. Dat is het schoonste geschenk dat je kinderen kunt geven.

Het vele reizen beschouw ik als een extra vergoeding voor mijn werk. Het is een grote inspiratiebron. Ik geniet van het feit overal mensen te kennen. De contacten zijn vaak meer dan puur professioneel.

De wereld verandert, dus er is volgens mij wel degelijk nood aan nieuwe producten. Vandaar dat ik trendseminaries volg. Al is het maar om te toetsen of we goed bezig zijn. Een product moet immers zin hebben. Het moet beantwoorden aan een bepaalde nood in de maatschappij.

Het succes van het buitenmeubel heeft met compensatie te maken. Er is een overload aan informatie en producten. We kunnen blijkbaar wel met die keuzestress omgaan, maar zoeken toch een tegengewicht voor dat hectische. Buiten wordt gebruikt om te ontspannen. Niet alleen in de zomer, maar liefst ook al in het voorjaar en in de herfst.

Het moet een beetje primitief zijn om plezant te blijven. Outdoor leven is iets anders dan comfortabel koken in een buitenkeuken. Dan zie ik het verandaprincipe weer dichterbij komen. Die typisch Vlaamse manier om een woning uit te breiden.

Buitengewoon, dat is de vrije vertaling van het Latijnse woord extremis, de naam van ons bedrijf. Ik wilde dingen voor buiten maken die buitengewoon zijn, maar tegelijkertijd ook gewoon. Het woord ‘extremisten’ werd in 1994 nog niet zo veel gebruikt.

Het potentieel is nog enorm. Alles gaat goed. Sommige mensen denken dat je dan gemakkelijker en meer relaxed wordt. Ik zou het tegendeel durven beweren. Er staat nu veel op het spel. De risico’s worden er niet minder om. Beslissingen blijven even moeilijk om te nemen.

Dirk Wynants (42) is ontwerper en zaakvoerder van Extremis. Het buitenmeubelbedrijf uit Gijverinkhove is ondertussen dertien jaar oud.

Door Leen Creve / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content