DEN TRIEST UIT KAPELLE-OP-DEN-BOS

© GUY KOKKEN

In zijn veredelde hooischuur brouwt Marc Struyf biertjes, die op proeverijen soms beter scoren dan Westvleteren. En dat voor een lichttechnieker zonder voorkennis.

De bierroeping : “Sinds de jaren ’70 verzamel ik Belgische bieretiketten. Vijftigduizend heb ik er, de grootste collectie ter wereld. Ook bierreclameborden koop ik. Mijn huiskamercafé hangt vol. Tijdens mijn zoektocht stootte ik op een boek met alle Belgische brouwerijen sinds 1800. Dat waren er 4400. In mijn vrije tijd ging ik daarvan sporen zoeken. Zo kwam ik bij de Oudenburgse brouwerij ’t Steedje terecht. Daar kreeg ik de kans om mee te helpen brouwen. Ik had nul ervaring, maar vond het superinteressant. Ik bleef terugkomen en op de duur draaide ik daar in de weekends mee. Stilletjes rijpte de droom van een eigen brouwerij.”

De ontnuchtering : “Toen we onze woning kochten, wou mijn vrouw geen bierreclameborden meer in huis. Dus verkaste de verzameling naar het tuinhuis, dat ik tot privébiercafé omdoopte. In de schuur knutselde ik mijn eigen brouwinstallatietje ineen. Met oude soepketels en inox onderdelen uit wasserijen, maar ook met professioneel materiaal. De etikettenmachine was tweedehands, een nieuwe kost al snel 25.000 euro. Ik haalde mijn diploma aan de Brouwersschool in Anderlecht, waar ook Sven Gatz lessen volgde. Maar tijdens de opleiding voor gevorderden in Gent leerde ik pas echt smaken vormen en proeven. Jarenlang was ik hobbybrouwer met een fulltimejob als lichttechnieker voor theater en tv. In 2009 drong een keuze zich op : licht of bier. Ik koos het tweede. Inmiddels kan ik leven van mijn brouwsels, ja. Maar alleen op voorwaarde dat mijn vrouw blijft werken.”

De bierkaart : “Ik maak alleen bieren op maat, voor bierclubs, verenigingen, trouwfeesten of evenementen. Een veilige keuze misschien, maar zo ben ik zeker van mijn afzetmarkt. De uitdaging voor een kleine brouwer is iets unieks te maken. Wel, niemand heeft zoveel hoppesoorten op voorraad als ik ; met die 23 variëteiten maak ik telkens unieke biertjes. De meeste komen uit de States, waar continu nieuwe soorten worden ontwikkeld. Jaarlijks krijg ik vijf kilo van de allernieuwste om er proefbiertjes mee te maken. In oktober kan ik dus al bier brouwen met de hop die in februari pas op de markt komt. Zo ben ik elk jaar de Triple Hop van Duvel voor. Elk jaar doe ik ook Greenhopping : een bier brouwen, daags na de pluk. De verse hoppebellen gaan dan ongedroogd in de ketel. In België zijn er maar een drietal brouwerijen die dat doen.”

De bierethiek : “Als ik ’s morgens begin te brouwen, heb ik tegen ’s avonds 270 liter. Zo’n dag is allesbehalve saai. Op dode momenten kleef ik etiketten. Maar meestal komen mensen van de vereniging waarvoor ik het bier maak, een dagje meedraaien. Mijn vakanties spendeer ik graag op bierfestivals in het buitenland. Ook in Brugge doe ik jaarlijks mee aan de wedstrijd Beste bier van het jaar. Voor vijftienduizend mensen Westvleteren verslaan met bier uit je hooischuur, dat geeft wel een kick.”

De toogpraat : “Er bestaan veel valse microbrouwers. Veel kleine merkjes beweren dat ze zelf brouwen, maar in feite zitten er grote bierfirma’s achter. De term ‘brouwerij’ is helaas niet beschermd. Het grootste biermisverstand ? Dat je bier met nagisting op fles in de koelkast zet. Dat doe je beter niet, maar ook niet in volle zonlicht, want dan gaat de kwaliteit ook achteruit. Een Duvel in een bevroren glas ? Dat is pure marketing.”

www.dentriest.be

“Westvleteren verslaan met bier uit je hooischuur, dat geeft wel een kick”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content