In haar roman ‘Fashion Babylon’ vertelt de Britse schrijfster Imogen Edwards-Jones over het wel en wee van een fictieve Britse modeontwerpster aan de vooravond van haar grote doorbraak tijdens de modeweek in New York. Zonder ook maar één detail te verzinnen.

London Fashion Week loopt ten einde. Een Britse modeontwerpster, de vertelster in de factionroman Fashion Babylon, ontwaakt na de afterparty van haar defilé in een rommelige hotelkamer, naast haar homoseksuele commercieel directeur Alexander die worstelt met een cocaïnekater. In gedachten overloopt ze de gebeurtenissen van de voorbije dagen. Hoe ze op het laatste nippertje nog haar collectie aanpaste toen ze zag dat Marc Jacobs zilveren anoraks had getoond in New York. Hoe sommige modellen stomdronken arriveerden voor de show. Hoe ze nerveus werd van het feit dat Anna Wintour, de gevreesde hoofdredacteur van de Amerikaanse Vogue, haar collecties goed vindt.

Dan komen de eerste recensies binnen. De modepers blijkt laaiend enthousiast, en er volgt een invitatie om het volgende seizoen te defileren tijdens New York Fashion Week.

Wat volgt, is het soms grappige, soms onthutsende relaas over hoe de anonieme ontwerpster worstelt met de stress, haar nieuwe collectie, haar vrienden en de druk van de mode-industrie. Imogen Edwards-Jones laat haar bij momenten naïeve personage alles doen wat er achter de schermen van de modewereld gebeurt. Ze pikt ideeën van vintagecreaties van oude meesters als Christian Dior. Ze vrijt journalisten op. Ze belooft haar beste vriendin, een bekend topmodel, de opening van haar defilé, maar breekt onder druk van haar medewerkers haar belofte. Met die typische Britse zelfrelativering vertelt ze over een fotoshoot voor een magazine, maar ook over de schok als ze ontdekt dat haar vriendin-model door haar agentschap wordt gedwongen gevaarlijke medicatie te slikken voor haar huid, wat meteen ook haar nieren kapotmaakt.

“Niets in dit boek is verzonnen”, stelt de schrijfster. “Het verhaal is gebaseerd op authentieke getuigenissen van betrouwbare mensen uit de sector, die ik heb gebundeld in een tijdsverloop van zes maanden.”

In de modewereld heersen heel wat taboes. Over zaken als drugs, alcohol en anorexia houden insiders de lippen stevig op elkaar. Hoe hebt u uw bronnen aan de praat gekregen ?

Ik had de beste contacten uit de Britse mode-industrie. Zodra ik één ontwerper had gevonden die me vertrouwde, kreeg ik gemakkelijk toegang tot een aantal mensen die met me wilden praten, op voorwaarde dat ik hun namen niet zou vernoemen. Onder meer een beroemd topmodel, make-upartiesten, vier andere ontwerpers, een producer van modeshows, en tal van medewerkers achter de schermen. Omdat ik eerder al Hotel Babylon en Air Babylon had geschreven (over wat er gebeurt achter de schermen van de hotel- en de luchtvaartindustrie), kenden ze mijn naam, en wisten ze dat ik hun getuigenissen niet in een sensatieverhaal zou gieten. Het resultaat is een waarheidsgetrouw boek. Alles wat erin wordt verteld, is waar. De horrorverhalen, maar ook de mooie kanten.

Was u voordien vertrouwd met de modewereld ?

Nee. Ik had dan ook nooit verwacht dat ik er zulke intelligente, grappige en onderhoudende mensen zou ontmoeten. Fantastische vertellers ook. Voor mijn onderzoek voor Air Babylon en Hotel Babylon zat ik meer dan de helft van de tijd te luisteren naar saaie verhalen, in de hoop dat er uiteindelijk iemand ook iets interessants zou zeggen. Niet zo in de modewereld. De mensen zijn er erg uitgesproken en geestig. Misschien omdat de industrie wordt gedomineerd door homoseksuelen en vrouwen ?

Veel mensen hebben vooroordelen over de modewereld, beschouwen ze als oppervlakkig en dom.

Inderdaad. Van op een afstand zie je enkel de protserigheid en het theater. Een buitenstaander verwacht niet dat er intelligente mensen werken. Terwijl er echt wel wordt nagedacht over de dingen. Hoe de mensen zullen reageren op een bepaald idee, maar ook over de impact van cultuur of maatschappelijke thema’s. Ik stond ervan te kijken hoeveel energie en aandacht er aan zo’n collectie wordt besteed. Een goede collectie is meer dan een paar jurken en broeken. Als je dieper ingaat op het ontwerpproces, krijg je een verrassende inkijk in het hoofd van zo’n ontwerper. Dat maakte die wereld voor mij meteen een stuk geloofwaardiger.

Dat neemt niet weg dat het inderdaad een frivole wereld is, waar drugs circuleren en erg druk aan seks wordt gedaan. Extreme ondeugd is er troef. Ik vermoed als tegengewicht voor de druk waaronder veel mensen uit de industrie staan. De mode is een interessante mix van business en kunst, op een manier die je nergens anders vindt. Als schrijver kan ik beslissen om niet te schrijven, een schilder kan rustig een jaar over een schilderij doen. Niemand heeft er last van, behalve hij zelf. Een ontwerper moet daarentegen twee keer per jaar presteren. Hij kan niet zeggen : “O, ik voel het dit seizoen niet zo.” De gezondheid van zijn zaak is afhankelijk van het dwingende ritme van de seizoenen. Wie te laat is met een collectie, zit in de problemen.

Mensen lijken zich blind te staren op die donkere kant van de modewereld, terwijl u ontdekte dat de hotel- en de luchtvaartindustrie niet veel beter zijn.

Dat klopt. Ook daar hoorde ik verhalen over seks in de cockpit en werknemers die in drugs handelen. Om maar te zwijgen over de sociale ongelijkheid die er zo duidelijk in naar boven komt. De essentie van Babylon is decadentie. Enerzijds heb je arme mensen die uit noodzaak de rotjobs moeten doen. De armen maken de kleren, onderhouden de kamers, werken in de keuken. Anderzijds heb je de rijken, die nog rijker worden en die hun wereld graag overgoten zien van een laagje gloss. Al die werelden ogen glamoureus, maar eigenlijk zijn ze dat niet.

Anoniem leert dat je soms een vriend moet verraden om er te komen, en dat modellen worden verplicht medicijnen te slikken die hun nieren stukmaken maar hun huid egaal houden. Hoe kon u al die verhalen checken ?

Ik heb zoveel mogelijk verhalen nagetrokken, maar sommige zaken kun je niet verifiëren. Jammer genoeg heb ik daardoor 35 pagina’s uit het boek moeten schrappen. Geruchten over wie vaak bij de plastische chirurg langs gaat, kreeg ik bijvoorbeeld niet bevestigd. De enige die dat kan bevestigen is de chirurg zelf, en dat zal natuurlijk nooit gebeuren. Sommige mensen, zoals Alexander McQueen, maken geen geheim van hun liposuctie, maar anderen zwijgen als vermoord. Er wordt heel wat afgelogen. Modellen die beweren dat ze nooit sporten, bijvoorbeeld. Juist, ja…

Of die zeggen dat ze heel veel eten.

Nog zo’n grap. Of “Ik snuif nooit een lijntje.” Nu, er zijn een aantal meisjes die netjes van de cocaïne blijven, maar er zijn er nog veel meer die niet zonder kunnen. Pas op, ik kan best begrijpen dat dat gebeurt. Zo’n defilé is een feest voor een modehuis. Zes maanden lang heeft iedereen zich uit de naad gewerkt, en de show is de climax. Logisch dat iedereen daarna uit de bol gaat en stoom aflaat. Beeld je maar eens in. Je bent zestien jaar en je doet zes defilés per dag. Wat erop neerkomt dat je zes keer per dag omgeven bent door mensen die helemaal opgedraaid zijn omdat het zware werk erop zit. Zes reuzefeesten, als het ware, waar de champagne rijkelijk vloeit. Blijf daar maar eens nuchter onder.

In het begin beschrijft u hoe de vertelster een week voor haar defilé in Londen ziet dat Marc Jacobs in New York zilverkleurige mantels heeft geshowd. Ze gaat in paniek op zoek naar zilverkleurig textiel en laat snel nog enkele zilveren kledingstukken maken. Is ook die anekdote authentiek ?

(lacht) Reken maar. Marc Jacobs is een trendsetter. Ontwerpers houden elkaar zeer nauwkeurig in het oog. Zeker voor de kleine ontwerpers, die geen grote reclamebudgetten hebben, is het erg belangrijk om op de trendpagina’s van de magazines te verschijnen. Als je plots leest dat de modepers verslag brengt over donkerblauw als nieuwe modekleur, en je hebt geen donkerblauw in je collectie, dan heb je een groot probleem. Het is voor die ontwerpers erg belangrijk om mee te zijn met de trends.

Ik geloof dat de kleur van de winter goud was, niet ? Herinner je je die foto van Sienna Miller op de opening van de expo AngloMania in New York ? Ze droeg een gouden mini-jurkje van Burberry Prorsum. Dat is het moment dat de goudtrend een vliegende start nam. Je zag iedereen ‘shit’ denken, en voor je het wist, dook er overal goud op in de winkels.

Vandaar dat het belangrijk is een celebrity in je kleren te krijgen.

Het belang van beroemdheden is onschatbaar. Al hangt het ervan af wie het draagt. Er zijn op deze wereld tien vrouwen die een jurk kunnen verkopen. Sienna Miller is een van hen, net als Kate Moss, Nicole Kidman en Madonna. Ik herinner me nog een jurk, van Roland Mouret, die een indrukwekkend parcours heeft afgelegd. Eerst zagen we hem op Cameron Diaz, dan op een of andere echtgenote van een voetballer, waarna de vrouw van een verschrikkelijke spelletjespresentator hem ook had gekocht. Die jurk ging van A-lijst naar Z-lijst in zes maanden tijd. Want zodra de een of andere derderangsberoemdheid erin verschijnt, wil niemand nog in die jurk gezien worden.

Welk feit schokte u het meest ?

Dat de kleren zo vies zijn nadat ze gedragen zijn door de modellen. Sommige modellen zijn echte viespeuken. Ze wassen zich niet, en besmetten elkaar met de goorste ziekten, omdat ze vaak zonder ondergoed in die kleren lopen of poseren. Luizen, schimmels, je houdt het niet voor mogelijk. Het is echt bizar, want die meisjes zijn zo mooi. Je gaat ervan uit dat ze schoon zijn, maar ze stinken ! Een model vertelde me dat ze ooit een vervelende aandoening kreeg na het poseren in een bepaalde jurk. Ze is alle magazines gaan kopen die ze kon vinden en zei dat ze op die manier kon uitvissen van wie ze die beestjes had gekregen.

Tja. Die meisjes leven een chaotisch leven. Ze zijn maanden lang ver van huis, er is niemand om een oogje op hen te houden. Ze slapen in hotels, drinken zich lazarus, slapen met muzikanten van een of andere popband. Om zes uur ’s ochtends moeten ze alweer op het appel staan. Daar is iemand die hun haar, hun gezicht en hun nagels verzorgt. Jammer genoeg is er niemand om hen te wassen. En het kan hen niet schelen. Ze zijn volledig afgestompt.

Van ‘Hotel Babylon’ werd een fictiereeks gemaakt. Mogen we hetzelfde verwachten van ‘Fashion Babylon’ ?

Daar zijn we momenteel mee bezig, in samenwerking met de BBC. Ik ben uitvoerend producent en schrijf twee episodes. We zijn nog op zoek naar een ontwerper die de kleren wil maken. Ik zou Giles Deacon (jong Brits modetalent) willen benaderen.

U werkte een tijd als nieuwsverslaggever voor de Britse krant ‘The Independent’. Vanwaar de keuze voor het fulltime schrijverschap ?

Ik heb Russisch gestudeerd, waarna ik inderdaad voor The Independent heb gewerkt. Ik heb ook een tijdje in Rusland gewoond, om een boek te schrijven over de val van het communisme. Toen ik terugkwam, volgde ik de ravewereld voor The Independent. Daarna kreeg ik een column in The Times : “Arty Animal”, waarvoor ik celebrityfeestjes moest afdweilen. Daaruit resulteerde mijn eerste roman, My Canapé Hell. Het ging over beroemdheid. Je moet weten dat er in Groot-Brittannië maar veertig beroemdheden zijn die de moeite zijn om te volgen. Als je die elke avond tegenkomt op feestjes, raak je op de duur bevriend met ze. Er is namelijk niemand anders om mee te praten, ook niet voor hen. Ik raakte nauw verstrikt in dat wereldje, maakte veel afterparty’s op hotelkamers mee. Niet goed voor mijn gezondheid, ik kreeg er een opgeblazen champagnegezicht van.

Het klinkt alsof u spijt hebt van die periode.

Spijt niet, maar ik realiseerde me op een bepaald moment wel dat het toch maar een leeg en saai bestaan was. Er valt zo weinig te vertellen over sterren. Tom Cruise is echt heel klein. Leonardo Di Caprio is echt niet zo knap. Ik bedoel maar, wat zeg je tegen die mensen ? Hallo, wat bent u klein ? Wat ziet u er normaal uit ? Ik heb nog nooit een ster in levenden lijve ontmoet die niet teleurstelde. Je ziet hen op reusachtige affiches, dus het is ook niet vreemd dat ze in het echte leven maar wat gewoontjes lijken. Avond na avond stond ik op feestjes, te kijken naar hoe normaal iedereen eruitzag. Saai, dus.

De boodschap van ‘My Canapé Hell’ was dat het dom pathetisch is.

Je hebt er geen idee van. Die beroemdheden kunnen alleen maar over zichzelf praten, zijn in niets anders geïnteresseerd. Van heinde en ver komen ze naar winkel- openingen, in ruil voor drie gratis handtassen. Ze stelen de jurken die hen geleend worden. Ze stelen alles.

Ik dacht dat dat roddels waren.

Nee, zo zijn ze echt. Ze denken dat de wereld hen dat verschuldigd is. Intussen ben ik onderzoek aan het doen voor mijn volgende boek, Beach Babylon. Het gaat over chique resorts in de Seychellen en de Bahama’s. Een manager vertelde me dat die sterren de hotels geld kosten als ze bij hen verblijven. Omdat ze gratis drankjes willen en gratis maaltijden. De enige die wel alles betalen zijn de Formule 1-piloten.

U kunt allicht nog een tijdje doorgaan met uw reeks. Wat staat er nog op uw lijstje ?

Privégeneeskunde, zoals men de plastische chirurgie zo mooi benoemt. Ik ben er zeker van dat sommige chirurgen hun klanten gewoon staan uit te lachen terwijl ze in hun blootje onder narcose zijn : “En hup, nog een borst die vanzelf omhoog blijft staan.” Ik kan niet wachten tot ik die verhalen hoor.

De legendarische stad Babylon ging ten onder aan de decadentie. Wilt u met die titel zeggen dat de wereld naar de verdoemenis gaat ?

Nee, dat niet. Babylon staat ook voor chaos, zoals in de Babylonische spraakverwarring. De controle is zoek. In die zin hoop ik dat de boeken ook iets vertellen over het menselijk ras. Ik wil graag weten wat er achter die glanslaag zit, ik wroet graag in de duistere kant van het mensdom. Daar gaan mijn boeken over.

Fashion Babylon van Imogen Edwards-Jones & Anoniem verscheen bij uitgeverij A.W. Bruna, 300 p., 15,95 euro, ISBN 9-0229-928-45

Door Cathérine Ongenae – Portret Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content