Y’s, fans denken onmiddellijk aan zijn basiscollectie, maar niets vermoedende Britten spreken het uit als ‘Why’s’? Na meer dan een kwarteeuw mode vraagt de Japanse original zich hetzelfde af. Met het poëtische boek ‘Talking to myself’ zoekt hij de tijdloosheid.

Pascale Baelden

Rebellerend tegen westerse frivoliteiten ontketent Yohji Yamamoto begin jaren tachtig een revolutie in de modewereld. Samen met zijn land- en generatiegenoot Rei Kawakubo lanceert hij de cultus van het zwart. Hij experimenteert met vormen en stoffen en tekent ontwrichtende silhouetten. Opgegroeid in het naoorlogse Japan met zijn Amerikaanse legerbasissen, raakt hij gefascineerd door werkkleding en uniformen. Typisch mannelijke kledingstukken introduceert hij in de vrouwelijke garderobe. Destructief worden zijn ontwerpen genoemd, maar ook geniaal, conceptueel en intellectueel. Feit is dat hij zonder twijfel thuishoort in het selecte clubje originals, ontwerpers die vernieuwing brengen en hun stempel drukken op de modegeschiedenis.

En al laat hij de twintigste verjaardag van zijn aanwezigheid in Parijs niet onopgemerkt voorbijgaan, bescheidenheid siert de man. Yohji grijpt elke kans om erop te wijzen dat zijn boek, Talking to myself, alles behalve een hagiografie is of een bloemlezing van prestaties. Zelf beschouwt hij het als een “notitieboek dat het leven verhaalt van een man, zijn benadering en dat van zijn team, een werk in vooruitgang, geïllustreerd met talloze beelden.” Bijdragen van gerenommeerde fotografen als Inès Van Lamsweerde en Vinoodh Matadin, Craig Mc Dean en Sarah Moon worden afgewisseld met Japanse tekens, abstracte illustraties in zwarte inkt en Yamamoto’s fragiele schetsen van vrouwelijk silhouetten. Toch is Talking to myself meer dan een mooi plaatjesboek geworden. In dialoog met Kiyokazu Washida, bevriend filosoof en professor aan de universiteit van Osaka, gaat Yohji Yamamoto op zoek naar zichzelf. Een ontdekkingstocht waarop hij de lezer wil inwijden in zijn universum, zijn visie op mode.

Yamamoto heeft daar zo zijn redenen voor. Recentelijk heeft hij zelf ervaren hoe gemakkelijk een ontwerper mis begrepen kan worden. Zo omschreef hij tot voor kort het werk van Yves Saint Laurent als “klassiek” en “bourgeois”. Tot de twee elkaar vorig jaar ontmoetten op de uitreiking van de Fashion Awards en hij werd uitgenodigd op het afscheidsdefilé van de Franse modekoning. “Plots besefte ik dat ik hem twintig jaar verkeerd heb ingeschat en hij in werkelijkheid zijn tijd vooruit was”, verklaarde een verbouwereerde Yamamoto aan de internationale pers.

De ironie van het lot wil dat er door het adieu van de Franse couturier een ruimte vrijkomt. Een opportuniteit die Yamamoto niet onbenut laat. Tegen elke traditie in stelt de Japanse grootmeester zijn prêt-à-portercollectie voor in juli, tijdens de Parijse haute-coutureweek. Naar eigen zeggen niet omdat hij aspiraties heeft in die richting, wel om zichzelf meer ademruimte te geven. Zo kan hij zich in oktober tijdens de prêt-à-porterweken concentreren op Y’s, de meer toegankelijke en betaalbare basiscollectie. Een vast waarde in Azië, maar nog relatief onbekend in Europa en de States. Denk aan het perfecte witte hemd, het scherp gesneden jasje, een elegante mantel, alles in een sober kleurenpallet van grijs, zwart, wit en beige. Voor zij die geen boodschap hebben aan conceptuele mode of geen maandloon willen opofferen voor een truitje of een broek.

Y’s is ook de naam van zijn eerste collectie, die hij in 1972 in Japan lanceert. Maar als Yohji zich enkele jaren later wil registreren bij de Parijse Chambre Syndicale botst hij met de reglementaire verplichting om als ontwerper zijn eigen naam te gebruiken. Vandaar de lancering van het Yamamoto-label. Nu, twintig jaar later, kan hij eindelijk realiseren wat toen onmogelijk was. Een defilé van de Y’s-collectie. En dat is nog niet alles. Zijn steeds inniger partnership met Adidas resulteert voor het eerst in een volwaardige collectie die dezelfde week zal worden voorgesteld. Prada Sport en Polo Sport krijgen er binnenkort een geduchte concurrent bij.

Yohji Yamamoto mag dan de 58 gepasseerd zijn en al dertig jaar lang de woelige golven van de modehypes te bevaren, hij denkt nog niet aan pensioen. Zijn dochter Lima wordt intussen wel klaargestoomd, maar de filosofische gesprekken ter voorbereiding van Talking to myself hebben hem niet tot definitieve onthaasting verleid.

‘Talking to myself’ is verkrijgbaar in twee versies. De eerste vijfhonderd exemplaren zijn met de hand genummerd en getekend door de Japanse grootmeester. Bovendien bevat die ‘épreuve d’artiste’-editie exclusieve schetsen van Yamamoto die niet voorkomen in de nummers boven vijfhonderd. Toch zijn ook deze ‘goedkopere’ versies (150 euro tegenover 375 euro voor een ‘épreuve d’artiste’) een collector’s item, want de oplage blijft beperkt tot 7000 exemplaren wereldwijd. Zolang de voorraad strekt verkrijgbaar in de Yohji Yamamoto-boetiek in Antwerpen. Meer info: 03 225 00 32.

Destructief worden zijn ontwerpen genoemd,

maar ook geniaal, conceptueel en intellectueel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content