Wij zijn in vriendschap uit elkaar gegaan. Toen we problemen hadden in ons huwelijk, hebben we een tijdje een relatietherapie gevolgd. Was het niet om bij elkaar te blijven, dan was het om ons huwelijk goed af te sluiten. We voelden ons allebei gesteund door de therapeut, we hadden iemand achter ons bij wie we met al onze vragen terechtkonden. Tijdens die therapie hebben we gekozen voor co-ouderschap. Onze therapeut heeft ons op een uitstekende manier begeleid.

Toen we onze kinderen vertelden dat we zouden scheiden, zei onze zoon meteen dat hij én bij mama én bij papa wilde wonen. Hij zag het absoluut niet zitten om slechts één weekend om de veertien dagen bij zijn vader te zijn. Ik wilde de kinderen dat ook niet aandoen, zij hebben een sterke band met hun vader. En voor mijn ex was het ondenkbaar om de kinderen maar één weekend om de veertien dagen te zien. Op die manier viel onze keuze op co-ouderschap.

Om de scheiding met co-ouderschap officieel te regelen, raadde de notaris ons aan om naar de rechtbank van Hasselt te gaan, niet naar die van Tongeren. Daar liepen we immers het risico dat het co-ouderschap niet aanvaard zou worden. Dat is toch belachelijk ! Ik zou mijn kinderen benadelen als ik ze niet bij hun vader zou laten wonen.

De kinderen vonden de scheiding heel spannend : twee huizen, twee slaapkamers. Het was allemaal geweldig. Ben zei zelfs : “Ik vind het nu veel fijner dan vroeger. Papa is altijd vrolijk als ik bij hem ben. En jij ook. Vroeger was dat niet altijd zo.” ( Lacht.) Ik dacht dat hij achteraf nog de terugslag zou krijgen, maar dat is niet gebeurd. An is eerder in zichzelf gekeerd. Zij had in het begin wat buikpijn maar dat is vanzelf weer overgegaan. Maar ik weet niet of die buikpijn te maken had met de scheiding. Zij is nu helemaal opengebloeid.

De muren vielen op mij

De eerste keer dat ze naar hun vader gingen, was heel zwaar voor mij. Ik had vrije tijd en dacht dat ik daarvan zou kunnen genieten. Maar nee hoor, ik wist er geen raad mee. De muren vielen op mij. Ik miste mijn kinderen en wilde ze zien. Ze zaten voortdurend in mijn hoofd. Ik probeerde ze los te laten maar het lukte niet. Ik kon het niet laten naar mijn ex te bellen : “Is alles goed ?” Na drie dagen zag ik dat de kinderen enthousiast terugkwamen en dat ze later ook weer vrolijk naar hun vader gingen. Dat gaf mij moed. Mijn ex is een geweldige vader, ik had alle vertrouwen in hem. Die onrust had gewoon met mezelf te maken : ik, de moeder, kon op dat moment niet voor mijn kinderen zorgen. Het gaat beter nu, maar dat gemis heb ik nog steeds.

Onze verblijfsregeling is afgestemd op de werkuren van mijn ex. Hij heeft bijvoorbeeld drie dagen ochtenddienst, daarna twee dagen avonddienst. Het loopt allemaal kriskras door elkaar, ook tijdens het weekend. Zelf heb ik dagdienst, dat is geen probleem. In de zomerva-kantie heeft hij de kinderen in juli en ik in augustus. Maar dat kan allemaal worden aangepast, we zijn daar heel soepel in. We proberen er wel voor te zorgen dat de regeling voor de kinderen duidelijk is. Als we de dagen veranderen, moet er een speciale reden voor zijn, we doen dit niet zomaar. Ben volgt de verblijfsregeling op de voet. Hij zegt soms : “Drie dagen bij mama, dus nu ook drie dagen bij papa. En geen twee want dat is niet eerlijk !”

Het switchen kan op verschillende manieren gebeuren : ik breng de kinderen naar mijn ex, hij brengt ze naar mij, of een van ons gaat de kinderen halen aan de school. Het hangt af van wat ons het best uitkomt. Elke week spreken we het opnieuw af.

Naar een ouderavond op school gaan we altijd samen. In het begin kregen we twee aparte uitnodigingen met een apart uur. Maar we hebben dat op school laten veranderen.

Ik heb soms twijfels bij onze verblijfsregeling. De kinderen moeten veel te vaak wisselen. Maar als we het niet op die manier doen, is er geen co-ouderschap. Mijn dochtertje vraagt regelmatig : “Hoeveel nachtjes moet ik hier slapen voor ik naar papa ga ?” Bij papa doet ze hetzelfde.

Ik zou onze verblijfsregeling graag veranderen maar voorlopig kan dat niet. En onze kinderen vinden de huidige regeling goed. Ben zegt : “Een week papa niet zien of een week mama niet zien, dat vind ik veel te lang.” Soms vraag ik me af : hoe zou ik me voelen als ik om de drie dagen van huis moest veranderen ?

Ik woon samen met mijn vriend, ik denk niet dat onze kinderen hopen dat hun ouders nog ooit zullen samenwonen. Ik heb er veel met hen over gepraat, misschien te veel. Op een bepaald moment zei Ben : “Zeg mama, houd daar nu eens over op, ik weet het wel.” ( Lacht.)

Hun vader is altijd soepeler geweest dan ik. Ik ben consequent. Mijn ex kan heel moeilijk neen zeggen. Misschien heeft hij dat intussen wel geleerd. In het begin speelde Ben dat wel eens uit : “Van papa mag dat wel.” Ik zei dan : “Ik ben mama, je bent nu hier en van mij mag dat niet.” Ik heb hem dat meteen duidelijk gemaakt en het werkte.

Vroeger stoorde dat verschil in opvoeden mij. Daar hadden we altijd discussies over. Zo konden de kinderen aan tafel zeggen : “Ik lust dat niet, ik wil een boterham.” Ik zei dan : “Nee, je krijgt geen boterham. Dan eet je maar niets.” Maar even later ging hun vader dan toch een boterham halen.

Schuldig tegenover heel de wereld

De kinderen gaan nu beter om met materiële zaken dan vroeger. Er is een tijd geweest dat ze kregen wat ze wilden. Nu gebeurt dat niet meer. We zijn door het co-ouderschap allebei daarover gaan nadenken. Het resultaat is dat we nu doordacht iets geven. Mijn ex en ik spreken meestal af : wat koop jij en wat koop ik ? En als ze iets groters willen, leggen we samen of moeten ze sparen.

Vlak na de scheiding had ik wel eens de neiging om de kinderen te verwennen. Ik had ze drie dagen niet gezien en ik wilde niet meteen de boeman spelen. Dus deed ik wat meer toegevingen. Maar dat is mij later zuur opgebroken. De kinderen profiteerden meer en meer. Ik heb het op tijd ingezien en heb met hen gepraat.

Schuldgevoelens spelen natuurlijk ook een grote rol. Ik voelde mij schuldig tegenover mijn ex omdat ik de beslissing had genomen om te scheiden. Ik voelde mij schuldig tegenover de kinderen, tegenover mijn ouders, tegenover mijn schoonouders, kortom tegenover heel de wereld. Ik heb echt moeten leren mij niet schuldig te voelen. Ik was degene die de kinderen dit had aangedaan.

We hebben lang getwijfeld voor we de beslissing namen om te scheiden. Maar op een dag zei de leerkracht van An dat ons dochtertje zo stil was in de klas. Ze speelde niet meer, zong niet meer, wou niets meer. Thuis merkten we ook dat ze teruggetrokken was. En dat gaf de doorslag. We gingen apart wonen. An veranderde : ze werd vrolijk en bloeide helemaal open. Toch het mooiste bewijs dat we een goede beslissing genomen hebben.

Het allerbelangrijkste voor ons is dat we allebei evenveel voor de kinderen kunnen zorgen. Mijn vriend heeft ook twee kinderen. Hij ziet ze om de veertien dagen één weekend. En dat is ontzettend weinig.

Overleg is heel belangrijk bij co-ouderschap. Tussen mijn ex en mij is dat geen enkel probleem maar ik kan me voorstellen dat het gebrek aan overleg een struikelblok is voor heel wat ouders. Als je in ruzie uit elkaar gaat, wordt co-ouderschap moeilijk. Je mag alleen maar denken aan het belang van de kinderen en je moet je wrok opzij kunnen zetten. Als je dat niet kunt, zal het niet lukken.

Ons co-ouderschap loopt uitstekend. Heel wat mensen zijn verwonderd dat we het zo goed doen. In het begin kregen wij veel tegenwind. Nu krijgen we alleen maar positieve reacties.

Merle (38)

n Werkt in de verzorgingssector.

n Moeder van Ben (9) en An (5)

n Eén jaar co-ouder

n Verblijfsregeling : 3 dagen/3 dagen

n Afstand tussen beide woonplaatsen : 200 m

Ben (9)

“Papa is altijd vrolijk als ik bij hem ben. En mama ook. Vroeger was dat niet zo.”

Kaat Vrancken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content