Ecologisch en maatschappelijk engagement tonen behoort standaard tot de marketingstrategie van menig cosmeticamerk. Bij sommige zit het in hun DNA, bij andere gaat het meer om schone schijn.

Hier drie goede voorbeelden.

investeren in ontwikkelingslanden gebeurt in de eerste plaats om economische redenen. Maar de manieren waarop dat gebeurt lopen vaak uiteen. En dat er voor een luxemerk vaak praktische struikelblokken zijn, bewijst het verhaal van Chanel. Het merk besloot om zelf blauwe gember, het steringrediënt van de Hydrabeautylijn, te gaan kweken in Madagaskar. Dat doen ze ook voor de gouden bloem in Ladakh (Tibet) voor hun Sublimagelijn, in de eerste plaats om zich te verzekeren van voldoende voorraad, kwaliteit en traceerbaarheid van de ingrediënten.

“Madagaskar is een hotspot voor geneeskrachtige planten en biodiversiteit”, weet Marie-Hélène Lair, directeur wetenschappelijke communicatie. “Maar de mensen zijn er zeer arm en kampen vooral met voedselproblemen en kindersterfte. Om op lange termijn te werken, moet je de lokale bevolking betrekken”, gelooft ze. “Daarbij worden we geholpen door de ngo L’Homme et l’Environnement die goed geïntegreerd is en een evenwichtig ecologisch én maatschappelijk programma heeft.” Chanel heeft 150 lokale medewerkers aangenomen, financiert zestig procent van de werkingskosten van de ngo en vier projecten voor honderd procent : een gezondheidscentrum, een schoolkantine die dagelijks negenhonderd voedzame maaltijden uitdeelt en een vrouwenhuis waar vrouwen les krijgen in gevarieerd koken, groente kweken, hygiëne en traditionele stielen. Daarnaast stelde Chanel een inventaris van alle lokale planten en hun vermeende toepassing op, zodat die informatie niet geclaimd kan worden en voor de wetenschap toegankelijk blijft. Ook de recepten van traditionele huis- en keukenmiddeltjes werden gebundeld opdat die kennis niet verloren zou gaan.

Maar dat gewoonten en cultuur vaak sterker zijn dan goede bedoelingen, ondervond ook Chanel. “Geen enkele vrouw kwam bevallen bij de westerse, mannelijke dokter in het centrum, dus moesten we ook een traditionele vroedvrouw inhuren.” Niet elk initiatief lukt bovendien. Toen Chanel het dorp kuikens schonk, zodat ze hun dieet met eieren konden verrijken, aten de inwoners die meteen op.

Ook de sensibilisering tegen het platbranden van het woud is een werk van lange adem. “De bevolking vernielt een stuk woud om rijstvelden aan te leggen. Maar de rijstteelt put grond uit in drie jaar, zodat ze nieuwe plekken nodig hebben. Een vicieuze cirkel. Als je het woud vernietigt, vernietig je ook de voedselketen en bovendien een deel van hun cultuur, kennis en tradities.” Tussen 1960 en 2000 verloor het Vohimanawoud de helft van zijn oppervlakte. Sinds 2009 loopt een herbebossingsprogramma van de ngo. De kwekerij die daarvoor werd opgericht, bracht een eerste dilemma met zich mee : “De honderden plastic potjes om de stekjes op te kweken zijn niet echt ecologisch”, vertelt Lair. “Onze verpakkingsafdeling bedacht potten van compost die na een tijd oplossen in de grond en ontwikkelde een manuele pers zodat de potjes ter plaatse gemaakt kunnen worden.”

Het ecogehalte van de potten Hydrabeautycrème is minder hoog, geeft Liair toe. “Voor een luxemerk is de esthetische kant immers erg belangrijk, we hebben geen idee of onze klanten die veranderingen zouden appreciëren. Luxemerken hebben een eigen benadering van duurzame ontwikkeling. Het is gecompliceerder dan in andere domeinen, omdat de verwachtingen en eisen zo hoog liggen. Maar we werken eraan.”

DOOR SOFIE ALBRECHT

“We hebben geen idee of onze klanten eco-veranderingen zouden appreciëren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content