Binnen een kwarteeuw telt de aarde zo’n vijf miljard stedelingen. De wereld groeit, maar niet overal in gelijke mate. Rem Koolhaas wijst de weg.

Vijftig procent van de aardbewoners, een vreemd volk, leeft in steden. Honderd jaar geleden was dat slechts tien procent. Binnen een kwarteeuw telt de aarde om en bij de vijf miljard stedelingen, waarvan driekwart in ontwikkelingslanden.

De bevolking van Bombay is de voorbije dertig jaar verviervoudigd. De helft van de inwoners woont er in krottenwijken en 700.000 mensen zijn dakloos. Elk uur krijgt Manilla er zestig inwoners bij, Delhi zevenenveertig en Lagos eenentwintig. Tijdens diezelfde zestig minuten worden slechts twee extra Parisiens geteld, terwijl Moskou zes inwoners verliest.

In 1950 hadden alleen Londen en New York meer dan acht miljoen inwoners; tegenwoordig zijn er tweeëntwintig megalopolissen en binnen vijftien jaar loopt hun aantal op tot drieëndertig, waarvan negentien in Azië. Nog even, en Tokio rest als laatste rijke stad in de toptien van ’s werelds grootste steden.

Bovenstaande cijfers, even fascinerend als onheilspellend, zijn geput uit de cataloog van een belangwekkende, door architect en stedenbouwkundige Rem Koolhaas samengestelde tentoonstelling in Bordeaux: Mutations.

De tentoonstelling en het aanbevelenswaardige bijbehorende boek kunnen worden samengevat als een panorama van de staat van de wereld. Het boek is een bron van gegevens, fotoreportages en wetenschappelijke teksten over uiteenlopende onderwerpen als de globale stad, de eerste internetoorlog (Kosovo), de Post-it-stad, Houston, Lagos en het fenomeen shopping.

Het fascinerendste gedeelte gaat over de meest bestudeerde megalopolis van het moment, een cluster van steden in de achterban van Hongkong, de Pearl River Delta (PRD): in totaal twaalf miljoen inwoners in vijf grotendeels gloednieuwe steden die stilaan dichtgroeien tot een stedelijk web (binnen twintig jaar wordt een verdriedubbeling van het bevolkingsaantal verwacht). De Delta staat thans aan de top van fenomenen van populaire cultuur – onderwerp van zowel ernstige studies (meer bepaald het door Rem Koolhaas geleide Harvard Project on the City), als enthousiaste reportages in lifestyletijdschriften als Travel + Leisure.

De stedelijke woordenschat van de PRD is westers, misschien omdat een gedeelte van het gebied door China werd uitgeroepen tot Speciale Economische Zone, een levensecht laboratorium voor ongebreideld kapitalisme. Het onderzoek van Harvard, waarvan de resultaten staan afgedrukt in Mutations, gaat onder meer over het verkeersnetwerk in de streek, van autowegen over bruggen (een veertig kilometer lange link van Zhuhai naar Hongkong of Shenzhen, naargelang welke stad economisch belangrijker zal zijn op het moment dat de brug wordt afgewerkt) tot luchthavens (Zhuhai heeft de langste runway van China, 4 km, maar geen internationale vluchten).

Koolhaas schrijft dat de PRD, op een gebied dat nauwelijks groter is dan de Nederlandse Randstad, per jaar 300.000 vierkante meter stedelijke substantie genereert, een fenomenale groei. Tussen 1993 en 2000 groeide het aantal torengebouwen in Shenzhen van 450 tot 900. Naast de torens liggen rijstvelden: architectuur en landschapsarchitectuur vloeien in elkaar over. In Shenzhen begint de Gordon Wu-snelweg, genoemd naar een projectontwikkelaar. De snelweg is ongeveer 100 km lang, en volledig opgehoogd. Af en toe leidt een klaverblad naar nergens: uitritten voor morgen.

“De autoweg wordt een tool voor de creatie van twaalf tot veertien geheel nieuwe steden in het midden van een enorm, energetisch landschap”, schrijft Koolhaas. “Aan elk kruispunt is er een plan voor het hart van een stad; in bepaalde gevallen is dat al gedeeltelijk gebouwd. Het is een bijna spookachtige situatie: een snelweg die naar nergens leidt, in het midden van nergens.” De toekomst is spectaculair.

De hand van Koolhaas

Eén naam galmt, met forse echo, door het jaar 2001: Rem Koolhaas. Het lijkt alsof de Nederlandse architect en stedenbouwkundige, stichter van het Office for Metropolitan Architecture (OMA), betrokken is bij elk project dat telt. Zoals de volgende vijf.

1. Een filiaal van het Guggenheim Museum voor Las Vegas (een postmoderne versie van het vervallen fabrieksgebouw dat zo geliefd is door instellingen voor hedendaagse kunst).

2. Downsview Park, een enorm natuurpark op een voormalige militaire basis in Toronto, het concept werd ontwikkeld door Koolhaas in samenwerking met Petra Blaise en Bruce Mau (over wie meer in Weekend Knack Special Mode van volgende week).

3. Astor Place: de opening van het nieuwe hotel van Ian Schrager (The Mondrian, The Sanderson, etc.) in Manhattan is voor het einde van het jaar gepland. Een project van Rem Koolhaas in samenwerking met Jacques Herzog en Pierre de Meuron, het Zwitserse duo dat voor Tate Modern een elektriciteitscentrale verbouwde.

4. De Italiaanse modegigant Prada opent tussen zomer 2001 en zomer 2002 drie nieuwe vestigingen in de Verenigde Staten, winkels in New York (meer bepaald in de kelder van het onlangs gesloten Guggenheim Museum SoHo) en Los Angeles, alsook een Amerikaans hoofdkwartier in San Francisco. Dat laatste zou elf verdiepingen hoog worden en bestaan uit twee identieke, schijnbaar zwevende kubussen.

5. Rem Koolhaas is een van de zeven mededingers voor het toekomstige paradepaardje van zakenman François Pinault (Fnac, La Redoute, Printemps, Gucci), een stichting voor moderne kunst op Ile Seguin in de Seine tegenover Parijs, een eiland dat bijna honderd jaar werd ingepalmd door de fabrieken van Renault. Pinault vroeg zeven architecten een voorstel in te dienen, onder wie Koolhaas, Tadao Ando en MVRDV. Wie de winnaar is, wordt de komende lente bekendgemaakt.

‘Mutations’ tot 25 maart in ‘arc en rêve, centre d’architecture’, Entrepôt, 7 rue Ferrère, Bordeaux. Tel. +33-5-56 52 78 36, internet: www.arcenreve.com De cataloog verscheen bij Actar in Barcelona, ISBN 84-95273-51-9.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content