“De plafonds mogen we zeker niet verven”, wist de nieuwe bewoonster meteen. Haar man betrouwde op haar expertise, zijn domein is de tribale kunst. Zo deelt het Amerikaans-Engelse duo dit Brusselse huis met kunst uit Afrika en Oceanië.

De in Amerika geboren Kevin en zijn Engelse vrouw Anna Bennett hebben dit beschermde huis in de buurt van de Zavel in 2000 gekocht. Het is in 1901 door Pierre Carsoel ontworpen als onderdeel van drie onderling verbonden huizen voor brouwer Rodenbach. Tot aan de verhuizing werkte Anna voor de monumentenorganisatie National Trust in Engeland, tegelijk hield ze de restauratiewerken in Brussel in het oog. Het gebouw had jarenlang dienst gedaan als kantoor en was daardoor ontsnapt aan moderniseringsdrang. Nadat de dunne tussenwanden waren verwijderd, kon de oorspronkelijke indeling, lambrisering en decoraties weer in ere worden hersteld. In de hal en het trappenhuis kwamen bijvoorbeeld oude muurmotieven aan de oppervlakte. Na het verwijderen van een recente laag behang bracht Anna drie maanden lang een beschermmiddel aan om de fragiele muurschilderingen te behouden.

Kevin en Anna zijn allebei bekende deskundigen op hun eigen vakgebied. Anna is als museumconservator overal ter wereld betrokken bij projecten rond oude en historische kunst. Kevin verzamelt Afrikaanse en Oceanische kunst en schrijft er boeken over. Als wereldcentrum voor de handel in tribale kunst vormt Brussel een uitstekende uitvalsbasis voor Kevins onderzoekswerk.

In de hal word je verwelkomd door twee zeldzame Duk-Dukbeelden uit New Britain, Papoea-Nieuw-Guinea. Je merkt meteen dat je in een bijzonder huis bent binnengestapt. Niet alleen vanwege alle kunst die je hier aantreft, maar ook omdat het echtpaar erin is geslaagd de woning met minimale ingrepen smaakvol te renoveren. Kevin zegt blij te zijn dat zijn vrouw hem het idee uit het hoofd heeft gepraat om alles opnieuw te schilderen. “Vooral van plafonds moet je afblijven, anders verdwijnt het lijstwerk en gaat het patina verloren.” De oorspronkelijke houten vloeren en parketten zijn ongemoeid gelaten, al dragen ze hier en daar wel sporen van vazen. Alle muren zijn egaal wit, terwijl de ramen en deuren onbeschilderd zijn gebleven.

Op de benedenverdieping bevindt zich aan straatzijde een woonkamer met zwartleren banken en fauteuils uit de jaren zeventig en mezzotinten aan de muren. Dubbele deuren leiden naar een ruime eetkamer met erachter een moderne keuken die Anna zelf heeft ontworpen en in Brussel heeft laten maken. Via glazen deuren kom je vervolgens uit op een verhoogd terras en een verrassend weelderige tuin. Voor Max en Theodore, de twee kinderen van het echtpaar, heeft een Brusselse kunstenaar een wel zeer bijzondere boomhut gemaakt : een koperen onderzeeër. Het is nauwelijks te geloven dat dit groene paradijsje midden in Brussel ligt.

Van muziek naar tribale kunst

Kevins werkkamer op de eerste verdieping is net een klein museum, boordevol kunstige twintigste-eeuwse meubelen, lampen, kraallijsten, beelden, maskers, haaienratels, knuppels en globes. Achter deze onalledaagse kamer bevindt zich een met licht overgoten vertrek dat vooral dienst doet als muziekruimte. “In de jaren tachtig was ik professioneel bassist. Ooit keer ik nog wel terug naar de muziek”, zegt Kevin.

Zijn culturele interesse sloeg om toen hij in Hongkong woonde en daar zijn appartement inrichtte met tribale souvenirs uit Zuid-Afrika. “Zo’n twintig jaar geleden sloeg de verzamelwoede echt toe. Iets ontdekken en die vondst dan openbaar maken gaf me telkens weer een kick.” Het echtpaar is ook weg van de grote, abstracte schilderijen van de Nederlander Berend Hoekstra. Zijn werken zijn overal in het huis te vinden en vormen een mooi contrast met de tribale kunst.

In elke kamer valt iets bijzonders te bekijken. Dat geldt zeker voor de slaapkamer, die heel anders is ingericht dan de rest van het huis. Eén muur gaat volledig schuil achter een zilverkleurig Japans bamboescherm uit de achttiende eeuw. Ertegenover hangt een opvallend tapa-kunstwerk van de Bainings uit New Britain (tapa wordt gemaakt van gestampte boomschors). Makkelijker herkenbaar is de Franse caféstoel die het echtpaar ooit op straat aantrof in New York.

Op een sokkel bij het raam staan twee Chinese grafstenen met daarop de mannennaam Pei en het jaartal 628 na Christus. Kevin vond ze bij kunstenaar Brice Marsden, die ze gebruikte als inspiratie voor zijn bekende Graf-serie. Voor geen van de ramen hangen gordijnen. Hierdoor kan het licht overdag vrij naar binnen stromen, ’s avonds neemt de kamer de warme gloed over van de straatlampen.

Dit huis herbergt een schitterende verzameling versieringen, boeken en kunstwerken die in elk vertrek je nieuwsgierigheid wekken. Je wordt van het ene naar het andere thema geleid en komt zo gaandeweg op het spoor van de historische banden die er bestaan tussen vroege, primitieve kunst en de werken van nu.

Door Johanna Thornycroft Foto’s Andreas von Einsiedel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content