Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

In een artikel in de New York Times schrijft auteur Jon Methven een handleiding om te dagdromen, een activiteit die volgens hem geheel ten onrechte een slechte reputatie heeft. Dagdromen moet onderscheiden worden van spelen op je gsm (snel lopen door labyrinten, achtervolgd door monsters, daar wordt je brein niet frisser van), het omvat ongepland maar gericht staren naar niets of naar een muur, het zorgt ervoor dat er ruimte komt in je hoofd en maakt je gelukkig. Tips van Jon : vermijd dagdromen over het winnen van de lotto (daar word je niet happy van, alleen maar ontevredener met je job), seks met een collega (ze zien het aan je) en alles waarin George Clooney of Brad Pitt een rol spelen (infantiel escapisme).

We worden in deze maatschappij van ‘arbeid adelt’ niet aangespoord om te luieren en te dromen. Integendeel. Ledigheid is des duivels oorkussen. Als je wat van je leven wil maken, moet je focussen, bezig blijven. Productiviteit vraagt om concentratie. Niks van. Gemiddeld spenderen we tussen 30 en 47 procent van onze wakkere uren aan dagdromen. Want het is goed voor ons brein, af en toe onze screensaver opzetten.

Het is niet dat ons hoofd leeg is, als we onze geest laten dwalen. Scans tonen aan dat net dat deel van onze geest werkt dat we gebruiken om complexe problemen op te lossen. En hoe minder we ons ervan bewust zijn, dat we dagdromen, hoe meer die regio in het brein oplicht. Op die manier leggen we onverwachte verbanden, komt er een irrelevant lijkende associatie naar boven, stoten we op een verrassend inzicht.

Aan de Universiteit van Californië vroegen de professoren Schooler en Baird aan 145 studenten of ze ongewone gebruiksvormen konden verzinnen voor een hele resem van dagelijkse voorwerpen als tandenstokers, kleerhangers en bakstenen. De studenten werden opgedeeld in drie groepen en kregen na twee minuten lijstjes maken een pauze van twaalf minuten. Groep 1 kon uitrusten. Groep 2 kreeg een korte maar moeilijke opdracht. Groep 3 kreeg een taak die zo vervelend was, dat hun geest wel moest afdwalen en dat ze wel zouden dagdromen. Na deze pauze werd de test verdergezet. Groep 3 haalde moeiteloos de hoogste score. De dagdromers vonden 41 procent meer nieuwe gebruiksvormen voor hun tandenstokers dan de andere groepen. Alsof het probleem in hun brein had kunnen marineren, alsof het naar de bodem was gezonken, waar het wat had liggen pruttelen en vol nieuwe mogelijkheden weer naar boven was gekomen. De beste manier om productief te dagdromen is dus om een taak te doen, die net moeilijk genoeg is om ons bezig te houden, maar simpel genoeg voor onze geest om een ommetje te kunnen maken. Afwassen en strijken krijgen een heel nieuwe dimensie. Het lezen van Tolstoj blijkt ook prima te werken volgens professor Schooler. Eén goedgekozen passage uit Oorlog en Vrede en daar gaat de geest, op zoek naar meer creatieve, oorden.

Schooler past zijn bevindingen nu ook toe in zijn eigen leven. Terwijl hij vroeger stapels werk meenam op vakantie, laat hij zijn geest nu de vrijheid om zorgeloos te dromen. En terwijl hij zont, lost zijn onderbewuste de problemen op. Als dat geen goed nieuws is. Zelfs als we niets doen, werken we nog.

LENE.KEMPS@KNACK.BE

LENE KEMPS

“Dagdromen zet de jackpot in onze hersenen in werking. Even laten draaien en bingo ! Een briljant idee”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content