Groot, maar klein. Zo omschrijft ontwerper Toshiyuki Kita zijn gloednieuwe relaxfauteuil voor Stokke. Een beschrijving die perfect blijkt te passen bij deze immer glimlachende Japanner.

Info : De Tok is ook in België te koop (vanaf 1999 euro), 02 460 36 74. info-benelux@stokke.com

www.toshiyukikita.com

Op een driedaags congres over innovatie, in Aalesund aan de Noorse kust, sijpelen zakenmensen de zaal binnen : managers zijn gekomen om in hun bedrijf te leren innoveren, productontwikkelaars om nieuwe uitvindingen te zien en reclamemensen of journalisten om contacten te leggen en trends te detecteren. Stipt negen uur start de voorzitter zijn openingsrede. Die ochtend passeren achtereenvolgens twee Canadezen, een entertainende Britse dame en de eerste Amerikaanse civiele astronaut. Allemaal boeiende vertellers, maar ik wacht op de man van 12.10 uur : ontwerper Toshiyuki Kita. De kleine Japanner glimlacht breed als hij het podium opstapt. Hoewel er een tolk naast hem staat, doet hij zijn toespraak zelf. In gebrekkig Engels becommentarieert hij geprojecteerde foto’s van zijn bekendste ontwerpen. Ontwapenend is het, om na de vlotte native speakers eens iemand te horen die wel heel erg to the point blijft : “Dit papier heet washi. Een ambachtsman steekt zijn ziel in dit papier. Dan moet het minstens een dag drogen. In 1971 heb ik van dit papier de Tako-lamp gemaakt.” En zo gaat het door : “Voor Sharp maakte ik deze televisie, voor de wereldtentoonstelling in Sevilla stoelen die verschillende talen spreken en voor Mitsubishi binnenkort een robot.” Na amper een half uur is hij uitgespeecht en mag hij doen waar hij blijkbaar naar uitgekeken heeft : het witte laken wegtrekken dat over zijn jongste ontwerp ligt : de Tok, een relaxfauteuil die hij voor het Noorse Stokke ontwierp. Hij gaat erin zitten, legt zijn voeten op het bijbehorende voetenbankje en kijkt trots glimlachend de zaal in. Er komt slechts één vraag uit het publiek : hoe hij het vond om met Stokke en de Noren samen te werken ? “Wonderful.”

Toshiyuki Kita levert diezelfde middag gelukkig meer tekst. In de showroom van Stokke laat hij de tolk wél meewerken.

Het is geen toeval dat we u op een innovatiebeurs ontmoeten. Op een tentoonstelling begin dit jaar in Amsterdam zei u nog “Nodig is een innovatie van de traditie, die de traditie van de innovatie veiligstelt.” Welke richting gaat de de- signwereld nu uit, denkt u ?

Toshiyuki Kita : Het is heel simpel, het minimalisme verkoopt niet meer. Commercieel is het daarom interessant om nu iets te ontwerpen dat daar het tegenovergestelde van is. Daarom zie je weer barok en organisch design. Het gaat verschillende kanten op, men is er nog niet uit welke precies. Maar het tijdperk van de vierkante sofa lijkt nu wel voorbij. We kunnen wel hetzelfde materiaal gebruiken als in de barok, maar we moeten nieuwe dingen uitvinden : met oud materiaal een stapje verdergaan.

U geeft les aan de Osaka University of Arts. Hoe doen de beginnende ontwerpers het ? Hoe innovatief zijn ze ?

Er zitten grote vernieuwers tussen. We mogen mooie dingen verwachten van deze generatie. Het probleem is dat de jongeren verward zijn : ze weten niet goed welke richting ze willen kiezen. Daarom denk ik dat het belangrijk is om even stil te staan bij het woord ‘ de- sign’: wat betekent dat nu eigenlijk ? Nu is dat niet hetzelfde als wat design vroeger was of wat het morgen zal zijn. Sommige ontwerpers maken gewoon gekke dingen die er origineel en mooi uitzien op foto. Maar zo werkt het niet. Je moet rekening houden met de func- tionaliteit, de gebruiker, de distributie, de ecologische balans en psychologische aspecten. Het evenwicht van al die aspecten, dat is design.

Deze morgen vertelde een van de sprekers dat alleen in China al 280.000 jongeren design studeren. Moeten Europa en Amerika zenuwachtig worden ?

Ik denk dat China inderdaad belangrijk wordt voor het design. Het heeft niet alleen numeriek een grote kans op goede designers. Daarbij komen de duizenden jaren traditie die ze nu stilaan beginnen te vermengen met invloeden uit de hele wereld. Europese ontwerpers zullen hun best mogen doen om niet achter te blijven op de aankomende Chinezen. Zonder daarbij de eigen cultuur te verwaarlozen, natuurlijk. Want dat is waar je jezelf mee kunt onderscheiden : oorspronkelijkheid en echtheid.

Toshiyuki Kita meets Stokke : Tok

“Ons lichaam is gemaakt om te bewegen”, luidt de visie al decennialang bij het Noorse Stokke : de

Tripp Trapp-stoel groeit letterlijk mee met het kind, de Gravity balans-ligstoel wil gewichtloosheid benaderen en de Ekstrem heeft tientallen zitmogelijkheden. Voor het jongste ontwerp deden de Noren een beroep op Toshiyuki Kita. Het resultaat heet Tok.

Stokke startte in 1979 al met de Movement-lijn en Kita’s boek, ‘Movement as concept’, is al 15 jaar oud. Een samenwerking leek dus onvermijdelijk, maar waarom duurde het zo lang ?

Kristine Landmark (ceo van Stokke) : Ik denk dat we elkaar gewoon de hele tijd misgelopen zijn. In ieder geval, toen we Kita in 2002 ontdekten, wisten we meteen : “Met die man moeten we iets doen.”

Stokke heeft hem nog een extra beperking opgelegd door te eisen dat hij het gepatenteerde onderstel gebruikte van de Peel-stoel, met een dubbel verensysteem ?

Daarbovenop hebben we hem ook nog gevraagd om een aanpasbare hoofdsteun te maken. Maar hij heeft dat geweldig gedaan.

En waar is de ontwerper trots op als hij zijn Tok ziet staan ?

Toshiyuki Kita : Het is waarschijnlijk de vorm die het meest innovatief is. Maar die vorm heeft natuurlijk ook een functie. Het is een grote stoel, maar hij ziet er erg klein uit. Het volumegedeelte was de grootste uitdaging.

Zou u op uw eentje dezelfde stoel gemaakt hebben ?

Neen, dit is echt wat ik voel als ik naar Noorwegen kom. Ik heb de Noorse natuur hierin geïnterpreteerd. En ook de gesprekken met Kristine en de andere mensen van Stokke. Toen ik de fabrieken bezocht, merkte ik hoe belangrijk laminaat is voor Stokke, dus wou ik dat materiaal zeker gebruiken. Weet je, een designer is een filter : hij krijgt veel input en doet overal inspiratie op. Dat komt er allemaal weer uit, in één ontwerp.

De drie stokpaardjes

Hightech-lowtech : Kita is gepassioneerd door traditionele Japanse laktechnieken of manieren om ceramiek of papier te behandelen. Maar tegelijkertijd ontwerpt hij een hoogtechnologisch robotje dat oudere alleenstaanden moet begeleiden. Of hij combineert de twee : voor Sharp bewerkte hij een ultramoderne televisie met een klassieke laktechniek.

Ziel : “Als de ambachtsman sterft, blijft het product leven, de geest van de maker leeft voort.”

Beweging : “De natuur is mijn grootste leermeester en mijn belangrijkste inspiratiebron. Alle levende wezens, klein en groot, bewegen, op een mooie en evenwichtige manier.” En dat probeert hij in zijn ontwerpen te benaderen : “Vroeger had ik een tafel die je op en neer kon bewegen : het ene moment tekentafel voor de kinderen, het andere moment eettafel voor het hele gezin. Ik denk dat nieuwe objecten zo moeten zijn : multifunctioneel. Dan los je drie problemen op : ruimte, functie en economie.”

Wie is Kita ?

Geboren in 1942 in Osaka, waar hij 22 jaar later afstudeert als industrieel ontwerper aan het NamiwaCollege.

Kita wordt beschouwd als de meest Europese van de Japanse ontwerpers. Sinds 1969 pendelt hij tussen Italië en Japan. In Italië werkt hij eerst voor Mario Bellini en Silvio Coppola en dan voor Bernini en Cassina. Daarna voor onder andere Sharp, Interflex en Tribu. Tussendoor neemt hij opdrachten aan voor de grote Japanse namen : Sony, Koshudo, Johoku Mokko, Yamagiwa en Mitsubishi.

Zijn bekendste ontwerp is de wink-stoel voor Cassina uit 1980. Een scharnierende fauteuil met MickeyMouse-oren.

I.D. magazine rekent Kita bij de veertig invloedrijkste personen in de internationale designwereld.

Dat Kita de pensioenleeftijd nadert, is niet te merken : hij geef les, gastlezingen, organiseert forums en is dit jaar voorzitter van de jury van de iF Design Award.

Hoewel hij zijn studenten leert dat een ontwerper geen artiest is, zijn verscheidene van zijn ontwerpen opgenomen in permanente collecties van grote kunstmusea : het Moma in New York, Kunst und Gewerbe in Hamburg en het Centre Pompidou in Parijs.

Door Leen Creve

Een designer is een filter : hij doet overal inspiratie op, en dat komt er in één keer weer uit.

Kita wordt beschouwd als de meest Europese van de Japanse ontwerpers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content