Bij de Egyptenaren was maquillage een religieus ritueel, in de Middeleeuwen werd “de verbetering van de schepping door mensenhand” als een belediging van God beschouwd. Vandaag is cosmetica vooral big business. De tentoonstelling “Het labo van de verleiding” geeft een vaak verrassende kijk op de geschiedenis van de make-up.

Een buste met een replica van een 18de-eeuwse pruik waarin échte muizen nestelen, het wordt beslist één van de blikvangers van “Het labo van de verleiding”, de allereerste tentoonstelling over de betekenis van make-up die in België georganiseerd wordt. Hoe komt een bevlogen kunsthistoricus erbij om zich op zo’n frivool onderwerp als cosmetica te storten? Jan Walgrave: “In 1992 kreeg ik van het Antwerpse provinciebestuur de opdracht om in de Fabiolazaal geregeld grote tentoonstellingen over juwelen op te zetten. Maar ieder jaar zo’n internationale expositie in een ruimte van 450 vierkante meter organiseren, bleek niet haalbaar en dus begon ik na te denken over randthema’s. Dat resulteerde in ’96 in “De buren vieren feest”, gewijd aan familiefeesten bij de verschillende Antwerpse bevolkingsgroepen. Want bij feesten horen juwelen: Turkse en Marokkaanse vrouwen, bijvoorbeeld, ontvangen nogal wat juwelen bij hun huwelijk. En dat bracht me op het idee van deze nieuwe tentoonstelling. Want wat doet make-up? Net als een juweel completeert hij de persoonlijkheid. Mensen die elkaar willen inschatten, kijken elkaar in het gelaat en de manier waarop iemand zich opmaakt, vertelt veel over karakter, ingesteldheid en sociaal milieu. Bij mijn weten zijn er nog maar drie tentoonstellingen aan het onderwerp gewijd: twee kleine in Londen en één in München, specifiek over make-up in het oude Egypte.”

Het literatuuraanbod over opschik is ook al niet overweldigend te noemen. “Bovendien is de bestaande literatuur vaak afkomstig van mensen uit het vak, die het gegeven niet altijd even goed in de historische en sociale context weten te plaatsen. De Amerikaan Richard Corson, bijvoorbeeld, heeft een kanjer van een boek gewijd aan make-up door de eeuwen heen. Wat hij schrijft, lijkt op het eerste gezicht heel interessant, maar bij nader inzien blijken namen niet te kloppen of kom je bij de controle van een aantal data tot de ontdekking dat een dokter helemaal niet de lijfarts van een bepaalde vorst geweest kan zijn. Een heel goed boek is “The face of the century” van ex-model Kate de Castelbajac, over make-up in de 20ste eeuw. Maar ik heb net zo goed middeleeuwse teksten geraadpleegd en boekjes uit de 17de en 18de eeuw met recepten voor schoonheidsmiddelen, want make-up die je kant-en-klaar koopt, bestaat pas sinds het einde van de 19de eeuw. De ingrediënten doen nu soms enigszins bizar aan: wat dacht je bijvoorbeeld van een gezichtscrème op basis van slangenvet of haarpommade met berenvet?”

Opschik is zo oud als de mensheid zelf, zoveel is zeker. In oorsprong was het overigens een mannelijke aangelegenheid. Walgrave: “Als mannen een gevaarlijk dier gedood hadden, tooiden ze zich vaak met de tanden of de klauwen om zich als machtig te profileren of om zich te affirmeren tegenover rivalen. Dat de opsmuk later op de vrouwen is overgegaan, heeft met bezit te maken. Een man schonk een vrouw juwelen, zodat het voor de buitenwereld duidelijk was dat ze hem toebehoorde. Maar eigenlijk heeft het tot het einde van de 18de eeuw geduurd voor mannen hun tooi aflegden en make-up echt een vrouwelijk accent kreeg.

In de houding tegenover make-up weerspiegelt zich de tijdgeest. In de Middeleeuwen zag de Kerk in opsmuk een list van de duivel. Als een man zondigde uit begeerte voor een vrouw, lag de schuld bij haar. Aan het hof van de Franse koningen maakte maquillage dan weer deel uit van de sociale en protocolaire verplichtingen. In 1745 werd ei zo na een diplomatiek incident vermeden toen de Spaanse aanstaande van le Dauphin aanvankelijk weigerde haar gezicht met een dikke laag blanketsel en rouge te laten bedekken. De frivoliteit bereikte haar hoogtepunt in de tweede helft van de 18de eeuw, toen edeldames hun aanbidders ontvingen terwijl ze opgemaakt werden in hun boudoir, een waar laboratorium van verleiding…” Nu verkiezen we de intimiteit van de badkamer om ons mooi te maken en hoeven er voor onze smeersels gelukkig geen beren meer te sneuvelen.

“Het labo van de verleiding”, gesponsord door KBC-banking en Estée Lauder, loopt in de Koningin Fabiolazaal, Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen, van 11 september tot 6 december ’98. Open van dinsdag tot zondag van 10 tot 17 u., op woensdag tot 21 u. Het beeldmateriaal en de tentoongestelde voorwerpen zijn afkomstig uit binnen- en buitenlandse verzamelingen en er is kinderanimatie voorzien. Toegangsprijs 200 fr., reductietarief 100 fr., gezinsticket 300 fr. Het ticket is meteen ook geldig voor de tentoonstelling “Van belle époque tot art nouveau. Belgisch zilver 1868-1914” in het Provinciaal Museum Sterckshof-Zilvercentrum in Deurne, van 15 september tot 13 december. Info: Tel. (03) 203.42.04 (39).

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content