Dertigers en veertigers hebben het altijd met kruimels moeten stellen. Voor Woodstock en mei ’68 waren ze te jong, voor house en internet te oud. Werkloosheid en de kater van de sixties, dat was hun deel. Nu de babyboomers actieve senioren worden, is de maat vol. De vergeten generatie laat eindelijk van zich horen.

De wrevel van Michaël Zeeman (°1958) in De Volkskrant zal vele oudere dertigers en jonge veertigers bekend in de oren klinken. De generatie van de naoorlogse geboortegolf, nu rond de vijftig, heeft de aandacht altijd naar zich toegetrokken. In haar kinderjaren werden in sneltempo opvangsystemen, scholen en ontspanningscentra gecreëerd, als teenagers waren de babyboomers de eerste jongeren die de aandacht van het bedrijfsleven trokken. Nog later slorpte de ‘protestgeneratie’ jarenlang alle aandacht voor culturele tegenstromen en de jongerencultuur op: eerst met rock en pop-art, later door haar rebellie tegen de gevestigde orde. De beruchte Summer of Love (’67), Woodstock (’69) en de talrijke studentenprotesten zijn tot op heden de krachtige symbolen van de revolutie van de babyboomers.

Nadien konden ze ook de arbeidsmarkt naar hun hand zetten, want het economisch klimaat was gunstig. De boomers kozen vooral voor invloedrijke culture careers in strategische sectoren als het onderwijs, de media, reclame en marketing, de overheid en de kunsten. De idealen? Die waren verrassend rekbaar: als de materialistische yuppies van de jaren ’80 stelden de boomers zich plots veel behoudsgezinder op. In hun jonge jaren wilden ze komaf maken met regels en hiërachie, schrijft Zeeman, “en zodra zij de macht hadden overgenomen, legden ze op hun beurt die regel met tirannieke middelen op.” Voor het bedrijfsleven bleven de boomers de lucratiefste doelgroep, maar intussen werden ze zelf wat ze altijd verafschuwd hadden: het establishment.

De boomers zijn nu tussen 45 en 54. Als ze straks de arbeidsmarkt verlaten en actieve senioren worden, domineren ze nog stééds de agenda. Ze beschikken dan over nagenoeg alle marketing-plusjes: geld, vrije tijd, een relatief goede gezondheid en een grote consumptiehonger. Bovendien brengen ze de vergrijzing in een stroomversnelling: terwijl België vorig jaar 22 procent zestigplussers telde, vormen die in 2030 al 30 procent van de bevolking. Eurostat berekende dat hun aantal in de meest Europese landen de komende dertig jaar verdubbelt, en het evenwicht tussen wel en niet-werkenden verstoort. In België zou het tekort op de balans in 2020 al 20 procent bedragen. Willen we de bestaande sociale voorzieningen behouden, moet er geld op tafel, waarschuwen politici en economen. De dertigers en veertigers zullen in het beste geval betalen voor de welvaart van de ouderen. In het slechtste moeten ze langer werken, zonder op hun eigen oude dag van dezelfde voordelen te genieten.

Logisch dus dat die dertigers en veertigers stilaan de rekening maken van de babyboomers. De verwijten zijn bekend: individualisme, overcommercialisering, milieuvervuiling, om er maar enkele te noemen.

“De verloren generatie is de speelbal van het experiment,” zegt trendwatcher Herman Konings (37). “De babyboomers waren de uitvinders van de progressieve spelling, de democratisering van het onderwijs, de vrije opvoeding en de vrije liefde. Ze waren ook de architecten van alle massafenomenen: massamedia, massatoerisme, massaproductie, noem maar op. Zij bedachten de zaken, en toen de neveneffecten aan het licht kwamen, droeg mijn generatie er de gevolgen van. Wij zijn de échte kinderen van de jaren zestig.” Om maar één voorbeeld te noemen: volgens het Belgische Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën verdrievoudigde het aantal echtscheidingen tussen ’60 en ’80. De sterkste stijging vond plaats in de jaren ’70, het decennium waarin ook drugsmisbruik en psychotherapie doorbraken. De verloren generatie maakte als eerste kennis met het gebroken-gezinnentijdperk.

De babyboomers worden dan ook van hun sokkel gehaald. De protestgeneratie wordt stilaan synoniem met verwend, onbezonnen, egoïstisch en opportunistisch. De Volkskrant vond de opstand van de ‘verloren generatie’ zo actueel, dat ze er in het voorjaar een debat rond organiseerde. Andere media als The New York Times en Entrepreneur wijdden er onlangs artikels aan, terwijl de verzuchtingen van dertigers ook hun weg vinden naar internetsites, neurotische tv-series als Ally McBeal, Sex & the City of Once and Again en nieuwe maandbladen als het Franse IDEAT, nu in zijn derde jaargang. In films als The Ice Storm, Boogie Nights en recent Bridget Jones Diary staan steeds thirty something-personages centraal, waarbij hun idealen telkens botsen met de realiteit.

Zelfs de verguisde kinder- en jeugdjaren van de verloren generatie, de seventies, zijn plotseling weer terug: van formicameubelen, vintage-outfits en de huidige glam punk-rage tot de heruitzending van The Thunderbirds en andere cultseries. In de bioscoop kunnen we na The Avengers en Charlie’s Angels weer gieren met Planet of The Apes. “Een afschuwwekkende dertigers- en veertigersnostalgie overspoelt ons land”, schreef het NRC Handelsblad reeds, en dan moet het ergste nog komen. Na de Bee Gees, zit ook Kool & The Gang weer in de studio.

Nochtans worden oudere dertigers en jonge veertigers doorgaans zelf tot de protestgeneratie gerekend. Het zijn wat sociologen en marketeers gemakshalve back-end babyboomers noemen: geboren tussen pakweg ’56 en ’64, het jaar dat de naoorlogse geboortegolf haar hoogtepunt bereikte. Maar wat heeft een vroege boomer, opgegroeid met The Beatles, John F. Kennedy, Che Guevara en Vietnam, gemeen met een late dertiger, groot geworden met Watergate, oliecrisissen, de eerste videospelletjes en pc’s? Terwijl boomers zonder een diploma meteen werk vonden in de golden sixties, danken vele oudere dertigers en jonge veertigers hun eerste baan aan een of ander jobstatuut. En terwijl de een de wereld ging veranderen (“Ach ja, je bent jong en onbezonnen”, klinkt het nu), begreep de ander algauw dat het niet zo’n vaart zou lopen.

“De babyboomgeneratie is een technisch en demografisch gegeven”, zegt Jean-Marc Segati (35), directeur van Senioragency, een Brussels bureau gespecialiseerd in generationele marketing. “Daardoor worden socioculturele verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen uitgewist. Nochtans hebben oudere dertigers en jonge veertigers andere waarden dan echte babyboomers. Ze willen meer tijd met hun kinderen doorbrengen, ze gaan planmatiger te werk, hechten meer belang aan financiële zekerheid en schatten hun eigen situatie negatiever in. Ook met de Generatie X (geboren tussen ’65 en ’77, WD) hebben ze weinig gemeen. Ze zijn een vergeten, miskende generatie.”

Generaties zijn immers geen kwestie van geboortecijfers. Ze ontstaan, zo zegt Segati, uit shared formative experiences: socioculturele omstandigheden die gemeenschappelijke waarden creëren tussen leeftijdsgenoten. “We zijn meer de kinderen van onze tijd dan van onze ouders. Denk aan de spaarzaamheid van oorlogskinderen of het optimisme van de jongste generaties, opgegroeid in een periode van economische groei. We zijn allemaal beïnvloed door de wereld en de indrukken van onze jeugdjaren. Die vormen voorkeuren en gewoonten die we ons leven lang meeslepen. Waarom gedragen babyboomers zich als vrienden van hun kinderen? Omdat ze in hun jeugd rebelleerden tegen het strenge opvoedingsmodel. Waarom dwepen we met de muziekidolen, kunstenaars en sterren van onze jeugd? Omdat we er toen het vatbaarst voor waren.”

De ’56 tot ’64-generatie, 16 procent van de Belgische bevolking en een kwart van de Amerikaanse, wordt ook pech- of crisisgeneratie genoemd. Het achterliggende idee is hetzelfde, zegt Segati: “De verloren generatie is opgegroeid tussen twee piekmomenten: ná de jaren zestig en de culturele revolutie, maar vóór de val van de Berlijnse Muur en de economische en culturele heropleving van de jaren ’90. De boomers brachten Andy Warhol, de Rolling Stones, nylonkousen en de minirok voort, de X-ers house, rave, ambiant, wereldmuziek en internet. Goed, de verloren generatie had punk, disco, Donna Summer en Star Wars, maar in vergelijking met de babyboomers of de Generatie X heeft ze weinig culturele innovaties of maatschappijkritiek voortgebracht. Marketeers negeren haar, omdat ze niet erg inspirerend is. Ze mist het succes van de babyboomers, op alle vlakken. Vergeet niet dat de economische crisissen van de jaren ’70 vooral deze groep troffen. Die stond toen aan het begin van zijn volwassen leven. Dertigers en veertigers moesten langer studeren en dubbel zo hard werken, als ze al niet werkloos waren. De wereldoorlogen buiten beschouwing gelaten, waren ze de enigen in de 20ste eeuw die bij hun eerste job minder verdienden dan de vorige generaties.”

De Amerikaanse cultuurfilosoof John Pontell (42) bedacht hen met de term Generation Jones, naar het Engelse slang voor ‘intens verlangen’ of ‘gemis’ en de uitdrukking keep up with the Joneses: niet willen onderdoen voor een ander. Wat late dertigers en jonge veertigers verbindt, zegt Pontell, is een verlangen naar erkenning. Door de getalsterkte en culturele impact van de babyboomers zijn zij immers altijd onzichtbaar gebleven. De geschiedenis heeft hen als het ware overgeslagen. Een collega van me verwoordt haar jeugdjaren zo: “Ik was negen in ’68. Als tiener was ik te jong om aan die beweging deel te nemen, maar oud genoeg om te begrijpen wat er op het spel stond. Ik dacht dat ik daar later wel de kans toe zou krijgen, maar die is nooit gekomen. Tegen de tijd dat ik op de middelbare school en de universiteit belandde, waren de pessimistische jaren aangebroken. We lagen wakker van de economische crisis, de fenomenale werkloosheid, de atoombom en aids, maar van activisme of een studentenbeweging was geen sprake. Ik heb jarenlang rondgelopen met het idee dat ik tien jaar te laat geboren was.”

Gemis, vervreemding en frustratie domineren dan ook het werk van seventies– en early eighties-iconen als The Who, The Smiths of Depeche Mode. Dezelfde gevoelens zitten in films als A Clockwork Orange (’71) en Taxi Driver (’76) en songs als Born To Run ( Bruce Springsteen, ’75) en Stayin’ Alive ( Bee Gees, ’78). Typische verloren-generatieartiesten als U2 (°1960-61) en k.d. lang (°1961) danken er hun grootste hits aan – respectievelijk Still Haven’t Found What I’m Looking For en Constant Craving, wat zoveel betekent als “voortdurend verlangen”.

Nostalgie is het bindmiddel van de verloren generatie, zegt Segati. Terwijl babyboomers een voorliefde hebben voor hoogstaand design, genre BOSE-luidsprekers, schuimen oudere dertigers graag rommelmarkten af, op jacht naar jaren ’70-spulletjes, retrokleuren en afzichtelijk behangselpapier. De oorzaak schuilt in de nooit waargemaakte beloften uit hun kindertijd. Want terwijl boomers overliepen van idealen en de Generatie X getypeerd wordt door cynisme, zijn oudere dertigers en jonge veertigers een geval apart: eerst werd hen peace, love en welvaart beloofd, daarna volgde meteen de ontnuchtering. Eerst zagen ze de tekortkomingen van de boomerrevolutie, daarna haar regelrechte uitverkoop.

Segati: “Mooie metaforen zijn de eind jaren ’60 ontwikkelde Concorde en de Apollo-missie van ’69, die Neil Armstrong op de maan zette. Wie had daar geen mini-uitvoering van op zijn kamer? We gingen de ruimte veroveren, klonk het, en toen we zelf voor piloot of astronaut gingen studeren, hoefde het niet meer. Op enkele jaren tijd stortte onze kinderdroom in elkaar.”

De verloren generatie is dan ook op haar hoede voor onbereikbare idealen. Oudere dertigers en jonge veertigers zijn realo’s en pragmatici. “De verloren generatie heeft gezien wat van al dat engagement gekomen is en verkiest daarom een zakelijker benadering”, stelt Zeeman. Niet lullen dus over ‘familiewaarden’ en je ondertussen op je carrière concentreren, zoals boomerouders, maar zoeken naar praktische oplossingen als flexibele werkuren, thuiswerken en deeltijdse banen. De verloren generatie schaart zich niet achter grote principes, maar bekijkt geval per geval. Ze heeft idealen, maar beseft dat orde en regels nodig zijn. Haar steun aan partijen, organisaties of een hoger doel is voorwaardelijk, en dus gebonden aan wantrouwen. Nieuwe ideeën of grootse plannen bekijkt ze met enige terughoudendheid, want de ervaring heeft haar geleerd dat de zaken soms anders uitpakken. ‘We zien wel wat ervan komt’, luidt haar motto.

De erfenis van de boomers gaf de verloren generatie nog een ander trekje: de afwezigheid van enig wij-gevoel. Niet alleen stond ze altijd in de schaduw van de boomers, na de turbulente jaren ’60 en de opstand van de protestgeneratie was de samenleving niet toe aan een volgende generatie. Pas met de Generatie X en de boom van de jongerenmarkt verscheen jeugdcultuur weer op het voorplan. Toen ik een oudere collega vroeg tot welke generatie ze zich rekent, viel ze zowat uit de lucht: “Ik heb nooit het gevoel gehad ergens bij te horen, ik voelde me alleen op de wereld. In de jaren ’70 was er veel onduidelijkheid over wat wel en niet kon, er waren weinig richtingaanwijzers. Ik snapte mijn ouders niet: ze benadrukten mijn zelfstandigheid, maar lieten me maandenlang zeuren voor ik m’n eerste jeans mocht kopen.”

Toeval of niet, oudere dertigers en jonge veertigers zijn de single-generatie bij uitstek. Terwijl het aantal alleenstaande twintigers daalt, doen zij het aantal singles stijgen, concludeerde een recent onderzoek van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. “De veertigers werden volwassen in de jaren zeventig”, zei een researcher in De Volkskrant. “Deze generatie vormde de fontlinie van de maatschappelijke gedragsverandering, waarna mensen niet meer trouwden, vaker gingen samenwonen en experimenteerden met andere rolverhoudingen. Het zijn mensen die kwaliteit van een relatie willen, en die anders verbreken.” België, waar het aantal eenpersoonsgezinnen de afgelopen dertig jaar steeg van 19 naar 32 procent, houdt gelijke tred: ook hier is ongeveer 11 procent van de bevolking nu alleenstaand. Een collega heeft een vriend, maar samenwonen wil ze niet: “Daar komen toch vodden van.”

Tussen de babyboomers en de verloren generatie zal het de komende jaren in ieder geval nog flink spannen. Misschien zijn de boomers niet alleen de laatsten die een volledig pensioen zullen genieten, ze zullen ook hun stempel drukken op de consumentenmarkt. “Deze verwende en zelfverrijkende tweeverdieners willen genieten van hun oude dag”, benadrukt Konings. Antirimpelcrèmes, kookboeken, tuincentra en Beatles-heruitgaven spelen in op het verouderen van deze welgestelde massa. Ook het toerisme en de aanbieders van financiële diensten zullen er naar verwachting hun voordeel mee doen.

Er komt zelfs een echte age war met de jongere generaties aan, voorspelt Konings: “Babyboomers hebben zich altijd de eeuwige jongeren gewaand, een erfenis van de strijd tegen hun eigen ouders. Ze hebben de verloren generatie nooit de kans gegeven om zich te manifesteren, omdat niemand hen mocht vervangen. Nu ze straks met pensioen gaan, willen ze zo oud mogelijk jong sterven. Wat ze zullen proberen via hippe kleding, cosmetica, citytrips met low fare-maatschappijen, vakanties op Ibiza en flats in trendy stadswijken. Ze zullen hun plaats opeisen in typische jongerensectoren en de prijzen opdrijven, ten nadele van de jongere generaties. Je ziet zo dat daar generatieconflicten van komen.”

De verloren generatie is dus nog steeds niet van de babyboomers af. Omgekeerd geldt echter hetzelfde, zegt Konings: “Generaties worden steeds belangrijker, want in hectische tijden als de onze hebben mensen ankerpunten nodig. Generaties zijn tribes. Ze definiëren ons en maken een onderscheid met anderen. In een periode van desoriëntatie laaien zulke tegenstellingen op, en dus ook het generatiedebat.”

Zie ook www.generationjones.com

klein bij de foto’s: Kleding: Dockers, Marc O’Polo, Sisley en Street One.

Wim Denolf / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content