Latijns-Amerikaanse schrijvers blinken uit in vertelkunst, dat is bekend, en Een geheim voor Julia (Arena, 724 fr./ 17,95 euro) van de Argentijnse PatriciaSagastizábal is daarop geen uitzondering. Het boek leest als een trein en boeit en ontroert op elke bladzijde. Mercedes ontvluchtte als jonge vrouw de repressie in Argentinië, en beviel in het Britse Brighton van een dochtertje dat letterlijk en figuurlijk een kind van de junta was. Het verhaal wordt verteld door Mercedes zelf, op het moment dat de moeizame relatie tussen moeder en dochter tot een hoogtepunt is gekomen. De verwevenheid van heimwee naar en afschuw voor haar land is steeds aanwezig, en ook voor zichzelf en haar dochter is Mercedes vaak een balling en een vreemdeling. Het zijn de mentale processen van filosofie en therapie die Mercedes openbreken, en die maken dat een onverwachte confrontatie met het verleden haar uiteindelijk toch sterker maakt. Langzaam ontdekt ze opnieuw de betekenis van vrijheid, rechtvaardigheid, identiteit en integriteit. (GVdB)

Julie Summers is de dochter van rijke blanke Zuid-Afrikanen. Ze weigert de financiële steun van haar ouders en heeft weinig contact met hen. Als haar wagen het op een dag laat afweten ontmoet ze Abdu, een illegale mecanicien uit een arm Arabisch land. De twee beginnen een passionele relatie. Maar dan wordt Abdu uitgewezen en geen van haar vaders invloedrijke vrienden kan dat verhinderen. Julie besluit te trouwen en met Abdu mee te reizen. Hij is aanvankelijk tegen. Zijn familie is streng islamitisch, in het dorp is volgens hem geen beetje comfort en er is nauwelijks water. Maar Julie zet door. Ze raakt gefascineerd door de rituelen, de vreemde taal, maar vooral door de woestijn. Julie begint Engelse les te geven: zowat alle jonge dorpsbewoners dromen van emigreren. Ook Abdu is voortdurend in de weer om een visum te krijgen en ergens ‘rijk’ te worden. Maar Julie kan de woestijn niet zomaar loslaten. Rite de passage (Bert Bakker, 668 fr./ 16,56 euro) is de nieuwste roman van de Zuid-Afrikaanse Nadine Gordimer. Zij kreeg in 1991 de Nobelprijs literatuur. In dit romantische verhaal toont ze hoe sommige rijke en goed opgeleide mensen rijkdom minachten, terwijl een aantal armen hemel en aarde verzet om van dat geld te genieten. Ze beschrijft heel mooi hoe de verschillende culturen ook in het dagelijkse leven met elkaar botsen. Alleen het einde van deze mooie en actuele roman lijkt nogal ongeloofwaardig. (FB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content