Gent heeft iets met azalea’s. Generaties lang al kweekt men er met engelengeduld steeds nieuwe variëteiten. Geen wonder dat deze fraaie, bloeiende struik op de 31ste Floraliën een prominente plaats inneemt.

JEAN-PIERRE GABRIEL

In de kwekerij van Michel Gregoir heerst een koortsachtige bedrijvigheid. In de serres worden de azalea’s met de grootst mogelijke zorgen omringd. Tientallen kamervariëteiten worden omgevormd tot grote klimheesters, bolle struiken en ranke vormen op een kleine tronk. Duizenden bloemen staan op het punt in volle pracht te ontluiken. Als de koning en de koningin op 21 april het vijfjaarlijkse Gentse bloemenfestijn bezoeken, zullen deze azalea’s op hun mooist zijn.

Al maanden weet Michel dat hij zal kunnen beschikken over de ruimte die hij heeft gevraagd, niet minder dan 1200 m2 van de 27.600 m2 beschikbare tentoonstellingsruimte. De plannen voor zijn stand zijn uitgewerkt, de volumes op schaal getekend. Een twintigtal vrachtwagens zullen zijn trots, de talloze volwassen azalea’s die hij al 32 jaar lang koestert, ter plekke brengen. Een enorme uitdaging voor een zelfstandige kweker die een familiebedrijf leidt.

Michel Gregoir is geen onbekende in het Gentse wereldje van azaleafielen. Juryleden van internationale wedstrijden en organizatoren van prestigetentoonstellingen kennen zijn planten. Niet zelden verlaten enkele fraaie eksemplaren hun vertrouwde omgeving om onze nationale kleuren te verdedigen in de belangrijkste tuinbouwcentra ter wereld. Dank zij hun gezond verstand, hun geduld en bovenal hun grote zorgzaamheid, kunnen Michel Gregoir en zijn echtgenote die het merendeel van de heesters in vorm snoeit bogen op honderden volwassen eksemplaren van Azalea indica, de ene al weelderiger dan de andere als de duizenden bloemknopjes hun blaadjes beginnen te ontvouwen.

Al bijna twee eeuwen zijn azalea’s nauw verbonden met de geschiedenis van Gent. Men hoeft er maar een van de geliefkoosde boeken van de specialisten op na te slaan : “Hillier’s Manual of Trees and Shrubs”, bijvoorbeeld, waar in de rubriek “Rhododendrons” twee kategorieën van gekruiste azalea’s vermeld staan die een stuk van hun geschiedenis hier hebben beleefd.

Eerst en vooral zijn er de Ghent hybrids, bekend onder de verzamelnaam Rhododendron x gandavense : een groep populaire azalea’s die gecreëerd werden tussen 1830 en 1850 en waarvan de meeste afkomstig zijn uit België (enkele soorten komen uit Engeland). Deze azalea’s werden gekweekt uit verschillende wilde soorten, zorgvuldig geselekteerd door specialisten : Rhododendron atlanticum, calendulaceum, luteum, nudiflorum, roseum, speciosum en arborescens. De Gentse azalea’s onderscheiden zich namelijk door hun langwerpige, buisvormige bloemen, die wat op die van de kamperfoelie lijken. Bovendien zijn het sterk geurende bloemen, wat bij de meeste azalea’s niet het geval is.

Een andere groep hybriden, de Azalea mollis, ontstond eveneens in het Gentse. Ze zijn het werk van kweker Louis van Houtte, die voor dit doel in 1873 zaden van Rhododendron japonicum selekteerde. Van Houtte was geen onbekende in de sektor : in 1839 al bevatte zijn catalogus 97 variëteiten precies twintig jaar nadat baron Du Bois de Vroeylande tijdens een wintertentoonstelling in Gent de eerste, uit Engeland meegebrachte azalea prezenteerde.

Vandaag worden in de streek met Lochristi als centrum meer dan 45 miljoen kamerazalea’s geproduceerd, dat wil zeggen negen van de tien azalea’s die in ons land gekweekt worden. Het verschil tussen de azalea’s die de trots van onze tuinbouw waren namelijk de Gentse of de mollis en de kleine azalea’s in potjes die we kopen voor alle mogelijke feestelijke aangelegenheden, is precies dat de azalea’s van tegenwoordig vooral kamerplanten zijn, niet meer bestand tegen overwinteren in de tuin. Dat is gewoon een kwestie van stam. De potplanten, zoals Azalea Laura Ashley, Capitaine Gau of Madame Joseph Heursel, zijn afkomstig van de Rhododendron tsutusi, een soort die in warme streken in het wild groeit. De bekendste variëteiten groeperen Azalea indica ook nog Rhododendron indicum genoemd en Rhododendron simsii.

Door de jaren heen werden de verschillende natuurlijke soorten, evenals generaties van hun nakomelingen, onderling gekruist, om de honderden variëteiten te verkrijgen waarover de kwekers tegenwoordig kunnen beschikken. Slechts een klein gedeelte van deze variëteiten wordt ook werkelijk in de handel gebracht. De circa twintig kleurenkombinaties van de groep der hybriden Hellmut Vogel overheersen in het assortiment dat in België gekweekt wordt.

Van de andere variëteiten die tegenwoordig erg populair zijn, werd een aantal gecreëerd in het Rijksstation voor Sierplantenteelt van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Melle, met als jongste aanwinsten de Laura Ashley en de Schuman. Het selekteren van nieuwe variëteiten op grote schaal, lange tijd het monopolie van dit station, interesseert nu ook de privé-sektor. Geert De Kimpe van Hortibreed is de enige die kan bogen op een mooi palmares. Op 22 april aanstaande stelt hij de eerste drie variëteiten voor die hij in de handel wil brengen met de bedoeling ze op grote schaal te kunnen verkopen : Christine, Pauline en Rani.

Het heeft hem negen jaar gekost om die variëteiten te ontwikkelen. Geert De Kimpe weet ook dat hij in de toekomst niet meer dan één of twee nieuwe cultivars op duizend zal kunnen prezenteren. Ze zijn immers het resultaat van een jarenlang proces, waarvoor veel geduld vereist is. Het begint met het afnemen van pollen op de meeldraden van een bloem om daarmee de stamper van een bloem van een andere plant te bevruchten. Er gebeuren vier, vijf bevruchtingen per jaar. Elke rijpe doosvrucht bevat dan tussen 400 en 1000 zaadjes die op een zaaibed gezet worden. Zo kiemen in de verwarmde serres van Hortibreed jaarlijks tienduizenden kleine plantjes. Die worden verscheidene keren uitgeplant en na dertien, veertien maanden tonen de nieuwe plantjes hun eerste bloempje en lopen ze ook het risico geëlimineerd te worden. Op die manier wordt een Rani geboren, een Pauline, of een Christine, de jongste telg in de familie.

Alle kruisingen worden opgeslagen in de computer. Meer nog, die computer kan, op basis van ouderlijke kenmerken, zogenaamd optimale huwelijken voorstellen om zo nieuwe variëteiten te creëren die lang bloeien, bestand zijn tegen ziekten, en schitterende bloemen dragen in kleuren zoals de konsument van vandaag ze graag heeft.

Geert De Kimpe (uiterst links) en Michel Gregoir : het ontwikkelen van een nieuwe azalea vraagt jaren van geduldig werken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content