Samen met Gone With the Wind behoort The Wizard of Oz tot de toppers van de gouden jaren ’30 van de Hollywoodfilm. Als het van de mensen van VTM Events afhangt, wordt De Tovenaar van Oz een minstens even grote mijlpaal in de Vlaamse musicalgeschiedenis. De omvang van de promotiecampagne heeft in elk geval al geschiedenis geschreven.

Bruno Koninckx

Bij het wereldpubliek is het waarschijnlijk vooral dankzij de film uit 1939 dat Dorothy en haar drie begeleiders (de Blikken Man, de Vogelverschrikker en de Leeuw) uitgegroeid zijn tot personages die niet moeten onderdoen voor traditionele sprookjesfiguren. Maar voor de Amerikanen was The Wizard of Oz al in het begin van deze eeuw een klassieker. L. Frank Baum schreef The Wizard in 1900, en het sprookje kende meteen zo’n succes dat de auteur het drie jaar later tot een musical herwerkte. Die werd een absolute hit op Broadway : hij haalde niet minder dan 293 voorstellingen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat bij de opkomst van de klassieke Hollywoodfilm in 1933 studiobaas Samuel Goldwyn de rechten voor de verfilming opkocht. Normaal zou MGM rond 1938 Shirley Temple de hoofdrol hebben laten spelen, maar omdat zij al een ander contract had, werd de rol van Dorothy toegekend aan een andere prille ster : Judy Garland. Het ongelooflijk succes maakte van haar meteen een wereldster.

Ondanks dat succes won de film slechts twee oscars : met Over the Rainbow een voor de beste song, en een voor Judy Garland als actrice. De concurrentie van Gone With the Wind was te groot.

In de loop der jaren greep men geregeld terug naar het verhaal om er nieuwe producties rond op te zetten. In de jaren ’50 en ’60 was men het sprookje blijkbaar wat vergeten, maar in 1975 kwam het weer helemaal terug. Toen werd er onder de titel The Wiz een geactualiseerde ?zwarte? versie van gemaakt, die ook een enorm succes werd op Broadway.

Twee jaar later werd deze versie verfilmd, met Diana Ross als Dorothy en Michael Jackson als Vogelverschrikker. Nog eens tien jaar later pakte het Londense Barbican Theatre uit met een nieuwe versie, die in 1988 verhuisde naar het Royal Shakespeare Theatre in Stratford-upon-Avon. Het is op deze versie dat men zich bij VTM Events baseert voor De Tovenaar van Oz.

De sleutel voor het blijvende succes van het sprookje is waarschijnlijk te vinden in de eenvoud en de herkenbaarheid van het verhaaltje. Als Dorothy, een meisje van zo’n 14 jaar dat bij haar oom en tante in Kansas woont, zich weer eens onbegrepen voelt, vlucht ze samen met haar hondje Toto het huis uit. Ze komt midden in een hevige storm terecht, en wordt door de wind met haar hoofd tegen de grond gesmakt. Ze zwijmelt weg en komt in een sprookjesland terecht. Om weer thuis te geraken, moet ze de hulp inroepen van de grote Tovenaar van Oz.

Al snel maakt ze drie nieuwe vrienden : de Vogelverschrikker, de Blikken Man en de Leeuw. Samen gaan ze op zoek naar de Tovenaar, maar de Boze Heks van het Westen probeert hun plan telkens te dwarsbomen. In feite is het hele verhaal een variant op de klassieke zoektocht naar het geluk, die eindigt met de moraal dat dat geluk uiteindelijk dicht bij huis, en meer bepaald bij jezelf te vinden is.

Het evenementenbureau Music Hall, dat vorig jaar al ervaring opdeed als medeorganisator van Cats, richtte samen met VTM een joint venture op die onder de naam VTM Events megaspektakels gaat organiseren. Voor Music Hall is VTM de ideale partner : om met privƩ-budgetten monsterproducties als deze musical rendabel te krijgen, moet je een enorme promotiecampagne voeren die het grote publiek naar de voorstellingen lokt. De organisatoren hebben zich echter ook op een andere manier ingedekt : voor bijna alle rollen wordt een beroep gedaan op mensen die vooral van hun optreden in allerlei soaps bekend zijn, zoals Katrien Devos, Daan Van den Durpel, Brecht Callewaert en Mark Verstraete. Een verrassende BV in de cast is Johan Verminnen. Alleen hoofdrolspeelster Ann De Winne is bij het brede publiek nog niet zo bekend, maar daar zal met deze productie wellicht verandering in komen.

Voor Ann De Winne betekent Dorothy eigenlijk de eerste hoofdrol in een groot spektakel. Ze was tot nog toe vooral actief in het kinder- en jeugdtheater, onder andere bij het KJT, maar speelde ook al in musicals en in muziektheater bij de Internationale Nieuwe ScĆØne.

Sinds Judy Garland is het de droom van nogal wat musicalactrices om Dorothy te spelen. Was dat voor jou ook zo ?

Ann De Winne : Ik heb er inderdaad altijd al van gedroomd om zoiets te kunnen doen : een meisje spelen dat van alles meemaakt. Het verhaal zelf vind ik al heel mooi : hoe het zou zijn op een plaats zonder zorgen, iedereen vraagt zich dat wel eens af. Het verlangen, de verwondering vind ik belangrijk, niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Het spreekt mij enorm aan om zoiets te kunnen spelen. En bovendien is het een musical : zingen zal altijd mijn passie blijven. Het verhaal en de muziek sluiten in dit stuk goed bij elkaar aan.

Heb je de film gezien ?

Ja, vroeger al. Toen ik aan deze productie begon, nam ik me voor om er niet opnieuw naar te gaan kijken. Ondertussen heb ik dat toch gedaan : ik wou toch eens checken wat er veranderd is aan de tekst. Ik ontdekte dat ik onbewust dingen deed die Judy Garland ook doet.

Mensen die de film hebben gezien, zullen toch nog met Judy Garland in hun hoofd zitten. Hoe zie jij je rol ?

Voor mij is het een uitdaging omdat ik een meisje moet uitbeelden van 14 jaar. Ik wil ook een meisje van 14 zĆ­jn, niet spelen. Het moet geloofwaardig blijven voor de volwassenen, en de kinderen moeten zich herkennen. Het is een beetje zoeken om daartoe te komen, maar alles past zo goed in elkaar dat het uiteindelijk wel zal lukken. Ik kan niet het meisje van 14 spelen dat Judy Garland heeft neergezet. Toen ik 14 was, was ik nog een kind, maar meisjes van 14 van nu zijn eigenlijk al echt jongedames. Daarom kan je nu niet meer zomaar een meisje spelen dat alles over zich laat gaan en alles goedvindt. Je moet meegaan met de tijd.Ć¾ Regisseur en scenograaf van De Tovenaar van Oz is Niek Kortekaas, iemand die voor diverse genres als toneel, dans en film decors heeft ontworpen en een aantal eigenzinnige producties regisseerde die dicht aanleunen bij bewegingstheater.Ć¾ The Wizard of Oz is een klassieker, zeker ook door de film. Is dat een hulp of een hinderpaal voor een nieuwe productie ?Ć¾ Niek Kortekaas : Ik wilde eerst het geheel actualiseren. Maar hoe meer ik het script las en naar de muziek luisterde, hoe meer de behoefte verminderde om dat te doen. Ik heb ook The Wiz met Diana Ross en Michael Jackson gezien, en eigenlijk is die in verhouding tot de originele film uit 1939 eigenlijk al gedateerd, zowel in beelden als in de manier van spelen. Bij The Wiz heeft men ook het verhaal aangepast aan een andere situatie, maar dat hoeft niet omdat het op zich al sterk genoeg is. Ik heb me vooral gebaseerd op het theaterscript van het Royal Shakespeare Theatre. Dit script is vrij trouw aan het origineel, maar er is natuurlijk een verschil omdat het voor theater bedoeld is. Alleen met de taal ondervonden we een probleem : het Engels is een goede zangtaal, maar in het Nederlands botsen de woordjes nogal eens. We hebben er dan ook lang over gedaan om het stuk zo mooi mogelijk te vertalen.Ć¾ Je bent zowel regisseur als scenograaf voor deze productie. Is dat een voordeel ?Ć¾ Het is enorm handig. Ik kan regisseren met het beeld in m’n hoofd, ik kan de acteurs ook zeggen wat er wanneer gaat gebeuren. Ik moet er niet aan denken dat ik geen controle zou hebben over de beelden die iemand anders zou maken. Zeker in dit geval, omdat het zo’n gigantische machine en zo’n groot podium is. Ik kan de regie zetten naar het beeld, en omgekeerd.Ć¾Het vormgeven op zich is bij deze productie ook een hele uitdaging. Bij theater zit je vaak in het abstracte te werken, en hier moet je dingen vormgeven zoals een papaverveld, Oz zelf, enz. Er zitten niet echt heel veel effecten in, we werken meer met decor en licht. Ik vind het goed dat dit geen musical is die het van effecten moet hebben : het is wat het is, het is een heel eenvoudig verhaal.Ć¾ De grootste verrassing binnen de cast is Johan Verminnen. Hij staat al meer dan een kwarteeuw op een podium, maar kroop eigenlijk nog nooit in de huid van een ander personage.Ć¾ Hoe ben jij in deze productie terechtgekomen ?Ć¾ Johan Verminnen : Louter toevallig. Artistiek directeur Frank Van Laecke belde me op met de vraag om mee te doen, maar ik weigerde omdat ik me geen twee maanden afwezig kan verklaren tegenover mijn orkest. Toen belde hij terug om te zeggen dat het in juni en juli zou zijn, wat voor mij wel haalbaar is.Ć¾Ik zei uiteindelijk ?ja? omwille van Frank Van Laecke zelf, en anderzijds om het gegeven. Het gaat om een sprookje en een soort megaspektakel. Dat is nieuw voor mij, en daarom wou ik dat wel eens van dichtbij meemaken. Een bijkomend element is dat mijn dochter gek is van musicals. Zij kent de originele film uit het hoofd, dus ik zal mijn best moeten doen.Ć¾ Betekent dit een nieuwe richting in je carriĆØre ?Ć¾ Ik heb altijd met theater te maken gehad. Ik regisseerde bijvoorbeeld spektakels, maar ik heb zelf nog nooit echt een rol gespeeld. Het is dus iets helemaal anders dan wat ik gewoon ben. Hier ben ik helemaal ondergeschikt aan een verhaal en een scenario, terwijl ik normaal het scenario zelf bepaal en het verhaal heel nauw met mezelf verbonden is. Voor mij is het werken aan deze productie eigenlijk een soort vakantie : ik stap eens uit mijn eigen rol om een andere te gaan spelen. Daarnaast speel ik nu ook voor een totaal nieuw publiek. Ik zie wel wat het wordt ; ga ik op mijn bek dan is dat maar zo, daar leer ik van. In mijn vak moet je de kansen grijpen die men je biedt.Ć¾Tot hiertoe vind ik dit heel leuk. Ik heb ondertussen nog twee aanbiedingen gekregen waar ik niet op kan ingaan, maar ik wil dit in de toekomst zeker nog af en toe eens doen.Ć¾ Je speelt de leeuw. Hoe zie je die rol ?Ć¾Het is een leeuw die verstoten is. Het is eigenlijk een personage dat laf is en gebrek heeft aan moed en wilskracht. Hij doet zichzelf stoer voor, wat na vijf minuten doorprikt wordt. Uiteindelijk wordt hij wel weer moedig. Dat zijn dus eigenlijk twee gelaagdheden die ik gestalte moet geven. Ik speel in een pak waar ik helemaal inzit. Dat is echt heel zwaar, omdat ik verschrikkelijk transpireer. Ook voor het zingen is dat moeilijk.Ć¾ Wat vind je van de muziek ?Ć¾Die doet heel Gershwin-achtig aan, ook al is hij door iemand anders geschreven. De muziek wordt in deze productie symfonisch opgevat, hij wordt dus niet geactualiseerd, wat eigenlijk wel past bij dit sprookje. Hij is helemaal anders dan mijn muziek, hij is een beetje een curiosum voor mij. Ik wil er niet denigrerend over doen, maar het zou ook hypocriet zijn om te zeggen dat dit het soort muziek is dat ik vandaag zou willen maken. Het is niet echt mijn smaak. Ik heb trouwens vaker een probleem met de muziek van musicals. Concreet bij De Tovenaar van Oz merk je duidelijk dat de rockmuziek er toen nog niet was. Maar toch vind ik bijvoorbeeld de techniek interessant : de muziek is heel efficiĆ«nt. Zij heeft iets sprookjesachtig.Ć¾ Daan Van den Durpel begon als toneelacteur, maar speelde eigenlijk vooral in musicals, zeker sinds hij in 1985 voor het Ballet van Vlaanderen ging werken. Maar ook op televisie was hij vaak te zien, en fans van het radioprogramma ’t Koekoeksnest zullen hem ook wel kennen.Ć¾ Jij speelt de Blikken Man. Wat voor een personage is dat ?Ć¾ Daan Van den Durpel : De Blikken Man was vroeger een gewone houthakker. Hij werd verliefd op een meisje wier moeder vreesde dat hij in het geheim met haar dochter zou trouwen. Daarom riep ze de hulp in van de Boze Heks van het Westen. Die betoverde zijn bijl, en toen hij hout aan het hakken was, heeft hij zichzelf middendoor gehouwen. Hij werd opgelapt door een blikslager, die hem een ander hoofd en lichaam gaf. Ik heb dus een blikken kostuum, en daardoor beweeg ik zo’n beetje als een marionet. Daarbij is men op het lumineuze idee gekomen om mij een tapdansnummer te laten uitvoeren.Ć¾ Jij bent een van de weinige echte musicalacteurs in Vlaanderen. Wil je dat blijven doen ?Ć¾ Ik heb 25 jaar musicals gespeeld en aan meer dan zestig producties meegewerkt. Vanaf nu probeer ik het zo te regelen dat ik meer verschillende dingen doe : toneel, musical, een liedjesprogramma, enz. Ik wilde niet echt opnieuw alleen toneel gaan spelen, maar ik heb toch een probleem met veel musicals. De meeste mensen, en dat zie je tegenwoordig steeds meer met de musicals van bijvoorbeeld Webber, hebben iets van : als er maar mooi gezongen wordt, als de muziek maar majestatisch is. Aan het verhaal wordt veel minder aandacht besteed : dat is vaak alleen maar een vehikel om een lied te dragen. Als je er bij musicals als acteur niet echt iets van maakt, zitten de mensen na vijf minuten te geeuwen. Daarom vertrok ik voor alle musicals waarin ik speelde vanuit mijn opleiding als acteur. Mijn zang- en dansopleiding zijn mij altijd goed van pas gekomen, ik heb ze altijd in mijn acteren geĆÆntegreerd.Ć¾ Is het gevaar bij musical niet groter dat je als acteur telkens voor hetzelfde soort rol wordt gevraagd ?Ć¾ In die 25 jaar heeft men mij meestal gecast als jeune premier, louter omwille van mijn uiterlijk. Door ouder te worden wat ik een zegen vind moet ik die rollen niet meer spelen. Ik krijg nu meer compositiewerk, wat ik als acteur veel interessanter vind. Ik ben niet voor rollen waarin ik mezelf moet spelen. De uitdaging is dat het publiek achteraf zegt : ?Tiens, kan die dat ook ? Dat wisten we niet.? Bij de Tovenaar van Oz heb ik het gevoel dat ik mijn grenzen verleg. Omdat ik me heel makkelijk beweeg, ga ik dat soms ?prostitueren?. De eerste vijf minuten van een voorstelling doe ik dat misschien nog niet, omdat ik op voorhand tegen mezelf zeg dat ik me moet inhouden, maar in het vuur van het spel vergeet ik dat dan weer. Nu steken ze mij in zo’n blikken doos, en is er niet veel bewegen meer bij. Nu zal ik het dus moeten redden met mimiek en met het overbrengen van intenties.Ć¾ De laatste jaren worden er ook in Vlaanderen steeds meer grote musicals gespeeld. Denk je dat er hier ook plaats is voor minder commerciĆ«le stukken ?Ć¾ Noem mij een pater Damiaan, maar ik heb altijd voor de musical en de doorbraak daarvan gevochten. Als er nu mensen naar de Tovenaar van Oz komen, en we doen volgend jaar iets dat misschien minder populair is, is daar misschien toch ook heel wat volk voor gewonnen. Misschien is dat maar tien procent, maar de mensen hebben dan toch al de drempel overwonnen. Het soort musicals dat mij boeit, verkoopt helemaal niet. Ik heb zeker geen commerciĆ«le smaak. Mocht ik directeur zijn van een musicalgezelschap, zou ik per jaar een grote publiekstrekker programmeren, en met de winst die dat zou opleveren een kleinere productie op touw zetten voor de liefhebbers. Het aantal liefhebbers breidt zich momenteel ongelooflijk uit. Volgend seizoen lopen er in Nederland en Vlaanderen 15 musicals, dat kon je je 15 jaar geleden niet voorstellen. De concurrentie kan alleen maar de kwaliteit bevorderen.Ć¾ Mark Verstraete heeft als acteur diverse watertjes doorzwommen, maar is tegenwoordig vooral bekend van zijn rol als Jef in de VTM-serie De Kotmadam.Ć¾ Hoe zie jij je rol ?Ć¾ Mark Verstraete : Alle hoofdrolspelers hebben eigenlijk twee rollen. In haar droom ziet Dorothy immers mensen terug die ze kent uit het gewone leven. Ik speel de Tovenaar van Oz zelf, maar die komt pas op het einde van de voorstelling aan bod. In het begin heb ik nog een andere rol, die van een soort helderziende professor Chester Marvel, een beetje een charlatan. Ik speel dus zeker niet de hoofdrol, maar wel de titelrol. De Tovenaar in de droomwereld is eigenlijk ook een charlatan, die door de mand valt. De Tovenaar is het personage waar ze naar op zoek zijn, degene die hun probleem moet oplossen. In het land van Oz wordt hij aanzien als een tovenaar omdat hij daar met een ballon is terechtgekomen, maar hij kan niet echt toveren. Uiteraard komt alles natuurlijk wel goed.Ć¾Ik heb nog nooit in een musical en ook nog nooit in zo’n jeugdproductie gespeeld. Ik moet wel niet zingen.Ć¾ Wat vind je het leukst aan dit stuk ?Ć¾Wat me vooral aantrekt, is dat het zo speels en kinderlijk is. Dat groot geheel lijkt me heel avontuurlijk. Ik ben benieuwd naar het resultaat. Ik hou ook wel van spektakel, mijn kinderziel komt dan naar boven, en die kijkt verwonderd naar wat er allemaal te zien en te horen valt. Ook de fantasiewereld vind ik leuk : ik denk dat ik als kind ook dromerig was en mij sterk aangesproken voelde door sprookjes. En de Tovenaar van Oz is een heel mooi sprookje.Ć¾

PremiĆØre op 15 juni in de Antwerpse Stadsschouwburg. Daarna nog tot 12 juli, maar de organisatoren hopen op verlengingen tot in augustus. Kaarten : tussen 750 en 1350 fr. Info en reservatie : Ticket Club, tel. (070) 344.111, of aan de kassa van de Stadsschouwburg.

De film uit 1939 maakte van Judy Garland meteen een wereldster.

Vogelverschrikker Brecht Callewaert en Leeuw Johan Verminnen : Het zou hypocriet zijn om te zeggen dat dit het soort muziek is dat ik vandaag zou willen maken.

Daan Van den Durpel als De Blikken Man en Ann De Winne als Dorothy : De verwondering is belangrijk, niet alleen voor kinderen, ook voor volwassenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content