Als wij Stephen Yerkey zeggen dat wij nog nooit van hem gehoord hadden, vóór zijn sterke cd “Confidence, man”, zegt hij met z’n typische dead-pan-humor : “That’s okay, ik had ook nog nooit van jou gehoord. Ik ben geboren in West-Virginia en zowat overal in de Midwest opgegroeid. Eind de seventies ben ik naar California getrokken. Er waren jaren dat ik een bloedhekel had aan de muziekbusiness en dat ik me helemaal teruggetrokken heb. Maar ’t is zoals Michael Corleone in “The Godfather 3” : iedere keer dat ik denk dat ik er helemaal uit ben, they pull me back in. Ik ben wel altijd blijven schrijven. “

Strikt gesproken is “Confidence, man” niet z’n debuut want in 1986 maakte hij met de groep Non Fiction al een plaat voor het Britse Demon-label. “Ze heeft geen zak verkocht en de band is meteen daarna gesplit, maar ik kan er nog altijd naar luisteren. Ik heb toen wel een les geleerd : als je een plaat wil maken, denk dan meteen al aan het feit dat je die ook zal moeten verkopen. Tenzij je er alleen maar een vriendin of een vrouw wil aan overhouden. “

“Confidence, man” is een vrij gevarieerde cd. “Een vrouw zei me dat ze er hoofdpijn van kreeg, ” zegt Yerkey. “Maar misschien komt dat omdat ze in Potsdam woont. Zij vond het ongeloofwaardig dat iemand country-nummers kan schrijven en meteen daarna uitfreaken. Voor mij is het allemaal vrij simpel, maar ik begrijp dat een criticus het moeilijk heeft om mijn muziek te omschrijven. In de platenbakken in Amerika sta ik, bweuk, tussen Yellowman en Yes. Ach, je bent het produkt van je opvoeding, denk ik : ik heb geluisterd naar The Clash, Graham Parker, Pere Ubu, Television, Tom Waits, veel country ook. “

Een van de alleraangrijpendste songs én performances die wij de laatste jaren gehoord hebben, was “Cocksucking blonde”. “Mijn broer had een van die hardcore porno-blaadjes, ” zegt Yerkey, “tweehonderd blaadjes voor 25 dollar, en daar stond een foto in van een blondine die bezig was met een gezichtsloze man. Zeer tegen hun gewoonte in, want woorden zijn hun forte niet, hadden de uitgevers er zelfs een tekstballonnetje bij geplaatst : “There’s nothin’ like a cocksucking blonde”. Op de een of andere manier is die zin in mijn hoofd blijven zitten. Ik dacht dat ik nooit zo’n song zou durven schrijven, niet in het minst omdat ik twijfelde of er voldoende rijmwoorden op ‘blonde’ bestonden. Maar die waren er. Ik heb dan een hele tijd alleen de tweede helft van die song gehad en toen ik ‘m wou opnemen met een groep, wees mijn producer Mat Callahan me daarop. Ik zei : ik zal de eerste helft improvizeren en mezelf begeleiden op akoestische gitaar. En zo is het gebeurd : we hebben uiteindelijk een stuk of acht versies opgenomen, maar op de cd staat de allereerste. We hebben die opname drie jaar laten liggen, omdat we wel naïef zijn, maar niet gek : geen enkel radiostation draait zo’n track. Mijn moeder zei : jongen, ’t is niet erg, ’t is een song die je in een opwelling hebt geschreven. En ik zei : ma, ik heb er jàren aan gewerkt. “

“Confidence, man” van Stephen Yerkey is verschenen bij Heyday Records. Hij koncerteert, samen met Roger Manning op 1/6 in de AB Bellevueclub, Brussel.

Yerkey : zoek tussen Yellowman en Yes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content