DE STIG ACHTERNA

Jeugdige overmoed in deze supercar van 200.000 euro.

Dunsfold Park is de speeltuin van de jongens van Top Gear : hier leven Jeremy Clarkson en de Stig op een oude airstrip hun passie uit. Vandaag geven we er de nieuwe McLaren MP4-12C de sporen, het geesteskind van een klein bedrijf dat één op de vier Grand Prix heeft gewonnen sinds het actief is op het hoogste niveau van de autosport en zich uitsluitend toelegde op de competitie. Met één notoire uitzondering : in 1993 bouwde het de McLaren F1 waarvan iets meer dan honderd stuks werden verkocht, voor de forse prijs van één miljoen euro. De wagen verlegde niet alleen de grenzen, hij won ook de 24 uren van Le Mans en haalt nu op veilingen fabelachtige bedragen.

Enkele jaren geleden besloot Ron Dennis, die het bedrijf sinds onheuglijke tijden leidt, om de expertise en de snelheid van denken en werken te gelde te maken die eigen zijn aan de formule 1. Hij deed dat met de ultieme sportieve tweezitter, want perfectionist Ron Dennis is zijn leven lang alleen voor het allerhoogste gegaan. De McLaren MP4-12C wil de degens kruisen met Ferrari’s en andere geweldenaars en is dit keer voor een breder publiek bestemd. Al is ‘breder’ een relatief begrip, met een prijskaartje van pakweg 200.000 euro. De ambitieuze Brit wil er jaarlijks 1000 à 1500 van verkopen en de cijfers geven hem gelijk : potentiële klanten moeten inmiddels langer dan twaalf maanden op de wachtlijst staan.

Niet toevallig natuurlijk want de McLaren kreeg een paar opvallende kwaliteiten mee. De passagierscel van koolstofvezel, die in Salzburg in één stuk wordt gebakken en 75 kg licht is. Ze leest als de handtekening van het bedrijf, dat er sinds de jaren tachtig mee pionierde in de formule 1. In combinatie met de aluminiumstructuur voor- en achteraan en koetswerkpanelen uit aluminium en uit met koolstofvezel versterkt polyester werd het gewicht van de tweezitter daarmee op 1336 kg gehouden. Niet kwaad voor een krachtpatser met 600 pk, waarvan de V8-motor met dubbele turbo bij Ricardo wordt gebouwd.

De lage neus zorgt voor een panoramisch uitzicht, het zitje laat zich perfect elektrisch afstellen, net als het stuur waarachter zich de centrale, wat groot uitgevallen toerenteller bevindt. Er zijn slechts twee pedalen want de MP4-12C kreeg een gerobotiseerde zevenbak mee die bij Oerlikon Graziano wordt gebouwd en via twee peddels achter het stuur wordt bediend. Belangrijker zijn de afstelmogelijkheden voor zowel de handling (ophanging, tractiecontrole, brake steer en rolneiging) als de motor (reactie op het gaspedaal, schakeltijden). Testrijder Matt demonstreert de verschillende niveaus van handling met enkele snelle rukken aan het stuur, accelereert fors waarbij de uitlaat voor elk van de afstellingen een ander crescendo geluid laat horen en trapt een paar keer op de rem waarbij de luchtrem uitklapt voor een betere stabiliteit. Als om mee te geven dat we safe zitten.

Dan wisselen we van zitje en beginnen in Normal aan een eerste rondje. Ook in die stand laat de McLaren zich kennen als een indrukwekkende kompaan die meer dan vlot op het gaspedaal reageert maar vooral opvallend goed instuurt bij snelle bochten. Direct en trefzeker.

“Neem de kerbstones maar mee”, advizeert Matt bij een tweede ronde als we voor de sportafstelling kiezen. De tweezitter reageert nu sneller op het gas en het stuur, staat harder afgeveerd en produceert een schitterende klank voor wie hem snel in de toeren jaagt. We krijgen er nu echt zin in, remmen steeds later en voelen dat de opwinding zich van ons meester maakt omdat de bolide erg gehoorzaam blijkt, precies stuurt waar we ze willen en uiterst neutraal reageert. Een blitse Brit waarop je kunt rekenen.

Tijd om het monster in de Track-stand te gooien en de hoogste regionen van zijn potentieel te verkennen. Het geluid is tot een indrukwekkend gedreun aangezwollen, de MP4-12C versnelt in de veel te korte rechte lijn als een jet en gaat gierend door de traagste bocht. Ronde na ronde groeit het vertrouwen, het gaat almaar sneller tot we een schuiver maken die buitengewoon makkelijk valt te corrigeren. Eigen schuld natuurlijk, jeugdige overmoed. Matt grinnikt maar zwijgt. We haspelen nog een paar rondjes af en rijden dan binnen. Als we uitstappen, voelen we ons twintig jaar jonger.

“Stig ging hier drie volle seconden sneller dan de Ferrari Italia”, weet een andere testrijder. We zijn niet echt verrast want vooral de brake steer staat daarin centraal, een vondst waarmee McLaren in 1997 zo’n voorsprong opbouwde in de formule 1 dat het systeem al na één seizoen verboden werd. Als de bestuurder in zijn opwinding er wat al te enthousiast tegenaan gaat in een bocht, remt het systeem het binnenwiel af, zodat de neus trefzekerder de bocht induikt. De trotse piloot dicht zichzelf een zeker gevoel van meesterschap toe, terwijl het de techniek is die hem een handje helpt.

Na onze snelle rondjes zoeken we het alledaagse leven op met een ritje in de buurt over heuvelachtige kronkelende wegen, waarbij we de auto even in zijn automaat zetten. Hij schakelt nu erg snel op, wat dankzij het genereuze koppel nooit problemen oplevert en tegelijk een flinke slok brandstof bespaart. De tweezitter laat zich onwaarschijnlijk gemakkelijk rijden – ook in het stadsverkeer. En hij is nog bijzonder comfortabel ook.

“Dat komt doordat er twee persoonlijkheden schuilgaan in de McLaren”, weet de blonde pr-vrouw. Natuurlijk wordt ze betaald om de positieve boodschap uit te dragen, maar voor één keer heeft ze helemaal gelijk. Twee auto’s in één, een comfortabele tweezitter en een monster voor de racebaan.

Door Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content