Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Didier Ludot wordt wild van een Balenciaga en herkent vanop één meter afstand een echte Chanel-tas van een valse. Met bijna religieuze overgave bezoeken modefanaten zijn Parijse boetieks met tweedehandse haute-couture.

LENE KEMPS

In de stemmige tuinen van de Palais Royal tussen de winkels met postkaarten en souvenirs vind je twee uitstalramen vol bordjes : Dior, 1956. Madame Grès, 1940. Chanel, 1967. Didier Ludot, van opleiding dekorateur, verkoopt nu zeven jaar Franse haute-couture op nummer 24. Hij heeft een stock van 350 stuks. En al twintig jaar handtassen, schoenen en andere accessoires op nummer 22, waarvan hij er 250 in circulatie heeft. Thuis heeft hij bovendien nog eens een privé-verzameling van vijfhonderd kledingstukken die hij te mooi vindt om te verkopen. Een echte liefhebber, fetisjist en verzamelaar dus.

“Ik ben opgevoed door twee elegante vrouwen : mijn moeder en mijn oma, ” zegt hij. “Ze hadden een kamer vol couture-kleding. Als we zoet waren, mochten we toekijken hoe ze zich mooi maakten voor een feest. Als we heel braaf waren, mochten we de kleren aanpassen. Zalige herinneringen. Mijn jeugd baadde in een couture-sfeer. “

Ludot heeft zich gespecializeerd in Chanel, zowel in tailleurs als in schoenen en handtassen. “De enige kleding die aanspraak kan maken op het etiket tijdloos, ” zegt hij. Zowel rijke Amerikanen als arme musea en de couturehuizen zelf komen bij hem kopen. Createurs zijn er vriend aan huis, want ze nemen graag een kijkje in het Franse modeverleden. “Enkel Lagerfeld krijg ik nooit over de vloer, ” zegt Ludot. “Hij houdt niet van mijn bestaan, vermoed ik. Mijn winkel konfronteert hem met het feit dat Madame Chanel een genie was en hij slechts de verderzetter van een traditie. Zijn werk voor Chanel is uitstekend, vol zin voor humor en met veel vakkennis. Maar zonder de sterke kodes die Coco heeft opgebouwd, had hij het nooit gehaald. “

Nemen vrouwen graag afscheid van hun jurken ? Haute-couture lijkt me net iets om bij te houden.

Ludot : Dat is ook zo. Jarenlang hebben vrouwen die jurken gekoesterd en verzorgd. Ze herinneren hen aan belangrijke evenementen en mooie momenten in hun leven. Als ze er afstand van nemen, is het met pijn in het hart en valt de verkoop samen met andere gebeurtenissen. De eigenares van de kleding is overleden en het huis wordt opgeruimd. De dame verhuist en er is geen plaats meer voor de garderobe. Ze wordt oud en neemt afscheid van de mondaine wereld. Of ze heeft simpelweg geld nodig. Maar soms gaat het gewoon om rijke dames die kleding verkopen om plaats te maken voor nieuwe aanwinsten.

Moeten die dames schroom overwinnen om hun jurken aan u te verkopen ?

Ludot : De onderhandelingen gebeuren met de nodige diskretie en blijven in de zakelijke sfeer. Toen ik mijn winkel begon, veronderstelde ik dat die schroom er zou zijn en dat ik omzichtig te werk moest gaan, via tussenpersonen enzo. Maar het werkt als een sneeuwbal. Als een dame de stap zet haar kleding te verkopen, vertelt ze dat aan vriendinnen. Plots vindt iedereen het een goed idee, en voilà. Ik krijg steeds meer klanten en steeds betere stukken. Ik ben vanzelf in een bepaald circuit in de sjiekere Parijse arrondissementen terechtgekomen.

Bent u niet bang dat de voorraad uitgeput raakt ?

Ludot : Mijn aktieterrein, als ik het zo mag noemen, wordt altijd groter. Zelfs uit het buitenland krijg ik garderobes aangeboden. Er zijn niet zoveel winkels als de mijne, dus de weinige haute-couture die er beschikbaar is, komt naar mij toe.

Het is wel een probleem om sportieve kleding of dagelijkse ensembles te vinden. Zulke dingen worden afgedragen en weggegooid. Of doorgegeven aan minder welstellende vriendinnen en dienstmeisjes, zoals dat in die kringen de gewoonte is.

Mijn bronnen zullen nooit opdrogen, omdat ik steeds in de tijd zal opschuiven. Nu beperk ik me tot ontwerpen van 1930 tot 1970. Binnen tien jaar verkoop ik ook kleding uit de jaren tachtig.

Maar er zijn wel minder dames die zich haute-couture kunnen veroorloven.

Ludot : Als dat zo is, betekent dat alleen maar dat ik meer klanten in mijn winkel zal krijgen, op zoek naar betaalbare kleding.

U gelooft niet in de dood van haute-couture ?

Ludot : U moet maar naar mijn klanten kijken om te zien hoe springlevend en aktueel haute-couture is. Een vrouw die heel haar leven prêt-à-porter heeft gedragen, slaakt een zucht wanneer ze een couture-jurk past. De afwerking, de coupe, de stof… Alles is perfekt. Ik heb jurken die je binnenstebuiten kan keren, zo mooi zijn ze gemaakt. Elke vrouw apprecieert dat gevoel.

Natuurlijk is haute-couture duurder geworden. Alles is duurder geworden. Maar er wordt naar oplossingen gezocht. De modehuizen passen zich aan.

Komen de Franse dames uit de betere kringen ook bij u kopen ?

Ludot : De Franse dames vormen een minderheid. Ik verkoop veel vaker aan buitenlanders. Ik leef van mijn trouwe Amerikaanse, Engelse en Japanse klanten. Gisteren zijn er nog twee zeer charmante Belgische meisjes geweest. Ik geloof dat hun papa een suikerfabriek of zoiets had.

Koopt u in funktie van uw klanten ?

Ludot : Ik weet exact aan wie ik welk kledingstuk kan verkopen. Mijn Amerikaanse klanten houden van Chanel en Saint Laurent. De Engelse dames hebben een voorliefde voor autentieke sixties-ontwerpen. Ik ken de eisen, voorkeuren en maten van mijn klanten. Want tweedehands haute-couture verkopen, is niet evident. De ontwerpen zijn op maat gemaakt en niet altijd makkelijk aan te passen. De jurk moet aan veel voorwaarden voldoen voor een dame tot de aankoop overgaat : juiste maat, kleur en stijl.

Sommige dames plaatsen bestellingen. Ze vragen me uit te kijken naar een Dior uit de jaren vijftig of een Courrèges uit de jaren zestig.

U heeft toevallig geen jaren zeventig Yves Saint Laurent-smoking in mijn maat ?

Ludot : Ah ! Saint Laurent is heel moeilijk te vinden. Misschien zelfs moeilijker dan Balenciaga. Dames die Saint Laurent kopen, vereren de ontwerper als een god en nemen slechts in hoogst uitzonderlijke omstandigheden afstand van hun kleding. Ze hechten eraan alsof het relikwieën zijn.

Ik veronderstel dat sommige ontwerpers minder populair zijn dan anderen. Carven heeft bijvoorbeeld niet zo’n goede reputatie ?

Ludot : Ik hou van alle ontwerpers. Er zijn inderdaad mensen die neerkijken op mademoiselle Carven. Zelfs Balmain wordt bekritizeerd. Maar ik heb schitterende jurken van hen, werkelijk prachtige kreaties. In de haute-couture zijn er geen niveauverschillen, alles is met evenveel liefde en vakkennis gemaakt.

Toch heeft u een voorliefde voor Chanel.

Ludot : Chanel was geniaal, absoluut geniaal. Ze heeft werkelijk alle kledingkodes veranderd. Als een vrouw eenmaal Chanel droeg, wilde ze niets anders meer ; dan hield ze niet van Dior en de anderen. Als ik Chanel krijg aangeboden, gaat het nooit om één stuk, maar om een volledige garderobe. Wie van de stijl houdt, gaat er volledig in op.

Bovendien ligt ze biezonder goed in de markt. Een Chanel blijft nooit lang in de winkel. Veel van mijn klanten hebben heel hun leven van een tailleur gedroomd. Maar ze vinden de prêt-à-porter te duur voor wat het is. De kwaliteit is niet uitzonderlijk en je hebt geen exclusiviteit. Bij mij vinden ze wel een ontwerp met al die kwaliteiten. En voor minder geld.

Hoe duur bent u eigenlijk ?

Ludot : Een autentieke haute-couture Chanel-tailleur heb je vanaf vijfduizend Franse frank, tot vijftienduizend voor avondensembles. Dat is vandaag de prijs van een jasje in de prêt-à-porterlijn.

De duurste jurk die ik ooit verkocht, was een Dior-avondjurk in zwarte taffetas, uit ’56. Tachtigduizend Franse frank. Maar ze was dan ook magnifiek. Subliem gewoon. Een Amerikaanse dame heeft hem gekocht en ze draagt hem ook echt. Wat ik veel fijner vind dan verkopen aan musea, die de jurk op een pop zetten en daarmee uit. Ik geniet ervan als vrouwen die oude kreaties tot leven brengen.

U heeft veel bekende klanten, hebben we ons laten vertellen.

Ludot : Catherine Deneuve koopt regelmatig een avondtasje, ze heeft ondertussen een hele verzameling. Jane Birkin houdt van antieke koffers. Paloma Picasso is gek op accessoires. Maar Stephanie Seymour is ronduit mijn beste klante. Zij heeft een kast vol prachtige haute-couture. Weet u, ze is zo mooi dat ik haar niets kan weigeren. Sommige Saint Laurents of Balenciaga’s wil ik liever voor mezelf houden, maar zij staat er dan zo beeldig mee dat ik het toch weer aan haar verkoop.

Er stond pas nog een foto van haar in een society-blad. Ze was op een feestje en droeg een zwarte fluwelen avondjurk van Chanel, uit ’58. “Miss Seymour wears Chanel, ” had de journalist onder de foto gezet. Prompt kreeg ze een fax van het huis : “Dat kan geen jurk van ons zijn. ” Waarop Stephanies vriend Peter Brant meteen terugfaxte : “It was Coco ! ” Stel je voor, ze herkennen hun eigen jurken niet eens.

Wat was het geheim van Chanels sukses denkt u ?

Ludot : De eenvoud. De logika van haar ontwerpen. Chanel had haar eigen form-follows-function-principe. Waarom zijn de mouwen van de tailleurs zo smal en komen ze tot onder de oksel ? Omdat Chanel vond dat een vrouw haar arm volledig moest kunnen ronddraaien zonder dat haar jasje zou bewegen. Waarom zit er een ketting aan het tasje ? Omdat ze al haar vriendinnen zo krampachtig die kleine handvatjes zag vastgrijpen. Eenvoudig, nee toch.

Ik heb het eerste Chanel-tasje in mijn bezit. Een model dat Coco voor zichzelf heeft gemaakt. Zo simpel en efficiënt dat al haar vriendinnen er ook een wilden. Het heeft nog niet die lijn die doorvlochten is met leer, maar een smalle ketting. Het plooit in twee en er zijn onderverdelingen voor cosmetica en geld en een aparte rits voor briefjes. Ze gebruikte haar eigen ervaring als vrouw om dat tasje te maken en daarom is het zo goed. Ik heb ook de autentieke “2.55”, het nu overbekende model. En haar avondtasjes in jersey, met de hand doorstikt. Het zijn pareltjes.

Welke tas is het populairst ? De Kelly van Hermès of de 2.55 van Chanel ?

Ludot : Beide modellen zijn even erg in trek. Er zijn periodes dat de ene meer wordt gevraagd dan de andere, maar algemeen gezien is er geen verschil.

Krijgt u vaak kopies aangeboden ?

Ludot : Natuurlijk, zowel in kleding als accessoires. Vroeger had je uitstekende naaisters die Chanels modellen konden namaken en er ongegeneerd haar naam inzetten. Maar ik zie meteen dat het om een kopie gaat. Zelfs als het kledingstuk nog opgeplooid is, is het al duidelijk. Ik herken de stoffen en de knopen. Weet u, men kan de tassen en tailleurs nabootsen, maar er zijn altijd details die verraden dat het om imitatie gaat.

Enkel mensen die nooit een echte tailleur hebben gedragen, of een echte tas hebben gehad, beweren dat je het verschil tussen echt en namaak niet ziet. Maar het valt altijd op. Altijd.

Didier Ludot : “Mijn bronnen zullen nooit opdrogen. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content