Elke winter zwemmen grote scholen orka’s voor de kust van de Lofoten. Negenduizend jaar geleden al tekenden mensen een levensgrote orka op een rots in Tysfjord. Toen was de walvis nog prooi voor jagers, nu is het een beschermde diersoort die machtig is om gade te slaan.

Ook al weet ik dat in de staart van het jaar de dagen zeer kort zijn in het hoge Noorden, toch vlieg ik naar de Lofoten, een Noorse eilandengroep boven de poolcirkel. Omdat ik de lokroep van het diepste donker, van ijzige kou en van onvolprezen stilte niet kan weerstaan. In totaal ben ik zo’n vijf uur onderweg van Brussel tot Svolvær, over Oslo en Bodø, met perfect aansluitende vluchten. Het echte winterseizoen omvat de maanden februari, maart en april, als het wat langer licht blijft. Het is dan ook eenzaam in de Nyvågar Rorbuer, als we aankomen. Het restaurant is al dicht, maar in de koelkast van onze rorbuer, dat is een tot hotelverblijf verbouwd houten vissershuisje, wacht een schotel met lokale specialiteiten en een fles wijn. De televisie biedt twee Noorse kanalen, dus blijft er niks over dan met een boek onder het dekbed te kruipen.

Ontbijten bij kaarslicht, het is eens wat anders. Vooral tegen halftien, als buiten het zwarte silhouet van de bergen zich tegen een nog nachtblauwe lucht begint af te tekenen. Dit is dan ook het land waar wegwijzers staan met Skulpturlandskap, die leiden de reiziger naar majestueuze natuurlijke tableaus, in de loop van tienduizenden jaren gebeeldhouwd door de natuur.

Voor tienen iets aanvangen heeft niet veel zin. We plannen om naar Å (spreek uit Oa) te rijden, het plaatsje met de kortste naam van Europa en het eindpunt van de E10, die deze eilanden van noord naar zuid doorkruist. De stelling dat de reis belangrijker is dan de bestemming, is hier op deze godvergeten Lofoten meer waar dan elders. Naarmate de dag groeit, worden de grijstinten genuanceerder, het roest van de vlekken korstmos op de zwerfkeien intenser en de meren meer spiegel voor alles wat ze omringt. Hier en daar liggen vlekken sneeuw. Op het onmetelijke Skagsandenstrand loopt een eenzame fotograaf, de wind en het water hebben er vrij spel. Het zeewier spreidt zich als vrouwenhaar uit over het zand. De onmetelijkheid en het miniatuur in één beeld verenigd.

KONINGEN VAN DE ZEE

Het is middag als we in Å aankomen. De bloedrode rorbuers staan moedig aan het eind van de baai op een rots in zee. Er is geen mens te bekennen in het dorp. In de huizen brandt licht in elke kamer. Het donker moet te allen prijze worden bestreden. Als we gaan aankloppen bij het stokvismuseum is de deur van de huisbewaarder wel open, maar hij is niet thuis. Jammer, want stokvis en kabeljauw zijn al eeuwen de broodwinning op de Lofoten. De visserij bepaalde en bepaalt hier het leven. ’s Winters kwamen vroeger de vissers die aan de buitenkant van de eilanden woonden – de Yttersia -, waar ze kleine boerderijen hadden, voor een paar maanden naar de binnenhaventjes. Ze namen hun intrek in de rorbuers, kleine houten huizen die verhuurd werden door de nessekonger, de havenkoningen. Die waren ook de werkgevers, de eigenaars van de winkel en het postkantoor, degenen die een licentie hadden om alcohol te verkopen. Zij beheersten van ongeveer 1800 tot halverwege de twintigste eeuw het leven van de vissers. Die stonden bij hen in de schuld en moesten een groot deel van hun vangst afgeven aan hen, de v£reiere, de eigenaars van de zee en het land.

De tijden zijn veranderd, het zijn tegenwoordig veeleer de Europese visquota en de visserijpiraten uit het zuiden die de inwoners van de Lofoten zorgen baren, maar veel van deze families, zoals de Bergs in Svolvær leven nog steeds van de zee en hebben tegelijk een groot deel van de toeristische accommodatie in handen. Al zijn niet alle schilderachtige rorbuers tegenwoordig omgeturnd tot hotelkamers. In de belangrijke haven Stamsund bijvoorbeeld herbergen ze nog altijd voor een groot deel vissersvolk.

Stokvis heet stokvis omdat hij over houten rekken (stokken) wordt gehangen om te drogen in de ijskoude winterlucht. Een indrukwekkend gezicht overigens : die eindeloze rekken vis in de wind. Februari, maart en april zijn hier de beste maanden, de dagen worden langzaam langer, er ligt sneeuw, de lucht is overdag staalblauw, de sterrenhemel ’s nachts duizelingwekkend. De visserboten varen uit, er heerst een drukte van belang in de haventjes en met man en macht wordt de onthoofde en schoongemaakte vis over de droogrekken gehangen.

In Sund is er een klein visserijmuseum, een verzameling van traditioneel materiaal, aangelegd door de intussen overleden smid Hans Gjertsen . De man die beroemd werd met zijn sierlijke aalscholvers, die hét aandenken aan de Lofoten zijn geworden. Tegen vier uur, als het pikdonker is, belanden we in de smidse met werktuigen die meer dan honderd jaar oud zijn. Tor Vegar Mørkved , de jonge opvolger van Gjertsen, filosofeert over al dat volk dat in het zomerseizoen door zijn smidse passeert. Japanners, Amerikanen die met cruiseschepen de Lofoten aandoen en alles heel ‘interessant’ vinden. Hij vindt ze wel aardig. Hij ziet zichzelf als een gelukkig mens, die op deze verlaten eilanden een bezigheid vond die hem dag in dag uit aan de slag houdt en hem zijn boterham laat verdienen. En die tijd kan maken om met iemand die hem boeit een boom op te zetten. Natuurlijk maakt hij ook series aalscholvers die de toeristen gretig kopen, een mens moet leven, maar in de smidse wacht bijvoorbeeld een sierlijke negentiende-eeuwse gietijzeren kolomkachel die moet worden gerestaureerd en er is het nuttige werk voor de vissers dat nooit aflaat.

’s Winters, als het donker de meeste toeristen bij hem weghoudt en hij helemaal alleen aan het vuur staat, heeft hij veel tijd om te denken over leven en geluk. De artiest in hem slaapt nooit, in een paar minuten smeedt hij een sierlijk espenblad dat hij mij schenkt als souvenir.

HET NOORDELIJKE GEVOEL

Kabelvåg is een van de oudste haventjes op de Lofoten, wat verstild omdat tegenwoordig de grotere schepen in Svolvær en Stamsund aanmeren. De oudste herberg met vergunning in Noord-Noorwegen, uit 1762, staat hier. Een wandeling door het stadje met duizend inwoners dat ooit twee kranten had, toont een mooie staalkaart van Noord-Noorse houten huizen, meestal langgerekt, met slechts de breedte van één kamer en een verdieping. Er is het Lofotenmuseum en het Lofotenaquarium met een vooral voor kinderen zeer interessante blik op het onderzeese leven rond de eilanden. Maar het meest verrassend is de Kaare Espolin Johnson Galleri. Zijn kindertijd bracht de in 1907 geboren kunstenaar door in de meest noordelijke provincie Finnmark en hij had een leven lang (hij werd 87) zijn zomerhuis vlakbij. Het harde leven van de vissers fascineerde hem. Gedrongen ruwe figuren, verweerde gezichten, verdrietige eenzame vrouwen beheersen zijn sombere soms ingekleurde etsen, waarin bruin en grijs overheersen. De dramatiek ervan doet soms aan de boeren van Permeke denken. De vele manieren waarop hij het winterlicht weet weer te geven is verbluffend.

’s Middags, na nog wat omzwervingen langs ijskoude, maar zonnige stranden in de buurt van Gimsøy en Hov belanden we als enige gasten in het bijzonder stemmige café Skj£rbrygga in Stamsund . We trekken een paar fauteuils bij de open haard, de kinderen van de waardin steken alle kaarsen aan, het zijn er heel veel. We eten vers gebakken wafels met Noorse bruine geitenkaas en genieten van de rust en het uitzicht over het zilveren water in de haven, van het spektakel van de meeuwen die scheerduiken en bovenal van de stilte en de rust, die heersen over de winterse dagen. Het is maar een vakantie van een paar dagen, maar hieraan kun je je opladen voor maanden. De orkasafari is voor morgen.

HARING EN WALVISSEN

Al zo’n zestien jaar zwemmen van oktober tot eind januari enorme scholen haring voor de Noord-Noorse kust, die komen daar kuitschieten. Dat lokt de orka’s en die trekken op hun beurt nieuwsgierige toeschouwers aan. Elke dag varen expeditiescheepjes, zoals de MS Orca, uit om op zoek te gaan naar de walvissen die in grote groepen in de Tysfjord en de Vestfjord zwemmen. Orka’s blijven hun hele leven, ze worden tot tachtig jaar oud, bij elkaar in dezelfde groep. De ‘familie’ wordt geleid door de oudste wijfjes. Mannetjes, zonen, verlaten de familie enkel voor een tijdje om te gaan paren, daarna keren ze terug. Het zijn nieuwsgierige dieren, die op hun beste dagen rond de boten komen zwemmen. En dat is natuurlijk een subliem hoogtepunt van een Lofotenweekend.

In het trendy café Bacalhao aan de kade in Svolvær geeft Cathy een omstandige uitleg over hun gedrag. Zij is een natuurgids uit het Britse Cumberland die haar hart verpand heeft aan de walvissen, elke winter komt ze hierheen om toeristen te begeleiden. De orka’s zijn sinds 1982 een beschermde soort. Al zo’n achttien jaar is men bezig ze te taggen, wat het mogelijk maakt ze per satelliet te volgen en ook te repertoriëren, zo heeft men een perfecte kijk op de bewegingen van de groepen orka’s in de oceanen. Voor de Noord-Noorse kust zwemmen zo’n veertig orkafamilies.

De hele vaart van Svolvær tot de Tysfjord hebben we de gelegenheid om aan dek te genieten van het onvoorstelbare licht van een heldere winterdag. De besneeuwde bergen – de fameuze Lofotenmuur – kleuren zachtroze tegen de staalblauwe lucht. De lucht is bijtend koud, maar er zijn survivalpakken aan boord om de grootste koukleumen warm te houden. In de kajuit wordt permanent warme thee en koffie geserveerd. De gidsen en de kapitein staan voortdurend telefonisch in contact met andere boten en met de vissers die aan het werk zijn in de fjord. Met verrekijkers speuren ze de horizon af. Een gunstig teken is de aanwezigheid van een indrukwekkend klad meeuwen die, net als de orka’s, azen op de haringscholen. En plots zijn de daar : een hele school walvissen. Je hoort hun typische geluiden, orka’s hebben een verfijnd sonarsysteem dat hen in staat stelt te communiceren tot op 24 kilometer afstand, je ziet ze water opspuiten, ruggen, vinnen en staarten deinen op en neer in de kalme zee. Enkele komen zelfs rechtop omhoog uit het water en laten hun witte buik zien, een teken van nieuwsgierigheid, zeggen de specialisten.

Zeearenden vliegen af en aan, in dit gebied leven zo’n 250 paren, ze gaan in concurrentie met de meeuwen en duiken met hun klauwen haring uit de golven. Een paar dapperen stappen over in een zodiac om nog dichter bij de orka’s te kunnen komen. Er zijn ook mensen die duiken om te gaan zwemmen tussen de walvissen, maar voor zo’n exploot zijn er vandaag geen vrijwilligers. Ik hoor een Franse jongen bij zijn terugkeer zeggen dat hij een orka heeft aangeraakt. Biologen zijn er zeer tegen dat men van wilde dieren als orka’s troeteldieren probeert te maken. Maar daar heeft die sentimentele Fransman duidelijk lak aan. Als iedereen weer aan boord is gehesen, wordt aan dek een stevige, hete vissoep geserveerd, vooraleer terug te varen naar de haven.

Een paar dagen later lees ik op de site www.tysfjord-turistsenter.no het verslag van onze dag op zee en de dagen erna : “We have continued to see the killer whales inside Tysfjord, ranging from small groups of 15 whales up to large gatherings of 100-150 whales.” Veel geluk gehad ! Niemand weet hoe lang het feest nog duurt. Zodra de haring om een of andere mysterieuze reden besluit ergens anders kuit te gaan schieten, volgen de orka’s dat spoor.

PRAKTISCH

Reis Met een combinatie van SAS en Wideroe vliegt u van Brussel over Oslo en Bodø naar Svolv£r. Zo’n korte winterreis naar de Lofoten valt niet eenvoudig te organiseren, veel is gesloten en de hele activiteit concentreert zich in de grotere plaatsen Svolv£r, Henningsv£r en Stamsund.

Wij reisden op uitnodiging van Exvoyex, dat pakketten op maat maakt. Op de website vindt u veel links naar plaatselijke accommodatie in bovengenoemde plaatsen, onder de button Norway Hideaways & Resorts. Exclusive Voyages and Expeditions, www.exvoyex.be.

Periode Van oktober tot eind januari zijn de orkasafari’s de focus van zo’n kort verblijf. Vanaf februari is dat de kabeljauw en skreivangst en het drogen van de stokvis. Vanaf januari beginnen de dagen langer te worden. Als er sneeuw ligt (vanaf december vrijwel altijd), kan men alpineskiën in Stamsund en Svolv£r, crosscountry is er zowat overal. Men kan bergtochten maken, sneeuwschoenlopen, tochten ondernemen met sneeuwscooters. Grote zodiacs zijn een populair transportmiddel om de kust te verkennen, zeerafting en -kanoën zijn populaire sporten. Dit is een paradijs voor wie houdt van extreme sporten in een onbezoedelde natuur waar niet te veel mensen je voor de voeten lopen.

www.lofoten.no

Je kunt zelfs ’s winters voor één dag of meer een luxueuze zeilboot of -jacht huren, met of zonder skipper. www.hovde.biz

Meer algemene info over de Lofoten in de winter www.lofoten.info

Verblijf Een rorbuer is het populairste verblijf op de Lofoten. Authentieke of nieuw gebouwde visserhuisjes met eenvoudig of luxueus comfort, met of zonder hotelservice. Wij geven van simpel tot luxueus een paar die ons bijzonder bevielen.

www.finnholmen.no in Henningsv£r. Eenvoudige, maar gezellige kamers met douche. Café-restaurant met een oergezellige waard, Roger Tømmerås.

www.nyvaagar.no in Kabelvåg. Nieuwe rorbuer, simpel ingericht maar zeer comfortabel. Prachtig gelegen in schitterende baai.

www.anker-brygge.no in Svolv£r. Luxueuze nieuwe rorbuer met alle comfort en met stijl ingericht. Stemmig, ietwat stijfdeftig restaurant Kjøkkenet met traditionele Noorse specialiteiten.

www.svinoya.no in Svolv£r. Onze absolute favoriet. De originele herberg-winkel van de familie Berg is historisch erfgoed en werd in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Het restaurant Børsen Spiseri brengt een verfijnde lichte hedendaagse keuken die vooral gebruikmaakt van lokale ingrediënten. Hoewel je er ook de traditionele Lutefisk kunt eten, stokvis geweekt in water met soda (brrh !) en opgediend met spek, kaas, erwtenpuree en stroop. De rorbuers zelf zijn zeer comfortabel.

www.lofotodden.com in Kabelvåg. Drie superluxueuze selfcatering rorbuers voor gezinnen, direct aan het water.

Deze hotels zijna allemaal te boeken via www.exvoyex.be.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content