Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Nissan produceert al vele jaren uiterst betrouwbare auto’s, maar steekt die in een onopvallend, zeg maar banaal kleedje. Met de komst van de nieuwe Primera en ongetwijfeld onder impuls van de Franse grote baas Carlos Ghosn, lijkt de vaak beloofde verandering eindelijk ingeluid. De ontwerpers spreken over “een karaktervolle styling, vernieuwend design en geavanceerde, gebruiksvriendelijke techniek”. Bij de kennismaking in Barcelona blijkt daarvan geen woord gelogen.

De Primera valt uiterlijk op met een drievolumeconcept dat onder een erg elegante, doorlopende lijn werd afgezwakt tot een monosilhouet met hoge schouderlijn en een krachtig front. Het geheel is zonder meer opvallend én mooi. De grootste stijlbreuk vinden we binnenin, waar de instrumenten centraal gegroepeerd staan. Daardoor zitten zowel de rijder als de passagier voor een maagdelijk stuk dashboard, waarvan we ons afvragen of het niet geheel of gedeeltelijk had kunnen verdwijnen, waardoor ter hoogte van knieën en voeten een geweldige ruime zou zijn ontstaan. Dat centrale instrumentenbord is nog wat tweeslachtig: bovenaan zitten drie traditioneel uitgevallen, ronde wijzerplaten, terwijl op het hellende gedeelte een scherm en daaronder de zogenaamde commandocentrale met de bedieningsknoppen werden gegroepeerd. Via die knoppen worden zowel het audiosysteem, de boordcomputer, de klimaatcontrole als het communicatie- en navigatiesysteem (het hele Europese wegennet op één dvd) bediend.

Volgens de documentatie moet een en ander “de interactie tussen mens en machine bevorderen”. Moderne kletspraat, vinden we dat en betreuren dat de toerenteller zo ver naar rechts werd geplaatst. De beste interactie tussen mens en machine bestaat nog altijd uit een nauwkeurige besturing, een goed reagerende motor en krachtige, goed doseerbare remmen.

Opvallend op het dashboard is het TFT-kleurenscherm, dat niet alleen als computerscherm dienst doet bij de birdview-navigatie, maar tegelijkertijd het televisiescherm is waarop bij het achteruitrijden een beeld van de situatie achter de auto verschijnt. Daarvoor zorgt een camera met breedhoeklens boven de nummerplaat. Zo’n prima oplossing had al lang op vrachtwagens moeten bestaan, waar ze nog veel nuttiger zou zijn.

In de centrale commando-eenheid kan ook een (bij voorkeur Nokia) gsm worden ingeklikt waarvan de informatie op het beeldscherm verschijnt. Dat het Nissan menens is met de elektronische inbreng bewijst ook de aanwezigheid van een ‘intelligente’ cruise control: een snelheidsregelaar die via een infraroodsensor reageert op het vertragend verkeer en ervoor zorgt dat de wagen geheel automatisch op een vooraf ingestelde afstand van de voorganger blijft. Die inbreng is niet alleen uniek in het D-segment, hij brengt ons een stapje dichter bij de situatie waarbij een chauffeur ’s morgens op de snelweg gewoon de krant leest, terwijl hij brokkenvrij in blok rijdt.

De Nissan Primera komt er in maart aan met drie benzinemotoren (1.6, 1.8, 2.0 liter) en de 2.2 liter turbodiesel met directe injectie, common rail en variabele turbo die we van naderbij leerden kennen. De turbodiesel is gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak, maar er is ook een CVT-automaat. In elk geval blijkt de Primera over een uitstekende wegligging te beschikken, al mist de turbodiesel ondanks zijn zes versnellingen wat snedigheid. De motoren van de Volkswagen-groep blijven op dat vlak toch heer en meester.

We zijn wel opgetogen over de afwerking, de goede zit en de algemene indruk. Nissan bouwde opnieuw een degelijke en betrouwbare, maar ditmaal ook aantrekkelijk ogende auto, en gaf hem als extra een onvermoed aantal veiligheidsvoorzieningen mee. Het wegklapbare rempedaal en de actieve hoofdsteunen die bij een frontale botsing het hoofd naar voren volgen, springen daarbij het meest in het oog.

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content