De modewereld wordt overspoeld door een golf van liefdadigheid. Ontwerpers zijn niet langer vies van maatschappelijke thema’s. Dwepen met pailletten en glamour is voorbij. Wat te denken over die goedhartigheid?

Wim Denolf / Illustratie Sanny Winters

Nu goed, Armani is geen mooiprater. Na 11 september schonk hij 300.000 euro aan het Amerikaanse Rode Kruis, terwijl het hele bedrag voor nieuwjaarscadeautjes aan klanten en journalisten, zo’n 180.000 euro, naar het Afghaans noodproject van het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties ging. Ondertussen werden met de hulp van Eros Ramazotti en Laura Pausini sweatshirts verkocht ten bate van de hulporganisatie.

De filantropie van de modewereld kent de jongste maanden geen grenzen: Gucci en Esprit weigeren Indiaas leder te gebruiken om de lokale overheid tot dierenwetten te dwingen, Guerlain doet een royale schenking aan Unicef, de Amerikaanse jeansfabrikant Lee verzamelt ruim 7,5 miljoen dollar voor borstkankeronderzoek en het modeblad In Style prijst hand in hand met Michelle Pfeiffer juwelen aan voor het goede doel. De initiatieven volgen elkaar op. Nu vroegen hemdenmaker Thomas Pink en het Britse tijdschrift Elle weer aan negen ontwerpers een klassiek, wit hemd te bewerken. Onder meer Dolce & Gabbana, Michael Kors en Julien Macdonald zegden ja. Hun werk verscheen onlangs in Elle en wordt tot 8 maart geveild op e-bay.com. De opbrengst gaat wederom naar het Rode Kruis, met name voor de oprichting van ziekenhuizen met orthopedische afdelingen in Afghanistan.

Ook de Belgen laten zich niet onbetuigd. Walter Van Beirendonck, Ann Demeulemeester, Lieve Van Gorp en veertien andere ontwerpers stonden onlangs stukken af voor een internetveiling ten gunste van de Antwerpse vrijwillersorganisatie Teledienst, terwijl de Brusselse modescene in Parijs hetzelfde deed voor een modebraderie van de Franse aidsstichting Aides. Het rondreizende Unicef-project Reflect trok evenzeer belangstelling. Daarvoor laten allerlei beroemdheden zich fotograferen door Alistair Morrison, waarna reproducties en postkaarten verkocht worden. Toen de tentoonstelling in januari halt hield in het Shopping Village in Maasmechelen, verleenden onder meer Veronique Branquinho, Dirk Schönberger, Xavier Delcour en Anna Heylen hun medewerking.

Al dat altruïsme doet natuurlijk denken aan de dramatische gebeurtenissen in New York. De modewereld reageerde immers meteen: Calvin Klein en Matthew Williamson verhuisden hun mannendefilés naar Manhattan, Valentino organiseerde een handtassenverkoop voor Italiaanse slachtoffers en Polo Ralph Lauren schonk geld en kleding aan reddingswerkers en getroffen families. Die verklaring is echter al te eenvoudig. De ingetogen en romantische trekken van veel zomercollecties werden immers vóór 11 september getekend. Hetzelfde voor de huidige mannencollectie van Raf Simons. Zijn PLO-hoofddoeken, fakkels en opdrukken als ” Vous ne pouvez plus ignorer” werden destijds alom begrepen als een verwijzing naar de internationale actualiteit, een signaal dat de jarenlange flirt van de modewereld met chic en glamour voorbij is. Achter de nieuwe soberheid schuilt kritiek op de macht en wereldvreemdheid van de mode.

“De aanslag op het World Trade Center bracht de zaken alleen maar in een stroomversnelling”, beaamt Ninette Murk, coördinatrice van Designers Do Denim. In mei vorig jaar verzamelde deze veiling, waarvoor onder meer Dries Van Noten en Martin Margiela jeans bewerkten, ruim 1,4 miljoen frank (ca. 34.700 euro) voor het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. “Mensen zijn de hysterie van de modewereld beu”, zegt Murk. “Ze zoeken troost en authenticiteit en willen blij zijn met echte dingen, niet wat trendgoeroes en journalisten hen voorschrijven. Sinds 11 september kijken de ontwerpers en modebladen als Dazed & Confused ervoor uit het publiek niet te choqueren met pikanterieën of lichtzinnige vrolijkheid, maar de aanslagen versterkten iets dat al in de lucht hing: mensen hebben genoeg van de allesoverheersende marketing, van trends die elkaar almaar sneller opvolgen. Ze stellen zich vragen over de wereld en wat het betekent mens te zijn.”

Veronique Branquinho is dezelfde mening toegedaan. De Belgische ontwerpster werkt vaak mee aan binnen- en buitenlandse acties ten bate van het aidsonderzoek: Designers Do Denim, maar ook liefdadigheidsdefilés van het Canadese consmeticabedrijf MAC Cosmetics in Toronto en het Amsterdamse stylingbureau House of Orange. Daarnaast steunde Branquinho een door Lacoste georganiseerde veiling ten bate van Children Action, een Zwitserse organisatie die hulpbehoevende kinderen begeleidt.

“De omstandigheden hebben de modewereld ertoe gedwongen zichzelf te relativeren”, zegt Branquinho. “De modeweken in Milaan en Parijs werden net niet geannuleerd, maar de sfeer was anders dan normaal. Vele Amerikaanse aankopers en journalisten bleven weg, terwijl men de zaken wat luchtiger opnam. Sommigen maken wel eens heisa omdat ze niet op de eerste rij zitten, nu was dat plots onbelangrijk. Maar de Belgen doen al langer aan liefdadigheid, dat is niet nieuw.”

De belangstelling voor kindersterfte, armoede, globalisering of vluchtelingenstromen is dat wel. Niet lang geleden bepleitte de Britse Marie Claire, samen met Antonio Berardi en Alexander McQueen, zelfs de kwijtschelding van de derdewereldschulden. “Zulke zaken staan natuurlijk in fel contrast met onze wereld”, zegt Branquinho. “Mode is een luxeproduct. Anderzijds ontstaat die niet in een vacuüm, ze weerspiegelt de sociale omgeving. Of een ontwerper dat nu zo bedoelt of niet, de wereld rondom hem zit in zijn werk. Mode is altijd een tijdsbeeld. Veel ontwerpers kampen echter met tijdgebrek om echt iets te ondernemen, dat kunnen slechts enkelen zich veroorloven. Bovendien sorteert een gigant als Armani meer effect dan pakweg Branquinho. Er is ook de aantrekkingskracht van het thema in kwestie. Dat aidsonderzoek de mode al langer aantrekt, is niet verwonderlijk: dat staat dichter bij de eigen leefwereld.”

Inmiddels is in Antwerpse kringen een nieuw liefdadigheidsproject in de maak: Beauty without Irony, een multidisciplinaire tentoonstelling waarin onder meer ontwerpers en kunstenaars hun idee van schoonheid geven. Rond het project, waarvan Unicef de begunstigde is, circuleren namen als Bernard Willhelm, Jeremy Scott, Gucci, toekomstig curator van het ModemuseumBob Verhelst, Lieve Van Gorp, Dirk Schönberger, Christophe Coppens en Nan Goldin; tot in Japan willen modebladen en internetsites meewerken. De opening en catalogusvoorstelling zijn voorzien in Parijs, in het najaar van 2003. Daarna volgt wellicht het Victoria & Albert Museum in Londen en een tournee langs de Europese outlet-centra van Value Retail.

Initiatiefneemster Ninette Murk kreeg het idee na de eindejaarsshow van de Antwerpse Modeacademie: “Het viel me op hoe de collectie van Serkan Sarier het publiek raakte. Iedereen kreeg kippenvel van zijn ballerina’s en klassieke muziek, ook de zogenaamd hippe, trendy lui. Nochtans staat dat in ons wereldje niet cool. Agressie, negatieve of choquerende dingen zijn hip, de rest wordt afgedaan als commercieel. Het stelt gerust te merken dat bepaalde vormen van schoonheid van alle tijden en iedereen zijn, los van marketing of het dwingende mechanisme van de modewereld.”

Sinds 11 september stromen de reacties toe, zegt Murk. “In moeilijke tijden is het makkelijk om je af te sluiten van de gemene buitenwereld. Bij velen leeft echter de wil om iets positiefs te doen voor anderen, om de wereld opnieuw wat hoop te geven. Vaak komen de reacties van mensen die geïsoleerd bezig zijn, niet uitblinken qua p.r. of de indruk hebben niet bij de hippe modelui te horen. Dit platform bundelt al die positieve krachten.”

Vele ontwerpers kunnen met zulke liefdadigheidsacties betrokkenheid tonen, iets waar hun eigenlijke werk zich niet altijd toe leent. “Mode is, net als de beeldende kunsten, een expressiemiddel”, stelt Branquinho. “Statements als die van Raf Simons zijn dus niet misplaatst, integendeel. Toch is het niet de taak van een ontwerper het publiek wakker te schudden, in de mode staat creatieve vrijheid voorop. Zelf benadruk ik liever de mooie kanten van de wereld. Sociale thema’s beroeren me, maar ik ben liever met andere dingen bezig. Het is niet aan de mode om de wereld een geweten te schoppen.”

Bovendien zijn niet alle schenkingen zo bewogen: vaak zijn het de p.r.-mensen die liefdadigheidsacties aandragen. Andere sectoren kennen al langer het belang van verantwoordelijkheidszin en emotie. “Voor organisaties als Unicef maakt dat niets uit,” zegt Murk, “als ze dat geld maar krijgen. De modewereld zelf, het hele circus, zal echter niet veranderen. Men neemt nu gewoon even geen risico’s om de klanten niet af te schrikken, tot de lucht opklaart.”

Dat de mode een zinnige bijdrage levert in moeilijke tijden, hoeft voor Murk niet: “Als ontwerpers kleding maken waarin mensen zich een beetje gelukkiger of mooier voelen, is dat eigenlijk al veel. Een beetje genot.” En liefdadigheid? “Dat is goed voor je imago – en aftrekbaar van de belastingen (lacht).”

Beauty without Irony / Ninette Murk: tel. 0475-84 30 90

E-mail: ninette.murk@pandora.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content