DE MODE FUTURISTEN

Affichebeeld van 'The Future of Fashion is Now'. © JOUKE BOS

In Rotterdam loopt vanaf 11 oktober ‘The Future of Fashion is Now’, een ambitieuze tentoonstelling over waar het met de mode naartoe gaat.

Hoe ziet de toekomst van de mode eruit ? Dat hangt er maar vanaf. Waar koop je je kristallen bol ? Wanneer situeer je de toekomst ? Morgen ? Over duizend jaar ? Tussen nu en 2019 ? Ingrijpende veranderingen zullen er de komende vijf jaar waarschijnlijk niet komen (al weet je maar nooit). De digitalisering van de textielindustrie zal de winkelstraten nog verder transformeren, en met de globalisering kan het nog alle richtingen uit. Je kunt je afvragen of er nog een toekomst is weggelegd voor de modeweken, en hoe de sector van fast fashion zal evolueren, en wat met het oorlogsgeweld in de wereld, en de economie die bijna overal slabakt. Houdt de textielsector straks rekening met de opwarming van de aarde ? Dat is nu al het geval. Kijk naar het grote aantal nieuwe fabrikanten van zwembroeken voor mannen, of naar de Britse rubberlaarzenmaker Hunter, die de ambitie heeft om een nieuwe Burberry te worden.

Héél ver vooruitkijken heeft weinig zin. Haalt de tailleur het jaar 3014 ? Who knows ? En ook, who cares ? (Halen onze nakomelingen 3014 ?) Dichterbij speuren, daarentegen, kan zinvol zijn. Volgens de samenstellers van een ambitieuze najaarstentoonstelling in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen, is de toekomst al begonnen. The Future of Fashion is Now heet de expo. Nu dus, vandaag. Er wordt werk getoond van zowel jonge ontwerpers als een aantal pioniers met een zwak voor experiment (onder wie Hussein Chalayan, Viktor & Rolf, Christophe Coppens, Christoph Broich). En er zijn ook zes speciale projecten van evenveel nieuwe namen (zie ook p. 36).

De tentoonstelling is uitbesteed aan Han Nefkens’ Fashion on the Edge, een organisatie van mecenas Nefkens en José Teunissen, curator en modeprofessor aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Hun focus ligt voornamelijk op creativiteit. Het gaat niet over wat de grote spelers in petto hebben (de luxemastodonten, de winkelstraatgorilla’s), maar over de kleintjes – het type creatieve durfal waarvoor het laatste decennium nog nauwelijks plaats was in de mode. Een relikwie van de nineties, zou een kwatong durven stellen.

IDEALISME

Is de tentoonstelling daarom eerder ouderwets dan futuristisch ? Niet noodzakelijk. Het klassieke futurisme van de vorige eeuw – Rabanne, Cardin, Courrèges, zilveren pakjes en spiegelrokjes – ging grotendeels over vorm. Terwijl de millennials dieper denken, en zich nauwer betrokken voelen bij de maatschappij. De tentoonstelling getuigt van een zeker idealisme, en dat is mooi in een sector waar cynisme veelal de norm is. “De nieuwste generatie ontwerpers kijkt kritisch naar het huidige modesysteem”, zegt José Teunissen. “Het idee achter de tentoonstelling is dat die jonge ontwerpers onderwerpen aansnijden en dingen aangeven, dat ze een nieuwe visie brengen over wat mode is, en wat mode zal zijn in de toekomst.”

Teunissen trekt twee rode draden. “Je merkt dat ontwerpers heel sterk nadenken over technologie, biotechnologie, materialen. Dingen die een invloed hebben op hoe kleren gemaakt worden, of dingen die kleren transformeren tot iets anders, bijvoorbeeld wanneer ze communiceren met je lichaam. Daarnaast is er het idee dat de jongere generaties heel sterk nadenken over mode, over de snelheid waarmee alles gaat, de overconsumptie en alles wat daaraan vastzit. Ontwerpers geven met hun kleren commentaar op het modesysteem, of zoeken naar nieuwe oplossingen. Dat resulteert in mode met een ander verhaal, slow fashion, kleren waarvan het maakproces heel bijzonder is. Er wordt getast aan de grenzen van het systeem, getornd aan de structuren.”

“De nieuwe generatie vraagt zich af wat mode nu eigenlijk is, en of ze die mode wel wil. Waar zit de waarde in mode ? Hoe kunnen we kleren maken die we langer kunnen dragen ? Daarover gaat de tentoonstelling. We tonen ook werk van ontwerpers die al langer meegaan. Die gebruiken we als referentie. Zo kunnen de toeschouwers zien hoe richtinggevend bijvoorbeeld Viktor & Rolf, Comme des Garçons of Walter Van Beirendonck zijn geweest. Zij zijn onze voorbeelden.”

De meeste ontwerpers in de expo zijn nochtans vrij jong. Bovendien bewegen ze zich vaak in het grensgebied tussen mode en kunst. “Maar we tonen ook gewoon commerciële labels”, zegt Teunissen. “Een Iris Van Herpen of een Craig Green (zie ook p. 36) draaien mee in een internationaal modecircuit.” Voor de keuze van de designers werkte Teunissen met een team van scouts in de hele wereld. “Uit hun aanbevelingen hebben we een selectie gemaakt. We zaten met een honderdtal namen, 57 ervan hebben de expo gehaald. Zes gaven we de opdracht om voor ons een project uit te werken.”

The Future of Fashion is Now bestaat uit vier delen. Een eerste deel gaat over materiaal, een tweede over nieuwe vormen. “Ontwerpers zijn veel vrijer geworden met hun silhouetten”, zegt Teunissen. “Speelse figuren, gekke vormen, een beetje wat Van Beirendonck al veel langer doet. Van een Chinese ontwerper tonen we een bomberjack met tien mouwen, die je als het ware omarmen. Zijn collectie heet Hug Me. Craig Dean maakt hele huizenconstructies rond kleren.” Het derde deel gaat over de manieren waarop ontwerpers omgaan met het systeem, en in het vierde wordt onderzocht “of je met mode ook aan politiek kan doen, of je verbanden kunt maken met de sociale context”. “Daar hebben we bijvoorbeeld een project waar een ontwerpster in een textielfabriek gaat werken. Ze leert de arbeiders kennen en borduurt hun verhalen en ook haar eigen ervaringen mee in de jurken, die ze ter plekke maakt. Het is typisch voor de jonge generatie dat er ook op dat niveau wordt nagedacht. Wat kunnen we nou eigenlijk zeggen met de kleren die we aanhebben ?”

IEDEREEN WEET ALLES

Teunissen is voor het project de wereld rondgereisd. “In China dacht ik : de ontwerpers hier zijn met precies dezelfde dingen bezig als wij in het westen. Dat het zo breed ging, heeft me verbaasd. Plus de kwaliteit die echt overal vandaan komt. We zijn een globale wereld geworden, in de zin dat iedereen alles weet, ook door het internet. Je kunt niet zeggen dat er nog een groot verschil bestaat tussen de ontwerpers van verschillende landen. Er zijn aparte identiteiten en stijlen, maar het is toch wel één wereld geworden. En dan is er me nog iets opgevallen : iedereen heeft enthousiast meegewerkt. Als je met de grote merken werkt, wat ik in het verleden weleens heb gedaan, dan willen ze altijd eerst weten wie er nog meedoet. Dan halen ze eerst hun neus op. Maar dat was dit keer niet het geval.”

Teunissen heeft goede hoop voor de toekomst. “Dit is een avant-garde, maar ik denk dat een aantal van de ideeën die we tonen zeker zullen worden opgepikt door de industrie. En ik geloof ook dat er in onze selectie ontwerpers zitten waar we zeker nog van zullen horen.” Gelooft ze nog in avant-garde ? Er zijn almaar minder onafhankelijke ontwerpers. “Ja,” zegt Teunissen, “maar de avant-garde van nu is niet meer die van vroeger. De klemtoon ligt nu op maatschappelijke vraagstukken en technologie, en minder op het artistieke. Ontwerpkwaliteit blijft heel belangrijk, maar het vertrekpunt is anders. Het gaat niet meer om vertoon, maar om hoe mode zich verhoudt tot het hier en nu, tot ons, mensen. In die zin is het een hele relevante avant-garde.”

DOOR JESSE BROUNS

“Ontwerpers geven met hun kleren commentaar op het modesysteem, of zoeken naar nieuwe oplossingen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content